zijn bisschopsperiode. In zijn geboortestreek wordt hij geëerd als kindervriend en als wonderdoener,
maar vreemd genoeg vooral als kerstman. 'Vadertje Kerst' zeggen ze, als ze het over hem hebben.
Als St. Nicolaas in het jaar 342 sterft, groeit Myra uit tot een plaats, waar heel veel pelgrims komen.
Als Myra in 1087 door vijandelijke troepen belegerd wordt, brengen zeelieden de beenderen van St.
Nicolaas in veiligheid door ze te begraven in Bari in Italië. Op dat moment zijn de Spanjaarden de
baas in Bari en zo komt het dat wij denken dat Sinterklaas uit Spanje komt.
Door de tochten van de zeelieden worden de verhalen over St. Nicolaas door heel Europa verspreid
en rond 1350 wordt in ons land al op een enkele plaats het Sinterklaasfeest gevierd. Ook worden er
kerken gewijd aan de heilige.
Tegenwoordig is Sinterklaas eind november en begin december in onze samenleving niet meer weg
te denken. Ook in Castenray niet. In 1970 schrapte het Vaticaan St. Nicolaas van de lijst met
officiële heiligen, maar de kinderharten kloppen er niet minder verwachtingsvol door.
Dagboek van zuster Verona deel 7.
4 november
De keuken in Meerlo was een binnenkamer en dus tamelijk veilig. Wij sliepen op strozakken,
inderhaast voor ons klaar gemaakt. Wij aten drie keer per dag en woonden in de beste kamer. Maar
het was er koud. Vuur en licht hadden we niet. 4 November! Wij konden ons boven wassen en
verschonen. Een grote verbetering! Wij waren al wekenlang niet uit de kleren geweest. Kant en
klaar gingen wij op de strozak liggen. In Meerlo hebben wij zeer goed en warm geslapen. Drie keer
ben ik die dag van vertrek alleen op en neer naar Tienray gegaan om te halen, wat achtergebleven
was. Tienray was front, altijd in levensgevaar. Biddende ging ik, overtuigd dat ik was, dat ook de
anderen baden.
Vandaag gingen Zr. Damase en ik samen naar Tienray om nog de rest te halen. Wij kregen van de
Overste nog brood, vlees en appels. Het was een geluk dat wij op en neer konden gaan, zodoende
konden wij onze kleding en was altijd meenemen. Wij hadden H. Mis en H. Communie in de kerk.
's Avonds kwamen verschillende voltreffers in onze nabijheid. Drie gewonden, verschillende
soldaten dood en een onderwijzer. Veel schade aan de huizen.
5 november
Zondag voor het eerst geen H. Missen in Meerlo. De gehele nacht en ook overdag was het zeer
onrustig. Voortdurend werd geschoten. Wij kregen een mand appels en worst van Drika
Verstappen.
6 november
Bezoek van de koster gehad en G. Nelissen.
7 november
Alle dagen boodschappen gedaan. Voor de kost zorgden wij zelf. Er moest brood, melk, vlees, fruit
enz. gehaald worden.
8 november
Zr. Hendrina en ik zijn naar Tienray geweest. Wij hebben kaarsen, twee strokussens en brood
gehaald.
's Middags ben ik met Zr. Damase naar Klein Oirlo geweest. Meneer Pastoor was er nog altijd
gehuisvest. Hij maakt het goed en was blij dat hij iets van zijn parochianen hoorde. Martens gaven
ons boter, meel, eieren en erwten. Maasen (Maes JS) een grote kluit boter. Friesen, boter en erwten.
Maria Bots uit Oirlo brengt iedere dag een tuit melk.
Schenkingen
Van Toon van Osch uit Venray kregen we een ingelijste herinneringsplaat van het eerste doopsel in
de kapel van Castenray op 14 januari 1929. Het doopsel werd door rector Kuiper toegediend aan
Antonius Marinus Mathias van Osch, zoon van Louis van Osch en Catharina Rambags. De dopeling
is op zeer jonge leeftijd overleden en de schenker van de herinneringsplaat werd daarna geboren en
kreeg ook de naam Antoon. We danken Toon zeer voor deze prachtige herinnering. Ze zal bij
gelegenheid geëxposeerd worden.