kwam bijna niet meer bij van het lachen en toen hij ook weer kon lachen, praatten we verder of er
niets gebeurd was en zo was het toch ook.
Van de eerste keer dat ik weer in Venray kwam, herinner ik me nog dat Teng me meenam naar de
krater van een raket, die zo'n 50 meter achter hun huis was ingeslagen. Als van zo'n V-l de
raketmotor stopte, viel er een doodse stilte en hield je je adem in tot de klap van de ontploffing
bewees dat je het overleefd had.
Intussen hadden we inkwartiering gekregen van de Engelse MPde Engelse Militaire Politie. Het
waren enkele officieren met hun oppassers en een kok, die Bert heette. Die Bert was een echte
Londenaar, a real cockney uit the Docks, het havengebied. Bert was geen kok van professie, hij was
bij de strijd om Sint Anna in Venray volkomen van de kaart geraakt, battle exhausted of bombhappy
heette dat. Dat die officieren Bert geen ander werk gaven, mag een wonder heten en dat niemand ziek
werd ook. Bert gebruikte voor de pap 's morgens regenwater uit de pomp in de bijkeuken. Het was
helemaal een viespeuk in de keuken. Gelukkig zat zowat alle eetwaar in blik. Als ik Bert namens
Moeke erop wees, dat het water uit de pomp in de bijkeuken geen drinkwater was, dan maakte hij een
wegwerpgebaar en zei "only for the officers Wij werden door Bert verwend met corned beef, met
wittebrood en lekkernijen, die hier allang niet meer te krijgen waren. Doortje en ik zijn nog altijd gek
op Shivers-orange marmalade, gemaakt van sinaasappelschillen. Op een zondagmorgen trof ik hem
aan in gesprek met onze Riet (bijna 14). Hij sprak geen Nederlands en zij geen Engels, maar ze
wezen elkaar woordjes aan in een woordenboek en verstonden elkaar uitstekend, hadden veel plezier
en konden me missen als kiespijn.
Begin december reed een jeep voor en kreeg de MP hoog bezoek. Twee stafofficieren kwamen
kwartier maken voor een hoge piet. Er moest ook voldoende plaats zijn voor de hele staf en of ik
daarbij een handje wilde helpen. Ik wees ze de weg naar de boerderijen van Grad en Ties Dinghs, van
Petje Strijbos en Thei Strijbos en de omliggende huizen, maar het was niet wat ze zochten. Wat ik
ook verzon, het was niet genoeg. "We want more zeiden ze. Ik probeerde te achterhalen om wie
het ging, maar het lukte me niet hun die naam te ontfutselen. Toen ik de naam noemde van generaal
Dempsey, lachten ze alleen maar. Deze eervolle opdracht had ik waarschijnlijk te danken aan een
eerder verzoek om te tolken. Pastoor Rieter kwam zoals gewoonlijk achterom en vroeg de MP te
spreken. Ze konden niet achterhalen wat hij van hen wilde en dus werd Tony, zo noemden ze me
altijd, erbij gehaald. Ik weet niet meer of ik de partijen heb kunnen helpen. Ik weet zelfs niet meer
waarover het ging.
De meest "eervolle" opdracht kreeg ik op nieuwjaarsdag. Voor het eerst sinds lange tijd was de
Luftwaffe in onze streek weer eens actief. Er werden verschillende Duitse vliegtuigen neergehaald en
de piloten werden opgeborgen in een krijgsgevangenenkamp. Er was er een bij Sjaan Willemssen.
Het was een open ronde plek op het erf omgeven door een rol prikkeldraad met een gewapende
schildwacht erbij. Ze kwamen me halen en vroegen of ik ook Duits kende. Natuurlijk zei ik ja, want
ik vond het spannend. Deze opdracht leek verreweg de zwaarste, maar viel achteraf reuze mee. De
Duitse piloot, een knappe vent in een lederen outfit, weigerde alle medewerking en hield zijn kiezen
op elkaar. "Tell him he can burst" luidde mijn vertaling.
Kort voor hun vertrek werden op een avond Kleef en Goch gebombardeerd. Wij stonden buiten bij de
voordeur met enkele Engelsen te kijken naar het voor ons bekende spektakel. In Fase 1 maakten
Duitse nachtjagers jacht op de pathfinders, Engelse vliegtuigen die het doel moesten markeren met
lichtkogels in diverse kleuren, die langzaam aan parachutes neerdaalden. Tegelijk namen Engelse
jagers het afweergeschut onder vuur ter bescherming van de bommenwerpers, die zich moesten
concentreren op het bombarderen. Intussen maakten Duitse nachtj agers j acht op Engelse
bommenwerpers, die aangeschoten waren en genadeloos werden neergeschoten. Ik heb er die nacht
meer dan tien geteld. Het was die nacht trouwens een zeer spectaculair schouwspel, wat natuurlijk
mede veroorzaakt werd omdat het zich relatief dichtbij afspeelde.
Het viel me ineens op, dat er geen grapjes meer gemaakt werden. Toen zei een van hen met tranen m
de ogen, dat hij zoiets nog nooit gezien had. Hij was altijd min of meer jaloers geweest op de
collega's bij de RAF, die nadat ze hun bommenlast gelost hadden, omkeerden en een uur of wat later