DE STICHTING HEEMKUNDIG GENOOTSCHAP CASTENRAV
Wenst iedereen een zalig kerstfeest!
Castenrayse mensen vertellen Nel Jenniskens-Gellings Kerstmis 1944 (slot)
Toen ik enige tijd later in de schuur een groep soldaten kerstliedjes hoorde zingen, ging ik kijken wat
er aan de hand was. Tot mijn grote verbazing hadden ze de schuur versierd met onze kerstballen en
andere spullen, waarmee we onze kamer wilden versieren. Toen de soldaten mijn gezicht zagen,
merkten ze wel dat ik dat niet leuk vond. Ik vertelde hen echter dat ze het maar moesten laten hangen,
zodat ook zij, ver van huis, een beetje kerstmis konden vieren. Daarom hebben ze ons, om het goed te
maken, een volle doos lekkers gebracht." "Dat vinden wij wel erg lief van de soldaten", zeiden we
allen tegelijk. Dat vond moeder ook.
Na de kerkdienst hebben we er met zijn allen lekker van gegeten. Moeder, die goed kon zingen, heeft
daarna samen met vader en oom Wielie en met ons, kerstliedjes gezongen.
Daags ema kwamen de soldaten bij ons thuis en bij alle gezinnen in de Straat, waar kleine kinderen
woonden, ons uitnodigen om samen met hen het kerstfeest te vieren.
Veel kinderen kwamen met hun ouders naar de tot feestzaal ingerichte 'henneköj' bij de boerderij van
Piet Rambags, waarin tegenwoordig de familie Jeuken woont. De kooi lag achter de toenmalige
hengstenstal. Ook de kinderen uit Rotterdam, die op het einde van de oorlog in verschillende gezinnen
waren ondergebracht, waren aanwezig. De soldaten hadden het hok schoongeveegd en versierd met het
spul dat ze eerder bij ons op de schuur hadden gebruikt, nadat ze het op onze zolder hadden
weggehaald. Omdat het bitterkoud was, hadden de Tommy's er een paar petroleumkachels neergezet,
waardoor het er lekker warm was.
We kregen van alles te eten, te drinken en te snoepen.
Ons moeder begon weer met het zingen van kerstliedjes en alle mensen zongen mee. De Engelse
soldaten die dat alles met veel plezier en aandachtig volgden, begonnen ook kerstliedjes te zingen. Er
waren van die stoere, door de oorlog getekende kerels bij, die met tranen in de ogen en met onze
kleinste kinderen op hun arm, hun liedjes zongen. Zij dachten ongetwijfeld aan thuis, waar hun vrouw,
hun kind, hun ouders of vriendin op hen wachtte.
"Ik dacht toen", gaat Nelly verder, "dit zijn de helden, die voor ons de vrijheid bevechten, die voor ons
de vrede in de wereld willen herstellen en die daartoe alle risico's nemen. Verschillende van deze
robuuste kerels, die rokend en vloekend hun werk doen, werden al sinds de landing in Normandië, op 6
juni 1944, bijna dagelijks met de verschrikkingen van de oorlog en dus de dood geconfronteerd. Velen
hebben er al veel kameraden verloren. Het was hen af te zien".
Samen zongen we 'Stille nacht, Heilige nacht. Silent night, Holy night'. Ieder zong het in zijn eigen
taal. De inhoud en de melodie is immers dezelfde. Iedereen was even alleen met zijn gedachten. Toen
het lied uit was, bleef het even stil en ik zag enkele van mijn jonge stoere helden huilen
Het waren mijn mooiste momenten, sinds lang. Ik denk er elke Kerstmis aan terug en krijg daarbij een
goed gevoel. Hoeveel van deze jonge kerels zullen op de nog lange weg van Castenray naar Berlijn
nog sneuvelen voor de vrijheid en voor de vrede op aarde?
Plotseling werd ik gestoord in mijn gemijmer door het roepen van mijn moeder, dat het feest was
afgelopen en dat we naar huis gingen. We kregen nog allemaal een zak met snoep mee. Voldaan en
met een dankbaar gevoel namen we afscheid van 'onze jongens' en moeder zei tegen hen: "Als je nog
eens kerstspullen nodig hebt, je weet ze te liggen."
Dit was mijn Kerstmis 1944. Ik zal dit mijn leven lang niet vergeten.
Om de vrede en de welvaart van heden te kunnen waarderen, moet men de moeilijke tijden hebben
gekend.
Stille nacht, Silent night, voor alle mensen. Vrede op aarde.
20