Vervolg; Se ontginning der Peel. Het was toenmaals een groot weagettik, in deze afgelegen streken de spade in de grond te steken en het is zeer goed te begrijpen, dat ontginningen op grote schaal alleen konden worden uitgevoerd door vermogende personen. Hun ondernemingsgeest heeft de stoot gegeven tot geleidelijke ontwikkelt ling en al werd aanvankelijk bijna uitsluitend bos aangelegd wegens daar aan verbonden geringere uitggven en risico's, allengs bleek, dat grote uitgestrektheden uitstekend geschikt waren voor de productie van koren, gras, aardappelen e.s. gewassen, voor de voeding van mensskn dier. Door de werkverschaffing, die met de ontginningen in het leven werd ge roepen, is de welvaart der arbeidende bevolking belangrijk toegenomen en het bewijs was reeds afdoende geleverd, welk een zegenrijke invloed de toewijding voor de achterbuurten van het platteland op de sociale wel vaart en voorspeod had. Voor de kleine grondbezitter waren de omstandigheden van dien aard, dat hij eerder overging tot verkoop van zijn heidegrond dan tot ontginning ervan. Do afgelegene ligging en onvoldoende droogligging weerhielden hom van aanpakken, en het idee van het grote nut van waterschappen was nog niet genoegzaam doorgedrongen om door raiddei van deze georganiseerde sa menwerking van grote en kleine eigenaren de genoemde nadelen geheel op te heffen. De coöperatieve samenwerking van grondeigenaren in een water schap leidt tot hét nemen van allerlei maatregelen, dfce de opbrengst en waarde van de grond verhogen. De afwezigheid van waterschappen was de reden, waarom het kleingrondbe- zit in de Peel, in het bijzonder door ontginning, niet tot ontwikkeling kon komen zoals in vele andere streken, waar deze van grote waarde en invloed was op de ontwikkeling van een gezond land- en tuinbouwbedrijf en de verhoging van de productie. Hieuw leven. Meer en meer trok de Peel deaandacht, zowel van de inwoners zelf "als ook de uitwonenden. Steeds groter werd het aantal personen, die doordrongen waren van de dia, dat er krachtige maatregelen moesten ge nomen worden om het welslagen van landbouw, ontginning en vervening en wat verder daaruit voortvloeit te verzekeren. Er moesten kanalen, spoor- en kusntwegen komen voor een goedkoop, snel en gemakkelijk verkeer, bo venal moest een oploêsing gevonden worden voor een alue^n bevredigende afwatering» Een allen bevredigende afwatering. Zowel de geel als beneden liggende streken moeten van overtollig water worden verlost. Naarmate meer ont ginningen ontstaan, wordt het overtollige water in grote hoeveelheden en sneller afgevoerd, en dit is de voor de hand lig ende reden,waarom de bewoners van lager liggende streken de neiging hebben, uitbreiding van ontginning, hoe nuttig overigens, tegen te werken. Het zij daarom nogmaals uitdrukkelijk herhaald: De afwatering van de Peel moet geschie den op zodanige wijze, dat andere lager liggende streken daarvan geen hinder en schade ondervinden. Vooral sedert het uitbreken van de wereldoorlog zijn de gemoederen wak ker geschud ten opzichte van alle vraagstukken, die met de verhoging der bodem voorbrenging in Nederland in verband staan. Ook de Peel kwam daardoor meer op de voorgrond. Men had er niet langer vrede mee, dat eenzo reusaohtige oppervlakte goede grond geen werk en brood verschafte. In de pers, vooral de Brabantse en Limburgse, verschenen geregeld bij dragen van bekende en onbekende personen om de aandacht voor de Peel^mct haar sluimerende bodemschatten levendig te houden. En steeds duidelij ker werd het, dat daaruit eerlang een beweging zou groeien, die ic koe bij de horens nam. In het bijzonder moet hier de naam van de Heer A.F. van Beurden worden genoemd, die niet moe werd in woord en geschrift tot aanpakken te bewegen. Zijn suggestieve invloed heeft ongetwijfeld de zaai krachtig bevorderd. En hij was daartoe vooral in de gelegenheid door de propaganda, welke hij maakte voor de aanleg van Buurtspoorwegen in de Peel,waartoe het initiatief werd genomen en de plannen werdenopgemaakt door J.M.Voorhoeve en Ir.0.Schutte voor de Noordbrabantso- Duitse en Staatsspoorwegmaatschappijen. Wordt vervolgd.

Ysselsteyns Nieuwsblad | 1971 | | pagina 2