op hol geslagen paard. Het was echt een lugubere tocht. Ik kreeg een bijna onbedwingbare neiging
om te vluchten, om te rennen, zelfs harder dan ik kon. Gelukkig gaf de zuster het ook op en keerden
we terug naar de bewoonde wereld. We zagen niemand meer, geen Duitse en geen Engelse soldaat en
evenmin nog bewoners. Die waren allemaal al weg leek het, maar dat was niet zo. Later bleek dat er
toch wel hier en daar nog achterblijvers zich hadden verstopt. Boeren, die bleven, omdat ze hun vee
niet in de steek wilden laten met alle risico's van dien. Har van Kuijck, de smid, ook een slimmerik,
mocht blijven, omdat hij "voor de Wehrmacht werkte", zoals hij dat noemde met een vette knipoog.
Hij had zelfs een Ausweis weten te versieren.
Je mocht wat kleren, dekens, eten en drinken meenemen. Wie over kar en paard beschikte, kon meer
meenemen en wij boften, dat er voor onze spullen een plekje op de korte kar van Friesen was
ingeruimd. Nog voor we de smid passeerden, realiseerde ik me, dat ik mijn kloek met haar dertien
kuikens achter had moeten laten. De kloek was onze laatste witte leghorn, die ik in de voorbije
zomer op eieren had mogen zetten. De kuikens waren intussen al hele hennen, prachtige
Barnevelders, die eerstdaags aan de leg zouden raken. Huis kwijt, bed kwijt, kuikens kwijt, alles
kwijt en geen idee waar we die nacht zouden slapen en de vraag of we ons zo vertrouwde huis nog
ooit zouden terug zien. Dat alles schoot door me heen en toen hield ik het niet meer droog. Ik voelde
me helemaal geen zestien, maar zes.
We vertrokken richting Tienray, waar meester van de Voort woonde en ook in
Broekhuizenvorst woonde nog een collega van vader, waar we konden aankloppen. Maar zover was
vader nog lang niet. Net voorbij 'Valkenbergs Piet', liet hij stoppen. Hij zei tegen de anderen van de
groep,dat we wel weg moesten van de Duitsers, maar ze hadden er niet bij gezegd, waar we naar toe
moesten. Hij stelde voor om in Klein Oirlo te blijven, zolang het kon en dus stapte hij op Maes af en
informeerde of er bij hem nog plaats was. Sjang Maes keek wat bedenkelijk, gezien de
gezinssituatie, maar in elk geval kon dat wel voor een paar dagen, zei hijVader kon dan intussen
nog uitkijken naar een andere oplossing. Zo kwamen we bij Ties Classens terecht, een neef van
Moeke. Het was voor mij bekend terrein, want 's zomers hielp ik daar vaak op de boerderij in de
oogsttijd en met dorsen.
Wij waren niet de enigen, die bij Ties Classens onderdak hadden gevonden. Eerder waren er
al drie gezinnen van het Overbroek neergestreken, waarvan er twee voorbij het Schoor vlak bij de
brug over de Oostrumse Beek woonden. Toen de brug werd opgeblazen, werden hun boerderijen
verwoest en de omgeving veranderd in een mijnenveld.
Uit 'Achter-Caselewas de familie Versteegen gekomen. Tinus Versteegen was een broer van vrouw
Classens, "tante Truu", zeiden wij. Hij had volgens mij de lekkerste 'eigen teelt', verwerkt tot ls,e
soort van Kreykamp uit Tegelen. Ik heb er vaak van geprofiteerd.
Wij sliepen op de stal achter de koeien, maar ver genoeg van de 'gripEen voordeel van de stal
was, dat het er lekker warm was. Boven onze slaapplaats was een luik naar een ruime schuilplaats
onder het stro, waar de onderduikers zich konden verstoppen in tijden van gevaar. Dan ging er een
seintje naar boven, moest het licht uit en was spreken verboden. Ook de Joodse onderduikers, zoals
Tom de Jong, een Amsterdammer van mijn leeftijd, maakten er gebruik van. Tom was een van de
vele Joden die dank zij Hanna van de Voort uit Tienray en Nico Dohmen, haar rechterhand, en ook
dankzij vele moedige bewoners van Klein Oirlo en Castenray aan de Holocaust konden ontsnappen.
Mogelijk herdruk 'Sporen die bleven'
Het boek 'Sporen die bleven', dat in opdracht van de Stichting Herdenking Deportatie Oktober 1944
Noord- en Midden-Limburg door dr. Fred Cammaert geschreven werd, gaat mogelijk in herdruk. De
3500 exemplaren van de eerste druk zijn reeds lang alle uitverkocht en sindsdien komen er bij de
Stichting steeds meer verzoeken binnen om het boek te herdrukken. Wanneer dit door zou gaan,
wordt het een paperbackuitgave die 20,- gaat kosten. De Stichting wil graag concreet weten wie
belangstelling heeft voor de herdruk. Wanneer u een boek wilt bestellen, dan kunt u dit doorgeven
aan Jan Strijbos tel. 0478-571677.
-7-