de grootouders van Thei Jacobs. Later woonde daar het gezin van Toon Derks, gehuwd met Wies
Jacobs. Toen deze laatste stierf, hertrouwde Toon met mevrouw Honing ('vrow Hönning). De
oude boerderij is gesloopt en op die plek woont nu Leo Jakobs (Lollebeekweg 9).
De oude foto van vandaag toont het hele gezelschap bij de gouden bruiloft van het echtpaar
Jacobs-Lenders. Deze foto kregen we onlangs van Toon Kuijpers.
De naam 'Castenray' - deel 3
Prof. dr. Arthur Schrijriemakers schrijft: "Ook uit een vergelijking met andere zogenaamde castra-
toponiemen blijkt, dat het woord caster, kaster, of kester, bij een eventuele ontlening aan het Latijn,
niet de zakelijke inhoud van 'fortof 'legerplaatsheeft behouden. Vermoedelijk duidde het op een
bepaalde landschapsvorm. Het zal de taak van de lokaalhistorici zijn, om in de (vroegere)
terreingesteldheid te Castenraai een aanknopingspunt met het 'Nederlandse' woord caster te
zoeken. Was het de naam voor een brede, platte (vierkante) verhoging in het terrein?
Van hem krijgt onze heemkundegroep dus huiswerk mee.
Hij schrijft verder nog: "De lokale naamgeving is - althans op intensieve wijze - pas met de
bewoning van dit deel van de Peel begonnen. Welnu, de dorpen aan de oostzijde van dit gebied
werden pas vrij laat vanuit de naburige Maasdorpen gesticht. Daaruit blijkt dus, dat het woord
caster lang in de volksmond moet hebben geleefd.
In Toponymae van de Venrayse Peel, geschreven door Gerard Lemmens, kwamen we weer andere
bevindingen en veronderstellingen tegen.
Nemen we de oorspronkelijk vorm van onze plaatsnaam, Kasterloe (Castelo, Kastloe, enz.).
Op de betekenis van -loo of -lo zijn ook al veel theorieën losgelaten en ook daarover bestaat geen
eenstemmigheid. Sommigen denken dat het komt van het Latijnse locus (plaats), anderen houden
het op een hoogte bij rivieren of moerassen. Weer anderen kennen het de betekenis hoogte bedekt
met bomen toe.
In diverse geschriften wordt er de ene keer de betekenis bos aan gegeven en een andere keer open
plek in het bos. Soms komt een combinatie van beide voor: gebied dat gedeeltelijk bebost en deels
open is.{ Uitgedund bos -lo, bos met kale plekken op hoge zandgrond
Een auteur uit de 10e eeuw vermeldde dat men met -lo een 'obumbratio nemorum', d.w.z. een
schaduwrijke plek in het bos, aanduidde.
De 13c eeuwse dichter Walther von der Vogelweide gebruikte -lo eveneens in de betekenis van bos.
Het oude Hoogduitse loh is gelijk aan het Latijnse locus (bosje); het Middel-Hoogduitse loh staat
voor laag kreupelhout.
In Beieren wordt loh en lohe tegenwoordig nog gebruikt om bos aan te duiden.
In ons dialect spreken we van Cassele.
Dit zou zelfs kunnen komen van het woord kasseien. Het kasseien van een doorgang wil zeggen:
Met rechtstaande en in de moer of natte grond geslagen palen versterkt men de overgang over een
waterloop of door een moerassig stuk. Hierop werd dan zand, afVal van een veldoven of iets
dergelijks gegooid. Ook sloeg men er wel een bruggetje overheen. Dit noemde men vroeger een
kassei
Heel aannemelijk met de brug over de Lollebeek zo dichtbij. Het beekdal was oorspronkelijk
verveend (denk aan 't Broek) en zo'n veenbrug werd dus een kassei genoemd.
Een heleboel informatie dus over onze plaatsnaam, maar wat is een feit en wat is een
veronderstelling, of erger nog: wat is fantasie? Wie het weet, mag het zeggen.
Schenking
Van Jan Martens uit Venray kregen we een zeer mooie donatie als waardering voor onze inzet voor
de historie van Castenray in het algemeen en de indrukwekkende herdenking van de Indiëgangers in
het bijzonder. Jan, zeer bedankt!
Wilt u ook een bedrag doneren? Ons rekeningnummer is 12.81.37.517. Alvast zeer bedankt.
19