RESTAURATIE KERKGEBOUW Kjrfcöestuur Castenray Anekdote over Sjaak van Rhee - deel 5 (slot) Die nacht kon hij niet slapen. Van ongerustheid lag hij te draaien in zijn bed. Was hij maar niet in de toren geklommen. Had hij dat luik maar niet los gemaakt. Er spookten allerlei vragen en allerlei oplossingen door zijn hoofd. Ergens was er iets dat hij niet eerlijk van zichzelf vond. Hij moest er iets mee doen, maar wat? Tegen de morgen had hij een oplossing gevonden, waar hij vrede mee kon hebben. Hij wist het. Eerlijk duurt het langst, had hij in de school en thuis geleerd. Na de mis van half acht en voordat de school om kwart voor negen begon, beidé hij aan bij de pastorie en vroeg aan juffrouw van Sas, zoals de pastoorsmaat heette, de pastoor te spreken. Pastoor Verheggen, die al achter de 'maad' stond te luisteren, zei tegen Sjaak dat hij maar even moest binnenkomen in de salon. Met lood in de schoenen en met kloppend hart liep Sjaak de deftige kamer binnen, waar het altijd een beetje heilig rook en wachtte, met de armen over elkaar, op de dingen die gingen gebeuren. "Bk denk", begon de pastoor, "dat ik wel weet watje komt doen. Ik denk dat het iets met het kerkdak van doen heeft." "Ja, mijnheer de pastoor", zei Sjaak met trillende stem, "maar ik kon er niets aan doen." De pastoor dacht heel diep na. "Ik heb een heel goede oplossing voor dit soort zaken", zei de pastoor, quasi boos. Sjaak zag de dikte van de stok, die de pastoor zou gebruiken om hem te straffen, al voor zich. "Woensdagmiddag", vervolgde de pastoor zijn toespraak, "kom jij naar de pastorie en moet je voor mij een emmer kersen plukken van de boom in mijn tuin, echte spekkersen, waar de spreeuwen zo belust op zijn." "Dat is goed, mijnheer pastoor", zei Sjaak haastig, ik zal er zijn en ik pluk wel twee emmers vol." "Afgesproken", zei de pastoor "en dat dak van de kerk blijft een geheimpje tussen jou en mij, vind je dat goed?" "Oh, ja, mijnheer pastoor, ons geheimpje", herhaalde Sjaak en nam hartelijk afscheid van de pastoor. Nadat de maad hem had uitgelaten, wist hij zich van blijdschap geen raad. Hij vond de pastoor een prachtkerel en dacht: "Daar zal ik eens flink wat kersen voor gaan plukken" en rende tevreden naar school, waar hij nog precies op tijd aankwam om in de rij staand de woorden van meester Vollebergh te horen: "Armen over elkaar en de monden dicht." Achter elkaar schuifelde de ene rij na de ander de school in, hingen hun jasje aan de kapstok, plaatsten hun klompen daaronder en gingen ieder in het eigen lokaal in de banken zitten. De meest tevreden jongen van die dag was ongetwijfeld Sjaak van Rhee. Dagen lang was dit gebeuren het gesprek van de dag in het dorp. Men kon maar niet begrijpen dat het luik, dat zo goed vast zat, zo spontaan naar beneden kon komen. Pastoor Verheggen en Sjaak van Rhee wisten dat maar al te goed, doch hebben er toen, zoals afgesproken, maar wijselijk over gezwegen. Het was immers hun geheimpje. Thuis heeft hij er nooit iets over gezegd. Jaren later heeft hij het aan zijn ambachtschoolvriend, Jan Vissers, verteld. Het kerkbestuur heeft er met enige spoed voor gezorgd, dat de schade aan de daken werd gerepareerd en dat het luik weer op zijn plaats werd bevestigd. Of hij nog ooit alleen stiekem in de toren is geklommen? Waarschijnlijk niet. Naast de twee volle emmers kersen die hij voor de pastoor had geplukt, had hij ook zijn buikje lekker rond mogen eten van de spekkersen van de pastoor. Wat een voorrecht in die tijd. Jaren later heeft Sjaak van Rhee als elektricien de eerste geluidsinstallatie in de St. Matthiaskerk in Castenray mogen installeren. Verteld door Jan Vissers. Opgeschreven door Toon Kuijpers januari 2002.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 6