Radio- en tv-opnamen L1TV
Vorige week werd door LI-radio en tv aandacht besteed aan het project over de Hengstenassociatie
'Vooruitgang' en de hengst Nico van Melo. Toon Rambags en Jan Strijbos werden geïnterviewd voor
een radioverslag. Vervolgens werden tv-opnamen gemaakt voor een nieuwsitem van LI. Er werd
gefilmd bij de trekpaarden Liza en Klazien van Ger Luykx, bij beeldhouwer Martin Ooink bij de
Kunstwerkplaats op hèt St. Annaterrein te Venray en in Museum De Peelstreek te Ysselsteyn waar het
hoofd van Nico van Melo hangt.
In het tv-nieuwsitem kwamen Toon Rambags en Martin Ooink kort aan het woord, want de nieuwsflits
mocht na montage slechts 1 minuut en 50 seconden duren. De uitzending van zowel het radioverslag
als het tv-item vond plaats in het afgelopen weekend.
Uiteraard zijn we blij dat ons project zo ruim de aandacht krijgt.
Castenrayse mensen vertellen
Vandaag beginnen we met een nieuwe reeks artikelen. Al snel na de oprichting van onze stichting in
maart 2001 kwamen we tot de conclusie dat het interviewen van oudere mensen in ons dorp een van
onze eerste activiteiten moest zijn. En gelukkig maar, want verschillende mensen die ons hun boeiende
en historisch belangrijke verhalen vertelden, zijn inmiddels helaas overleden. Vrijwel alle verhalen
werden opgetekend door ons toenmalig lid Toon Kuijpers (van Handrie) uit Horst, die ook de
gevoelens van de vertellers uitstekend op papier wist te zetten. Van de meeste interviews maakte ons
lid Hay Strijbos video-opnamen, die later ook zijn overgezet op dvd. Zo bewaren we onze Castenrayse
vertellers en vertelsters onder de titel 'Castenrayse mensen in woord en beeld' in ons archief. We
hopen dat ook volgende generaties er nog veel plezier aan beleven. Vandaag iets over Gadje Classens
uit Klein Oirlo.
Gradje Classens, Klóssus Gradje, alias Grad van Paulusse Lej, woonde in Klein Oirlo. Ennen durgoeje
meens. Hij was imker en had veel bijenvolken achter het huis staan. Ook stond daar een soort
weerstation en hij gaf dagelijks zijn waarnemingen door aan de KNMI.
Gradje was ook lid van het Rode Kruis, waarvoor hij zich enorm inzette. Er was hem niets teveel.
Op en neer naar de stad Groningen fietsen, was voor hem een peulenschilletje. Hij was niet getrouwd
en had derhalve de tijd aan zichzelf.
Vlak na de bevrijding was de streek vergeven van allerlei oorlogstuig. Zo lagen er ook mijnenvelden.
Gradje fietste daar dan naar toe en groef enkele mijnen uit de grond, deed ze in een valies en hing ze
aan het stuur van zijn fiets. Hij fietste daar dan doodgemoedereerd mee naar huis, waar hij de
ontstekingen verwijderde.
"Levensgevaarlijk", zei men dan, maar Gradje schudde dan het hoofd en zei: "Dat kan gén kwaod, as
ge ma wet wat ge doet."
Gradje heeft veel voor de Castenrayse gemeenschap gedaan. Hij was jarenlang secretaris van de
handboogschutterij en zat jarenlang in de technische staf van de plaatselijke toneelvereniging
'Vondel', samen met Jan Vissers.
Je hoefde Gradje maar wat te vragen of hij deed het.
Hij werd natuurlijk, evenals iedereen trouwens, ook wel eens geplaagd.
Op een gegeven moment stopte Gradje met zijn 'Messerschmidt' bij de koster voor de deur. Enkele
jongens die dat zagen, gingen naar buiten, tilden de auto vierkant op en plaatsten hem zodanig tussen
de paaltjes die als afrastering dienden, dat de auto niet meer voor- of achteruit kon.
Toen Gradje later bij zijn auto kwam, bemerkte hij dat en bedacht zich geen moment. Hij liep terug
naar binnen en riep door het café: "As ge mienen owto wér terugzet, kriegde van mij 'n glaeske bier."
De jongens deden dat meteen en dronken later gezellig hun biertje op. Grad was er niet boos over
geworden, integendeel, hij speelde laconiek hun spel mee.
"Jaren later, het was 1963, was ik op het land waar vroeger het huis gestaan had waar Grad woonde. Ik
rukte daar een tand van mijn eg af. Er zat dus iets in de grond", zo vertelde Jan Vollenberg.
"Ik haalde de schop erbij en jawel, ik haalde een ijzeren munitiekist naar boven en die kist zat nog vol
met scherpe geweerkogels. Toen ik dat enige tijd later tegen Gradje vertelde, zei hij: Dat kan goed, dor
stoj ik niks van te kiêke, ik heb wel mieër ien de groond gestopt. "Ik heb de munitie toch maar veilig
weggebracht", aldus Jan Vollenberg.
13