RESTAURATIE KERKGEBOUW
%er£J?estuur Castenray
Donderdag 25 november: Vergadering bij Pieter Maes. Aanvang 15.00 uur.
Restauratievorderingen
Door de regenachtige dagen van de afgelopen week zijn de werkzaamheden aan het dak enigszins
vertraagd, maar we lagen ook wat voor op het schema. Nu is er binnen gewerkt aan de houten
loopbrug boven de gewelven. Rotte planken zijn vervangen en er is volgens ARBO-voorschrift een
degelijke leuning langs het looppad aangebracht.
Wind en weder dienende zal de restauratie van onze kerk volgens plan voor kerstmis afgerond zijn.
Financiële bijdrage
Van Jos Vollebergh uit Malden ontvingen we een mooie gift, waarvoor onze hartelijke dank.
Anekdote over Sjaak van Rhee - deel 3
In noordelijke richting lag de 'tarweg' naar Venray. Daaraan lagen rechts alleen de woningen van
Wismans Sef en Heiligers Petrénneske, wiens vrouw Han, een snoep- en fruit-(uit eigen
tuin)winkeltje runde. Ook kon je er zoethout en voor een cent per vel, snoeppapier kopen. Tegenover
Han Poes, zoals vrouw Heiligers ook wel door de kwajongens scheldend genoemd werd, lag de
lagere school, waar hij dagelijks in de banken zat. Iets verderop ontwaarde hij de woningen van
Handrie Kuijpers, alias Kaös Handrie en Jacobus Geurts, alias Smulders Koeëbes. Bij Handrie
Kuijpers gingen ze in de zomerdag vaak water drinken als de schoolpomp onder het 'overdekt' het
weer eens niet deed. De vrouw van Handrie, Bertha, zette dan een emmer water met een 'schöplepel'
erin aan het gat in de heg, zodat de schoolkinderen er lekker van konden drinken.
Verder was er aan de Venrayseweg binnen zijn gezichtsveld geen bebouwing, behalve de keuterij van
de Platte, die zich Janssen schreef en waar Cox Driek woonde. Hij kende al de kinderen van dat
gezin.
Plotseling schrok hij abrupt op uit zijn gepeins. De klok sloeg vier uur. Het galmend geluid deed de
lucht trillen en zijn hoofd bijna barsten. Aan elk van de torenzijden bevonden zich drie galmgaten,
waardoor de klokken hun gelui door de Caselse dreven konden doen galmen. Nooit had hij durven
dromen, dat zo'n klok, zo'n enorm geluid kon voortbrengen. Hij zag de klepel tegen de klokkenwand
slaan. Hij herinnerde zich de les van meester Vollebergh die sprak over: "De klok horen luiden en
niet weten waar de klepel hangt."
Vanaf dit moment wist Sjaak waar de klepel hing. Hij zou het zijn leven lang niet vergeten.
Toen hij uitgekeken was en alles wat hij gezien had in zijn geheugen had opgeslagen, kroop hij naar
de gewelven. De gewelven vormden het plafond van de kerk. Hij had het vaak bewonderd als hij
tijdens de dienst 'niets te doen' had. Hij kon maar niet begrijpen dat het plafond van gemetselde
stenen door zijn eigen gewicht niet omlaag viel. Het was er donker en stoffig en er hingen
vleermuizen aan het dak. Hij kreeg een eng gevoel van binnen. Hij had wel eens gelezen over het
gedrag van vleermuizen en meester Vollebergh had er wel eens spannende verhalen over verteld,
over vampiersEven voelde hij zich eenzaam in deze donkere ruimte en hij huiverde bij de
gedachte dat de vleermuizen hem in de haren zouden vliegen of zouden aanvallen.
Weer terug in de toren klom hij weer hoger.
Hij werd gedwongen door zijn nieuwsgierigheid.
Hij hoorde en zag daar allerlei vogels, hun geluiden en de vele verschillende vogelnesten. Duiven,
kraaien en ook andere vogels hadden er hun nesten 'getummerd'. (In die tijd 'tummerden de vogels
hun nesten nog).