In 1900 kreeg het echtpaar weer een dochter en ze gaven haar eveneens de naam Huberdina (Dina),
naar het overleden meisje. Deze Dina trouwde later met Antoon Strijbos (Klaen Tóntje). Zij waren
de ouders van onder meer Wim en Gerrit die nog in Castenray wonen.
In 1903 werd Gerardus (Sir) geboren. Hij werd later chauffeur bij bisschop Lemmens van
Roermond.
Op 5 mei 1909 trok het hele gezin van Geijsteren naar 't Schoor, waar ze zich vestigden in de
boerderij waar nu nog Mi a Volleberg-Kemmelings en haar man wonen. Mia, zeer bedankt voor
deze informatie.
Gewoonten en gebruiken rond 1900 - deel 3
Vervolg februari
Op 24 februari, het feest van Sint Matthias, werd er in Castenray een winterkermis gehouden. Er
werd dan niet gewerkt en men vierde die dag als een 'hoeëge zondag'. Veel boerenmensen uit
naburige dorpen kwamen naar onze parochiekerk om te bidden tot Sint Matthias, onze
parochieheilige. Men bad dan 'vur de vaerkes, de koewe en de paerd.' Omdat de kans op nachtvorst
minder werd, zocht men dan het zaaigoed uit en begon men op het feest van Sint Matthias op veel
plaatsen met het ploegen op de hoge gronden. Heel ouderwetse boeren trokken bij die gelegenheid
hun onderbroek uit en ploegden ze onder. Men had deze broek dan de hele winter aangehad zonder
zich te verschonen en met het feest van Sint Matthias was het tijd voor een nieuwe.
Maart
Op 17 maart werd het feest gevierd van de H. Gertrudis, de patrones van de kerk in Oirlo. Op die
dag waren de diensten in de kerk zoals op zondag, maar niet iedereen hield dan zondag. Dit was wel
het geval bij de inwoners van de Kerkhoek en bij de 'Paulussenuit Klein Oirlo (Lei, Wullem,
Petran en Ties). Zij bezochten dan hun familieleden in Oirlo en hielden op die dag ook zondag.
De H. Gertrudis werd vereerd tot wering van ongedierte, zoals ratten en muizen. (Op de staf van het
Gertrudisbeeld in de Oirlose kerk zijn muizen afgebeeld.) Hiertoe was gezegend water in de kerk
verkrijgbaar uit emmers die op het Maria-altaar stonden. Er was veel vraag naar dit water. Er
kwamen zelfs mensen uit de Meierij ter bedevaart met een klein 'tuitje(kannetje) aan een riem op
de rug. In die tijd werd eens door iemand uit de Meierij aan de Pastoor gevraagd op welke manier
hij dit water moest gebruiken. De pastoor antwoordde dat hij de muizen er van moest laten drinken.
Op 25 maart was het feest van Maria Boodschap. De diensten in de kerk waren als op zondag
(vroegmis, Hoogmis en Lof). Meestal viel deze feestdag in de vastentijd. Er waren geen
trouwpartijen, evenmin als in de adventstijd (de vier weken voor Kerstmis).
De vasten duurde veertig dagen, van Aswoensdag tot de zaterdag voor Pasen om twaalf uur 's
middags. De kerkelijke wet schreef het volgende voor: 'Verplicht tot vasten is iedereen die zijn
eenentwintigste jaar bereikt heeft en zijn zestigste levensjaar nog niet is ingetreden en niet door
ziekte, zware arbeid of andere wettige reden ontslagen is.
Eén keer per dag mocht een volle maaltijd gebruikt worden. Over het algemeen at men op een dag
ongeveer de helft van wat men anders at. Door het hele jaar heen waren alle vrijdagen
onthoudingsdagen.
Het pand van de familie Jakobs, gefotografeerd vanuit de kerktoren. Links de Castenrayse Straat
(nu Lollebeekweg) en rechts de Venrayseweg (nu
Horsterweg). Rechts in de hoek is nog net een
stukje te zien van café van Rhee, nu het Chinees-
Indisch restaurant
Er mocht dan geen vlees of vleesjus gegeten worden.
Meestal werd dan vis gegeten. De visboer kwam
vroeger in Castenray langs de deur en deed dan
