de herdenkingsdag nog thuisbezorgd. Wel mochten de Indiëgangers en familie van de overledenen een eerste exemplaar van het gepresenteerde boek in ontvangst nemen. De auteurs Toon Kuijpers en Jan Strijbos hadden gezorgd voor een rijkelijk van foto's voorzien boekwerk, waarin met name de persoonlijke belevenissen van de Indiëgangers goed tot uitdrukking komen. Overigens was het boek De zes nog in leven zijnde Indiëgangers hebben de eerste exemplaren van het boek ontvangen. Foto: Hay Strijbos. Na het nuttigen van belegde broodjes was er voor de aanwezigen ruim de tijd om ervaringen uit te wisselen en de uitgebreide expositie te bezichtigen. En vervolgens was het tijd voor de kerkdienst. De erewacht van het Regiment van Heutsz had zich al bij de ingang van de kerk geposteerd. Prachtig muzikaal opgeluisterd door de Castenrayse koren werd het een zeer indrukwekkende herdenkingsdienst, waarin onder meer kleinkinderen van Indiëgangers gedichten voordroegen. Ademloos luisterden de kerkgangers naar de toespraak van Henny Meijer, waarnemend voorzitter van de Bond van Wapenbroeders Venray e.o. Hij benadrukte nog eens de zware last die oorlogsveteranen na hun thuiskomst met zich meedragen. Zo zwaar zelfs dat velen niet meer de kracht hebben om er mee verder te leven. Als voorbeeld gaf hij de Vietnamoorlog, waarin 64.000 Amerikanen sneuvelden, terwijl er meer dan 100.000 veteranen na die oorlog zelf voor de dood kozen. Tegen het einde van de kerkdienst trok de fanfare Dorpsklank, voorafgegaan door de mannen van de erewacht, met een processiemars de bomvolle kerk binnen. Onder muzikale klanken begaf het hele gevolg zich naar het dorpsplein, waar de onthulling en inzegening van het Indiëmonument plaatsvond. Drie kinderen van de basisschool posteerden zich met de Nederlandse driekleur achter het met een doek bedekte monument, terwijl de militairen van het Regiment van Heutsz naast het kunstwerk de erewacht vormden. In zijn openingswoord gaf voorzitter Jan Strijbos aan dat de Indiëgangers niet alleen een herdenking verdienen, maar ook een permanent aandenken. Hij refereerde daarbij aan de gevoelens van de Indiëgangers bij het jaarlijkse eerbetoon dat onze Amerikaanse, Britse en Canadese bevrijders ten deel valt. Voor de Indiëgangers was er nauwelijks erkenning, laat staan eerbetoon. Het heemkundig genootschap wilde ook meer voor dorpsgenoot Gerrit Arts, die het moet doen met een witgeverfd kruis op een ereveld hier vele duizenden kilometers vandaan. De heemkundegroep wilde een monument dat symbool zou staan voor vreugde, maar ook voor verdriet en ellende; voor alle gevaren en inspanningen; voor het taaie doorzettingsvermogen en de soms gortdroge humor; voor de vindingrijkheid en kameraadschap. Een permanente herinnering aan een periode die niet vergeten mag worden. De voorzitter sprak de hoop uit dat het monument ook zou staan voor vrede, veiligheid en stabiliteit in de wereld en voor broederschap, tolerantie en solidariteit onder alle volkeren. Na een muzikaal intermezzo van de fanfare werd het monument onthuld door de zes nog in leven zijnde Indiëgangers uit Castenray. Namens hen mochten Sjeng Cox en Mart Strijbos de rode strik losmaken en het witte doek verwijderen. Vervolgens brachten twaalf basisschoolleerlingen een bloemenhulde door voor elke Indiëganger een roos in een vaas te plaatsen. Eén witte voor de nog dezelfde dag op zo'n vijftien exemplaren na uitverkocht. 13

Castenrays dorpsblad De Schans | 2007 | | pagina 13