pastoor van Castenray werd, was een van die schaatsliefhebbers en hij zette rond 1930 een groep
jongeren aan om het dichtgegroeide deel voor de visvijver uit te baggeren. Met man en macht
gingen de 13-, 14- en 15-jarigen aan de slag en een flink stuk werd door hen uitgebaggerd, maar
het was voor deze jeugd toch onbegonnen werk.
Het gedeelte van 't Broek met de visvijver was voor de Tweede Wereldoorlog eigendom van
Smitten Tieske'van de familie van deMunckhof uit Horst. Deze adviseerde Bertje van Rhee,
die hij kende van de jacht, om in 't Broek schaatsbanen aan te leggen en er chocolademelk e.d. te
verkopen. Ook rector Verheggen stimuleerde dat idee en rond 1932 sloot Bertje van Rhee een
pachtovereenkomst met 'Smitten TieskeWerkend vanuit een roeibootje werden de schaatsbanen
handmatig stukje bij beetje uitgebaggerd. De bagger en het riet werden links en rechts op een
hoop gegooid, zodat er over de gehele lengte van de baan langgerekte eilandjes ontstonden. De
familie van Rhee slaagde er binnen een paar jaar in om enkele schaatsbanen aan te leggen en de
visvijver te vergroten, zodat de banen ter hoogte van het eilandje met de schuilhut uitkwamen op
een grote, rietvrije waterplas.
Met het invallen van de vorst kon er geschaatst worden. In het begin gratis, maar toen het allengs
drukker werd moest er entree betaald worden. Eerst 15 cent en later een kwartje.
Na de oorlog verliep het pachtcontract met de familie van Rhee. Het schaatswater werd in
1946/1947 van de familie van de Munckhof gekocht door Thei Jakobs en Hein Steeghs. Zij
lieten door de gebroeders van de Pasch de zogenoemde 'lange baanaanleggen.
Dagboek van zuster Verona - deel 38
Vandaag het laatste deel van het oorlogsdagboek van zuster Verona. Zij was van de
congregatie van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid die in 1842 in Duitsland werd
opgericht. In 1876 kregen de zusters tijdens de Kulturkampf te horen dat ze hun Moederhuis
en een door hen geleid weeshuis moesten sluiten. De zusters weken uit naar Steyl en pastoor
Gerards van Oirlo haalde in 1931 enkelen van hen naar Oirlo. Zuster Verona was tijdens de
oorlogsjaren hoofd van de meisjesschool in Oirlo. Ze beschreef haar belevenissen in de laatste
oorlogsmaanden, waarbij de zusters ook een tijdlang in Castenray doorbrachten.
11 mei
Ik ben naar Horst geweest op mijn stoute schoenen. Inkopen gedaan en punten weggebracht.
Onderweg kreeg ik nog een schort en mouw, die van het klooster gestolen waren. "Ze dachten wel
dat het van de Zusters was", zei mij de vrouw. Ze gaf mij nog een glas met vlees. O.L. Heer vergeet
ons niet.
12-13 mei
De IJsheiligen hebben zich dit jaar in een hoek laten duwen. Gelukkig maar, nu wij zo weinig
brandstoffen hebben. Daags voor Pinksteren kregen wij weer het H. Sacrament in huis. Wij hadden
niet meer zoveel om het altaar klaar te maken, om H. Mis en Lof te hebben. Wij konden eerst het
nodige van de kerk, die zelf niets meer heeft, lenen. Maar op zekere dag kwamen van Moeder
Antoine en Zr. Assistent verrassingen voor de kapel en de H. Diensten. Wat waren wij blij en
dankbaar! Geregeld hebben wij iedere week H. Mis en Lof. Pater Verstappen is thuis. Hij kon niet
weg naar de Missie en daarom heeft hij tijd, wekelijks de H. Mis op onze kapel te lezen. In de
noodkerk zijn dagelijks drie H. Missen. Van het Rode Kruis hebben wij begin Augustus een
prachtig petroleumstel cadeau gekregen.
11 augustus
Kregen wij van onze pleegmoeder 'Haarlem' acht nieuwe dekens en twee oude stepdekens.
13 augustus
Een kleine theekan ('n oudgediende) in plaats van een koffiekan voor tien personen.
14 augustus
Konden wij voor het eerst najaren vier waskaarsen lenen van de koster. Wij konden 20 augustus
voor het eerst weer waskaarsen kopen. Nu prijken weer vier_kaarsen op het altaar. Dat doet iemand
goed aan het hart.
23 augustus