Doordat Castenray een gestage groei doormaakte, moest ook de kapel vergroot worden en dat gebeurde in 1911. Het kleine kapelletje met het ranke torentje dat tegen het hoge, oude priesterkoor was aangebouwd, werd gesloopt en er verrees een grotere kapel. Door de bevolkingsaanwas besloot de toenmalige bisschop van Roermond, mgr. Schrijnen, in 1921 in Castenray een rectoraat te stichten. Zo werd de kapelaan van Oirlo nu ook officieel rector van Castenray. Reeds in 1862 werd de parochie Oirlo, met dus ook Castenray, ondergebracht bij het dekenaat Horst en dit heeft geduurd tot 1932, toen de parochies Venray, Oirlo, Blitterswijck, Geysteren en Wanssum zich afscheidden van het dekenaat Horst en het dekenaat Venray werd opgericht. Het rectoraatschap betekende voor de Castenray se gemeenschap een hele ommekeer. Ook al was het dorp nog in allerlei opzichten afhankelijk van de parochie Oirlo, waartoe het nog behoorde, toch vond eveneens een grote mate van verzelfstandiging plaats en de aanzet tot volledige onafhankelijkheid was gemaakt. Zo werd in 1922 een rectoraatswoning gebouwd en kreeg het dorp een eigen priester. Deze eerste rector was kapelaan Gerards van Oirlo 1922-1925 die reeds vanaf 1911 de Castenrayse kapel bediende. Hij werd later pastoor van Oirlo en heeft deze parochie ruim veertig jaar het beste gegeven.Voordat hij in 1952 om gezondheidsredenen zijn ambt neerlegde, verrichtte hij met de herbouw van de door het oorlogsgeweld verwoeste Oirlose kerk een laatste goede daad. Voor zijn vele verdiensten voor de parochie Oirlo werd aldaar een straat naar hem genoemd: de Pastoor Gerardsstraat. Deze rector van Castenray en latere pastoor van Oirlo heeft een grote rol gespeeld in het conflict tussen de beide dorpen om het bezit van Klein Oirlo, een buurtschap grenzend aan Oirlo, Meerlo, Tienray, Horst en Castenray. Rector Gerards werd in Castenray opgevolgd door rector Mulder (1925-1927 en vervolgens kwam rector Kuipers 1927-1932 Tijdens zijn rectorschap kreeg Castenray ook het recht om in eigen kerk kinderen te dopen en overledenen op een eigen kerkhof te begraven. Dit was voor de Oirlose pastoor een financiële aderlating, want dopen en begraven leverden flink wat inkomsten op voor de parochie. Zo'n recht werd dus niet zonder slag of stoot afgestaan. Hoe het ook zij, in januari 1929 werd in Castenray het kerkhof aangelegd. In 1932 werd Richard Verheggen rector en een jaar later, in 1933 dus, werd Castenray verheven tot een geheel zelfstandige parochie en werd Richard Verheggen tot eerste pastoor van het dorp benoemd. van pastoor Gerards. Waar het rectoraat nog geen huwelijken mocht sluiten, ging ook dat recht nu over naar de Castenrayse pastoor. -12- De kleine kapel, gewijd aan de H.Matthias, stamt uit 1434. In 1485 werd het hoge priesterkoor er tegenaan gebouwd. Op deze foto van juli 1909 is de Venrayse pastoor Pascal Schmeitz te zien. De foto is gemaakt door de Rijksdienst voor Monumentenzorg Zeist. Deel van het persoonsbewijs

Castenrays dorpsblad De Schans | 2005 | | pagina 12