ingepakt tegen de felle vrieskou. Allen werden voorzichtig op het schip 'geladen' en in optocht ging
het naar de kerk, naar het toentertijd als noodkerk ingerichte Patronaat. Daar aangekomen ging het
naar de doopvont, waar de pastoor de dekens over het kindje weghaalde.
De pastoor echter zag alleen de voetjes. Wat bleek. De draagvrouw had het kind gedurende de hele
tocht 'op de kop' gehouden. Alles werd gecorrigeerd en de pastoor kon over het rood aangelopen
hoofdje het doopwater gieten. Daarna werd de dopeling weer bij zijn ouderlijke woning afgeleverd.
Vervolgens moest de dopeling bij Piet Smulders opgehaald worden.
Die tocht was echter veel zwaarder, want die familie woonde in een noodwoning aan de huidige
Rietweg, bijna in het 'Cassels Broek'. De paarden die van de grote weg de weg naar het Broek
insloegen, moesten tot hun buik door de sneeuw. Gelukkig had Piet Smulders voor zijn houten
woning goed geveegd, zodat het schip netjes vóór kon varen.
De twee buurvrouwen, Dora van de Pasch, de vrouw van koster Tinus Kuijpers, en Marie Weijs, de
vrouw van Handrie Dinghs stonden met hun boreling Piërre ook warmpjes ingepakt klaar om op het
schip plaats te nemen.
Weer vertrok de stoet naar de noodkerk voor
de tweede doopplechtigheid.
Alles geschiede zoals was gepland.
Ook voor de ruiterclub was het een mooie
belevenis om met veel geploeter deze dopeling
weer af te leveren bij zijn geboortehuis.
Natuurlijk waren ook de getuigen van beide
partijen, de peter en de meter, aanwezig.
Een grote groep notabelen van het dorp trok
mee met deze optocht en waren getuige van
een prachtig stuk dorpsgebeuren.
Tijdens de tocht zongen de mensen voor de nieuwgeboren prinses Marijke, maar vooral ook voor
Gerrie Kuijpers en Piërre Smulders.
Tot heden ten dage praat men over dat gebeuren uit 1947, vlak na de oorlog. Wat hebben de
Castenrayse mensen er toen met vereende krachten een mooie dag van gemaakt, met dank aan de
mensen die het schip de 'Willem Barentsz' hebben gebouwd in de bittere kou in de schuur van
Sjaan Willemssen, mijn buurman.
Verteld door Handrie Wismans aan Toon Kuijpers.
Vooijaar 1999.
15
1947. V.Ln.r.: Piet Smulders; An Smulders met dopeling 1947. De Willem Barentsz voor de timmerwerkplaats
Piërre; buurvrouw Dora Kuijpers (echtgenote van van de familie Dinghs.
Tinus); buurvrouw Dinghs (echtgenote van Handrie);
Sjaak Philipsen.
De pasgeboren Piërre Smulders wordt met de
Willem Barentsz ten doop 'gevaren'.