de 80 jaar al gepasseerd en ze wonen sinds 1985 in Whangaparaoawaar ze het prima naar hun
zin hebben.
Ons heemkundelid Hay Strijbos heeft het emigratieverhaal van Bert en Annie op papier gezet.
We zullen dit t.z.t zeker publiceren.
Heemkundelokaal
We hebben de werkzaamheden aan het interieur bijna klaar. Vorige week hebben we weer
uitstekende hulp gekregen van Jan Weijs. Hij heeft de vitrinekasten mee geplaatst, schappen
gemaakt in de muurkast en de meterkast, nog wat vloerbedekking gelegd en diverse ingelijste
afbeeldingen aan de wand gehangen. Jan, zeer bedankt voor jouw hulp!
De schappen met dragers en bevestigingsrails hebben we van Til en Henk Classens. Binnenkort
kunnen we dankzij Ria en Wiel Dinghs beschikken over een mooie tafel en zes stoelen en van Jan
en Truus Tacken krijgen we een waterkoker en wat serviesgoed. Allemaal zeer bedankt voor jullie
hulp!
Wie kan ons nog helpen aan een wandkapstok of kapstokhaken? (Tel.: 571677)
Gewoonten en gebruiken rond 1900 - deel 15
In plaats van lampionnen gebruikte men vroeger een uitgeholde mangelwortel. Er werd een gezicht in
uitgesneden en binnenin brandde een kaars. Daarmee trokken de kinderen 's avonds in groepjes over
straat. Dat was een van de weinige keren dat de kinderen in het donker buiten waren. Omdat er
vroeger niet veel straatverlichting was, waren de meeste kinderen voor het donker binnen. Om
ongelukken te voorkomen werden de kinderen ook bang gehouden. In de winterperiode moest je 's
avonds op tijd binnen zijn, want achter een boom, achter de schuur of de heg kon wel eens een
'boekél' (boeman) staan die je wilde meenemen.
Met Sint Maarten begon ook de wintertijd en ging het vee op stal.
- Génne gek van Sint Marte, went 't is enne groeëten heilege!
- Zit d'r öp Sint Marte nog loeëf én d'n boeëm, geft 't enne kalde winterdroeëm.
Op 22 november was het feest van St. Catharina. Haar naam werd in enkele spreuken gebruikt.
Mit Sinte Katrien motte de koewe én de lien.
Sinte Katrien zaek, as 't raegent, raegent 't zes waek.
Op 22 november is ook het feest van St. Caecilia, patrones van de kerkmuziek, de muzikanten, de
zangers, orgelbouwers en muziekinstrumentenmakers. Zij is rond het jaar 200 geboren in Rome. Als
kind had ze zich al aan God gegeven en de gelofte van maagdelijkheid afgelegd. Een jonge man,
Valerius, kreeg toestemming van haar ouders om met haar te trouwen. Tijdens de huwelijksnacht
vertelde ze hem dat ze de gelofte van kuisheid had afgelegd. Ze werd beschermd door een engel van
God en niemand mocht haar aanraken. Zou dit wel gebeuren dan zou Gods toom neerdalen op die
persoon. Valerius liet haar met rust, nadat hij de engel gezien had. Hij werd een van de ijverigste
christenen. Caecilia werd later gevangen genomen en in haar huis in kokend water gezet om zo te
sterven. Het water deerde haar niet en ze werd veroordeeld tot het zwaard. Tot driemaal toe moest de
beul toeslaan en drie dagen lag Caecilia zwaar gewond in haar huis. Op 22 november in het jaar 230
stierf ze aan haar verwondingen. In 1599 werd haar graf geopend en haar lichaam was nog
ongeschonden. Sinds de Middeleeuwen wordt ze vereerd als patrones van de kerkmuziek. Of ze
muzikaal was, is niet bekend.
Op 28 november is het feest van St. Oda, een heilige die in Venray heel bijzonder vereerd wordt.
Volgens een legende zou ze daar enige tijd gewoond hebben. Aan de Hoenderstraat staat het
Odakapelletje en in 1926-1928 werden daar de Odafeesten gehouden met een toneelspel over haar
leven. Sint Oda werd in Venray vereerd als beschermster tegen oogziekten. In de tuin van het
voormalige klooster Jerusalem ligt vlakbij 't Freulekeshuus de Oda-put. Het water uit die put
gebruikte men vroeger om zieke ogen uit te spoelen. Veel mensen hadden een fles met dat water in
huis.
In november moest ook het geld voor de dodenlijst op de pastorie worden gebracht. Dit was een
bijverdienste voor de pastoor. In het begin bedroeg het dertig cent. Later ging het naar een gulden per
persoon. Iedere eerste zondag van de maand werden alle namen van de gestorven familieleden
waarvoor betaald was in de kerk afgelezen.
15