UITREIKING HET SILVEREN SWAENTJE aan Jan Strijbos zaterdag 27 oktober aanvang 20.00 uur in Hotel De Zwaan aan de Grote Markt Venray, Iedereen is welkom. Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld. We zijn heel blij met deze reactie, waaruit veel waardering voor onze inzet spreekt en hopen dat de Indiëherdenking ook voor ieder ander een onvergetelijk gebeuren is geweest. De naam 'Castenray' - deel 1 Onlangs stond er in De Limburger een artikel van Guus Urlings over de verklaring van de namen van de in totaal zevenhonderd Limburgse nederzettingen, van de steden tot de kleinste gehuchten. Naar de herkomst van deze plaatsnamen is onderzoek gedaan door prof. dr. Arthur Schrijnemakers, geboren in Geleen, maar al sinds 1952 woonachtig in Freeport in de Verenigde Staten. Deze maand wordt hij 90 jaar en hij heeft besloten zijn onderzoek, waar hij al ruim 50 jaar mee bezig is, in boekvorm uit te geven. Zo'n duizend A-4tjes tekst heeft hij volgeschreven over de toponiemen van de Limburgse plaatsnamen. In het artikel worden de namen Castenray en Bemelen als voorbeelden gegeven. Prof. dr. Schrijnemakers heeft over de naam 'Castenray' de volgende theorie: In het eerste deel van de naam, caster', meenden historici vroeger een verwijzing naar een versterkte plaats te ontwaren. Het zou afgeleid zijn van het Latijnse 'castrum(fort) of 'castra (legerplaats) dan wel van het middeleeuwse 'castel' (kasteel). Maar daar werden later grote vraagtekens bij geplaatst. Vooral omdat er ter plaatse nooit Romeinse resten of overblijfselen van een kasteel zijn gevonden. In april 2006 vond Hay Strijbos bij Piet Derks aan de Steegkamp de resten van een Romeinse castor- of jachtbeker. Ook op andere plaatsen werden resten van Romeins aardewerk aangetroffen. In vrijwel de gehele Castenray se bodem is geen archeologisch onderzoek gedaan.] Een verklaring die veel waarschijnlijker is, gaat terug op de oudst bekende vorm van de huidige naam Castenray, namelijk Kasterloe (uit 1409). Die zou dan gelezen moeten worden als 'Kas-ter-loeHet eerste deel, 'kaszou verwijzen naar 'eik(zoals het Duitse woord 'kasof 'kas op zijn beurt waarschijnlijk ontleend aan het Latijn: 'forestis casninusdat eikenbos betekent), het tweede deel 'ternaar het Oud-Germaanse woord voor 'boomnog terug te vinden in het Zuid Limburgse dialectwoord 'heulentèr(vlierboom), en het laatste deel 'loenaar 'looeen bewoonde en min of meer open plek in een bos. Castenray: een open plek in het eikenbos. In de Schans van 12 februari 2003 besteedden we al uitgebreid aandacht aan enkele meningen over de herkomst van de naam 'Castenray'. Vóór 1798 kwam de oervorm van onze plaatsnaam in geschriften en op oude kaarten in verschillende varianten voor: Kasterloe (1409), Casterloo en Casterlo (1601), Caslou (1652 Jac Muiier), Kastloe, Castelo. De naam Castenray of Kastenraai is slechts ongeveer 200 jaar oud, zo denken sommigen. In 1798 duikt de naam plotseling op in de gemeentelijke administratie. Om niet nader omschreven redenen werd onze oorspronkelijke dorpsnaam door het gemeentebestuur omgezet in Kastenraai. Zo meent althans amateur-toponymist Gérard Lucassen. (wordt vervolgd) 21 Hst Silveren Swaentje -1" jtT -

Castenrays dorpsblad De Schans | 2007 | | pagina 21