Dagboek van zuster Verona - deel 20.
Maandag 7 mei: Lezing door Antoon Vollebergh uit Helvoirt
over Castenray tijdens de Tweede Wereldoorlog. Aanvang
20.00 uur in gemeenschapshuis De Wis. U komt toch ook?
Met boekjes werden de mensen voorgelicht wat ze moesten doen bij een luchtaanval, waar de
schuilkelders waren, hoe gasmaskers werkten, enz.
Soms strooiden vliegtuigen fosforplaatjes of gooiden brandbommen. De nog intacte werden dan
door de L.B.D. opgeruimd. In de nacht van 8 op 9 april 1943 werd een partij brandbommen boven
het centrum van Castenray afgeworpen. Eén brandbom kwam terecht in de sacristie, waar een
beginnende brand tijdig geblust kon worden. Een andere brandbom viel door het afdak bij de
voordeur van het Patronaat. Drie brandbommen vielen in de kosterswoning, waar eveneens een
begin van brand geblust kon worden. De woningen van de weduwe Philipsen, van Ant. Dinghs en
van W. Friesen brandden geheel uit. De L.B.D. hielp bij dit soort bombardementen. Piet Martens
was onder meer uitgerust met een brandemmer en een brandhaak.
9 januari
De sneeuw ligt hier zo hoog, als in jaren niet het geval was. Wij weten, waarom het hier zo druk en
gevaarlijk was. De Duitsers trachtten bij Wanssum over de Maas te komen. Driehonderd Duitsers
zouden er over geweest zijn. Toen hebben de Engelsen aangevallen en alles vernield en gedood. Zij
zijn erg in hun schik. Niettegenstaande de koude, zijn ze urenlang boven, met en zonder kachel, met
verrekijkers. Natuurlijk hebben ze boven heel veel telefoonlijnen. De aanval in Wanssum is
voorgoed afgeslagen. De Engelsen hebben een list gebruikt. Het heeft weer veel gesneeuwd. Het is
hier in huis zeer koud.
10 januari
De sneeuw ligt buitengewoon hoog. Met moeite, natte voeten, natte klederen zijn wij naar de kerk
geweest. Onze schoolbanken bederven helemaal. Ze staan nu al maanden in regen en sneeuw. Het
Groene Kruis en het handwerklokaaltje zijn wat opgeknapt. Nu pas zijn de ramen en deuren zowat
dichtgetimmerd. Verblijdend nieuws! Wij hebben wat stukjes kachelbuis hier en daar gekregen.
Vanmiddag werd weer hard geschoten. Zr. Damase en Zr. Jozefïta kunnen hun werkzaamheden nog
niet hervatten. Ze hebben geen ruiten en geen kachels. Onze verwarming is totaal stuk.
11 januari
Een grote gebeurtenis had plaats! Twee oude kachels zijn gearriveerd. Zij zijn plechtig geplaatst!
Bij als wij zijn! De sneeuw ligt nog zeer hoog, met moeite kunnen wij levensmiddelen krijgen. Op
de auto achter het klooster brak brand uit. Wij hielpen blussen. Onze pomp stond niet stil. Met de
soldaten haalden en brachten wij water. Alles liep goed af. Dadelijk kwam een officier alles
nauwkeurig onderzoeken.
12 januari
Timmermannen, smid en schilder maakten het Groene Kruis en 't handwerklokaal kant en klaar!
De vloer enz. werd hersteld als een kapot kledingstuk. Gij kunt er makkelijk doorheen kijken. Zulke
kleinigheden! raken ons niet. Armoede maakt vindingrijk. Grote gaten in de muren werden
dichtgemaakt met... van alles! Teveel om op te noemen. Kom maar eens kijken! Wij zijn
gelukkiger dan ooit. Het is bitter koud.
13 januari
Meneer Rongen bracht onze vuile was per kar naar Sevenum. Hij bracht ons twee flessen olie mee
van Horst. Er wordt veel gepoetst. Wij kregen weer benzine.
14 januari
Twee Engelse soldaten dronken in de keuken koffie. Ze hadden een bijzondere opdracht. De laatste
boeken, schriften enz. werden uit de school gehaald en naar de zolder gebracht. Vrouw Rongen zei
dat Martin in Sevenum zeer vriendelijk was ontvangen en het hondje eveneens. Hij bracht ons van
Sevenum een groot cadeau mee: worst, vlees, balkenbrij, varkenspootje! Hoera, Gode zij dank.
O.L. Heer moge onze goede weldoeners er ruimschoots voor belonen.
15
