Dagboek van zuster Verona - deel 30.
In 1911 was de kapel reeds door kapelaan Poels van Oirlo verbouwd en vergroot. Omdat Johannes
van de Eyndt zijn bezittingen had vermaakt aan de Castenrayse kapel, kon deze uitbreiding betaald
worden uit de inkomsten van die bezittingen. Deze bestonden onder meer uit landerijen en het
Tolhuis met café (het kostershuis). Peel en Maas schrijft op 9 september 1933: Johannes v.d. Eyndt
mag hierdoor wel genoemd worden de stichter van Castenray.
Tot eerste rector werd kapelaan Gerards uit Oirlo benoemd. Hij was reeds kapelaan van de
Castenrayse kapel. In het kerkbestuur kregen zitting: W. Friesen; Jacobus Geurts; C. Kemmelings
en P. J Steeghs.
In 1921/1922 werden ook de rectoraatswoning (de latere pastorie) en de lagere school aan de
Horsterweg (toen nog Venrayseweg) gebouwd. In 1929 werd de openbare school omgezet in een
bijzondere school.
In 1925 werd rector Gerards pastoor in Oirlo en werd hij opgevolgd door rector Mulder (1925
1927). Na hem volgden rector Kuipers (1927-1932) en rector Verheggen (1932-1933). Deze laatste
werd in 1933 onze eerste pastoor toen Castenray van rectoraat verheven werd tot volledig
zelfstandige parochie. In april 1933 begon hij met de bouw van het Patronaat, thans
gemeenschapshuis De Wis.
(Volgend jaar bestaat de Parochie van de H. Matthias Castenray precies 75 jaar.)
In Peel en Maas van zaterdag 3 juni 1922 valt het volgende te lezen:
Inwijding nieuw Rectoraat en School te Castenray.
Zaterdag had te Castenray op grootsche en indrukwekkende wijze de plechtige opening en
inzegening plaats van het nieuw Rectoraat en schoolgebouw.
Om 9 uur werd door den ZEerw. Heer Rector eene plechtige Hoogmis opgedragen tot dankzegging.
Daarna volgde eene officieele eer- en huldebetooging aan den eenvoudigen en vromen priester
Gerards, waarbij hem onder een prachtigen eereboog door een tweetal jongedochters het welkom
werd toegesproken, hetgeen nog werd aangevuld met een korte toespraak van een der leden van het
Kerkbestuur.
Zichtbaar aangedaan sprak hierop de geachte Rector alle aanwezigen op dankbare wijze toe.
Na afloop dezer eerbewijzen trok men naar de versierde woning van het Hoofd der nieuwe school,
welke namens ouders en kinderen werd gehuldigd door den Z.Eerw. Rectoren hem in zijn nieuwe
werkkring de beste wenschen toesprak, waarop de Heer H. Vollebergh, Hoofd der nieuwe school, in
een kernachtige toespraak dankte.
Des namiddags om 3 uur had een plechtig Lof plaats. Hierna trok men in optocht naar de prachtig
versierde school voorafgegaan door Venray 's Fanfarecorps, gevolgd door onderwijzer met
kinderen, bruidjes, Gemeenteraad, Burgemeester, Schoolopziener, het Kamerlid Jan Poels,
Kerkbestuur, Regelingscommissie enz., alwaar bij aankomst door een paar lieve bruidjes onzen
EdAchtb. Heer Burgemeester een bloemruiker werd aangeboden onder het opzeggen van een
toepasselijk gedicht.
22 maart
Vannacht kwamen ook veel vliegtuigen over. Over duizend vliegtuigen kwamen hier vandaag weer
boven en tamelijk laag. Het waren transportvliegtuigen met zweeftoestellen. Ze hebben duizenden
soldaten gebracht tot aan de Rijn en verder. Zr. Damase en Zr. Gartraud brachten eitjes mee. Onze
kippen, aangemoedigd door de buren, legden er ieder één vandaag. Zr. Jozefïta is in Venray
geweest. Moeder Antoine was er geweest. Zij had verteld dat Zr. Vincentia, Zr. Francina en nog
meer Zusters overleden waren. Wij waren allen zeer onder de indruk. Heer, geef haar de eeuwige
rust. Roepaan zou uitgebrand zijn! O, wat jammer!
23 maart
Grote drukte overal. Boven hebben ze een kamer enigszins bewoonbaar gemaakt. Zr. Odorika en
Zr. Debora slapen er al vast. In de zusterskamer is het zodoende ruimer geworden. Wij slapen er
nog met vier Zusters en Stientje. Wij kregen vlees en balkenbrij. Om zes uur was vastenlof.
23