19
Harry kwam op 19 oktober 1924 ter wereld in de woning aan de Straat, de huidige Lollebeekweg, als
zoon van Grad Weijs en Wilhelmina van Lipzig. Hij volgde in Castenray de lagere school en
studeerde later af als ingenieur. Samen met zijn echtgenote Truus kreeg hij zes kinderen en elf
kleinkinderen. Wij wensen hen en zijn echtgenote Truus heel veel sterkte toe!
Op de foto zien we staand v.Ln.r.: Grad Weijs; pater Jan Weijs; Mina Weijs-van Lipzig; Jos Geer ets.
Zittend v.Ln.r.: Harry; Mia; Joos. Pater Jan heeft een groot deel van zijn leven missiewerk verricht
op Flores. Mia trouwde met Thei Geurts ('Schodder Thej') van 't Schoor en Joos was getrouwd met
Dien Kuijpers (dochter van Handrie en Bertha). Wie kent de persoon links op de foto? (571677)
Boek Castenrayse Vennen
Vorige week kreeg u bij de Schans een kleurrijke uitnodiging tot intekenen voor het boek 'De
Castenrayse Vennen'. We hopen dat er door de Castenrayse mensen massaal gebruik van gemaakt
wordt, want binnenkort wordt het boek gedrukt en over enkele weken hebben we geld nodig om de
drukkosten te betalen. Laat de flyer ook zien aan familieleden die niet meer in Castenray wonen.
Wellicht dat ook zij interesse hebben in het boek.
Wij danken u bij voorbaat zeer voor uw bestelling. U zult er gegarandeerd geen spijt van krijgen.
Castenrayse mensen vertellen - Hub Kuijpers, Pater Humberto - deel 12
Uiteindelijk kwam ik begin 1978 in Brazilië aan, in Fortaleza, de hoofdstad van de Staat Ceara. Ik
kwam te werken in de buitenwijk José Walter met name in de parochie van de H. Drievuldigheid, waar
pater Theo Cuypers uit Cuijck pastoor was. Ik kreeg al gauw de verantwoordelijkheid voor de bouw
van parochiezaaltjes en in een andere wijk voor de bouw van de Verrijzeniskerk. Wij bedienden
verschillende kapellen in de buurt. Het ging om een arme bevolking in het droge Noordoosten van
Brazilië, Sertao genaamd, een woestijnachtig gebied. Nooit heb ik met zo'n eenvoudig en sympathiek
volk gewerkt. Ik werd ook verantwoordelijk voor seminaristen die bij ons, Sacramentijnen, wilden
intreden, en voor de administratie van onze twee communiteiten, de ene in de wijk José Walter en de
andere in het centrum van Fortaleza. Van hieruit gaf ik eens per jaar conferenties over pater Eymard en
over de geschiedenis van de Congregatie aan onze novicen in Uberaba in de Staat Minas Gerais,
waarnaar ik in 1982 werd overgeplaatst. In 1978 had ik deelgenomen aan een cursus in Buenos Aires
voor alle Sacramentijnen in Zuid Amerika over onze spiritualiteit en geschiedenis. Dat was in de week
na het wereldkampioenschap voetballen, waarbij Nederland van Argentinië verloren had.
Uberaba
In Uberaba kreeg ik de functie van kapelaan en hulpnovicemeester. Een van de novicen van destijds,
Jorge Alves Bezerra, is 8 augustus 2008 bisschop gewijd. Ik gaf liturgie op het Groot Seminarie van
Uberaba dat slechts 9 seminaristen telde, was rector bij de Karmelietessen en verantwoordelijke van de
religieuzenconferentie. Het contact met orchideekwekers in Uberaba heeft in mij een nieuwe tak van
liefde voor de schone natuur doen ontluiken. In 1985, mijn laatste jaar in Brazilië, heb ik een cursus
(CETESP) gevolgd in Rio de Janeiro, bestemd voor mensen die belast zijn met de opleiding van jonge
religieuzen en waaraan ik nog vele vrienden heb overgehouden tot op vandaag.
Maputo
In de jaren tachtig keerden pater Theo van Boheemen en broeder Julianus Philipsen, uit Klein Oirlo,
om gezondheidsredenen terug uit Mozambique naar Nederland. Ten gevolge daarvan kreeg ik een
telefoontje van pater provinciaal Toon Van Schaik met de vraag of ik nog naar Mozambique wilde.
Ondanks de burgeroorlog daar, heb ik meteen ja geantwoord. Ik had mij immers voorbereid om in
Mozambique te gaan werken.
Op 28 februari 1986 kwam ik in Maputo aan, de hoofdstad van Mozambique. Zij telt momenteel bijna
2 miljoen inwoners. De burgeroorlog van na de onafhankelijkheid (1975) was nog in volle gang. Het
ging tussen het Frelimo, de communistische regeringspartij enerzijds, en de Renamo anderzijds, een
guerrillabeweging met westerse sympathieën, gesteund door het apartheidsregiem van Zuid Afrika en
het koloniale bewind van Rodesië, waar Ian Smith aan de macht was. In het binnenland werden langs
de wegen veel overvallen gepleegd. De mensen daar durfden niet in hun dorpen te slapen, brachten de
nacht door, verscholen in de bush. Maputo kon de opvang van de oorlogsvluchtelingen niet aan. Velen
vluchtten de grens over. De winkels waren leeg. Benzine, suikerenz. was op de bon. Bepaalde
producten zoals brood waren alleen bestemd voor de arbeiders. Priesters en religieuzen werden niet als
arbeiders beschouwd. Wij kochten daarom meel in Zuid Afrika om zelf brood te bakken, (wordt
vervolgd)