Stichting Heemkundig Genootschap
Castenray
Maandag 20 maart: Jaarvergadering LGOG met aansluitend lezing door gemeentearchivaris drs.
Paul van Meegeren over pastoor Cluner, gehaat in Kessel en geliefd in Oirlo.
Locatie: Het Trefpunt Beukenrode Venray. Aanvang 19.30 uur.
Maandag 27 maart: Vergadering over de cultuurhistorische waardekaart in ontmoetingscentrum
De Kemphaan Venray. Aanvang 20.00 uur.
Woensdag 5 april: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur.
Boerengezegden
Mit gewaeld kriede wel 'n gaet tiggen 't dak öp!
D'n boër wert wel gries, mar nie wies. (Voor een boer blijft altijd iets te leren.)
De broeëdkaorste staeken 'm. (Het gaat hem te goed.)
Dén vroeg zaejt, dén vroeg maejt!
Zó vaal as bottermelk! (Totaal verschoten.)
Onderwijs - deel 15
Uit de notulen van een gemeenteraadsvergadering in 1935. (vervolg)
De heer van Boven is geschrokken, toen hij de agenda thuis kreeg en zag, dat er een nieuwe school
te Castenray werd gevraagd. Maar er zijn daar ook naar zijn overtuiging zaken en
omstandigheden, welke voor een katholiek pijnlijk aandoen. De menschen zijn daar in t nauw
gedreven en aldus gebracht tot dingen, die ze anders zeker niet zouden doen. Spreker acht eveneens
het beste, wat wij voorloopig kunnen doen, eene commissie te benoemen zooals door collega Millen
bedoeld. Dan is er waarschijnlijk wel een tusschenweg te vinden.
Wat de heeren willen, dat kan niet, zegt de Voorzitter. De Raad kan toch geen commissie benoemen
in verband met zaken, waar hij qua Raad geheel buiten staat.
Aangenomen, zegt de heer van Bovenmaar laten dan eenige der hier aanwezige collega 's zich
beschikbaar stellen om daar eens met de vertegenwoordigers van belanghebbenden en de kerk- en
schoolbesturen te gaan praten. We kunnen daar toch nooit iets bij verliezen. En daarom steunt hij
gaarne het voorstel Millen tot aanhouding.
Dat is nergens voor noodig, zegt de Voorzitter. Bovendien is om een spoedige behandeling verzocht
en Burgemeester en Wethouders handhaven in elk geval hun voorstel.
De heer Odenhoven zegt, dat het bekend is - hij heeft dan ook met nog vier andere Raadsleden
tegengestemd - dat hij een tegenstander was van de omzetting onzer laatste openbare school, de
school Heyde, in een bijzondere. Met hart en ziel zou hij het hebben toegejuicht, als we die eene
school als openbare hadden mogen behouden. Het kan immers voorkomen, dat ouders, katholieke
ouders zelfs, om een of andere reden hun kinderen niet wenschen te sturen naar hun bijzondere
katholieke school. En waar moeten die dan nu naar toe? Toen hij als wethouder dat bezwaar
opperde, kreeg hij ten antwoord: wij mogen er niet tegen zijn, want alle stukken zijn in orde. En nu
dat hier ook het geval is, kunnen we dan eigenlijk wel onze medewerking weigeren? De Voorzitter
zelfheeft altijd gezegd, dat het dan niet kon. Met den heer Steeghs is hij verder van oordeel, dat, als
de meisjesschool in Oirlo er nog niet was, ze er waarschijnlijk wel nooit meer zou komen.
De Voorzitter zegt, dat het verschil tusschen beide aanvragen toch duidelijk is.
De heer Vermeulen heeft geconstateerd, dat in de door de ouders der kinderen onderteekende
verklaring radeeringen hebben plaats gehad. Waar nu staat "neutrale bijzondere school heeft iets
anders gestaan. Heeft die verandering plaats gehad vóór de onderteekening? Spreker meent te
weten - hij heeft zich daarvan persoonlijk overtuigd - dat velen der onderteekenaren in de meening
ticfitrng fjccmftunSig 6enootsc6a
Cqstcnrqy