4 Stichting Heemkundig Genootschap Castenray -18- Vandaag, woensdag 3 november: Vergadering bij Jan Strijbos. Aanvang 19.30 uur. Zaterdag 20 november: Herdenking 60 Jaar Bevrijding en 60 Jaar Deportaties in de H.Mis van 19.00 uur met aansluitend onthulling herdenkingsplaquette voor gedeporteerden en vervolgens samenkomst in het gemeenschapshuis. Boerengezegden Mit de kneeje d'r op bliëve zitte. (Iets goed bewaken of beheren.) D'n hönning ien de kaar hebbe. (Genoeg geld verdiend hebben om niet meer te hoeven werken. Een 'kaar' is een mand of korf van gevlochten stro of biezen.) Öp ennen haaw en enne klop nor de deur gaon. (Voor elk geluid naar de deur gaan.) 'n Klaen veugelke paest genne groeëten bek. In aanwezigheid van volwassenen moeten kinderen zich rustig houden.) Enne zatlap is enne groeëte tejoloog, went hij kent alle hellegedaag. Herdenkingsmonument Zoals u wellicht gezien hebt, is het zuiltje, waarop de granieten plaquette geplaatst wordt, helemaal opgemetseld. Het staat aan de rand van het dorpsplein en is opgebouwd van Portugese keitjes, die ook elders in het plein verwerkt zijn. We danken heel bijzonder metselaar Wiel Jacobs en de helpers Gerrit Strijbos en Hay Willemssen. Verder uiteraard ook Steenhandel Kusters uit Heide, die de materialen voor de monumentjes in de zes kerkdorpen gratis geleverd heeft. Tegen het zuiltje wordt aan de voorkant een koperen plaat met de namen van de in Castenray en Klein Oirlo opgepakte mannen bevestigd. We hebben inmiddels 47 namen doorgekregen en dit aantal zal ook op de plaquette vermeld worden. Deportatieverhaal Een onderdeel van de herdenking van de razzia's en deportaties in oktober en november 1944 vormen de interviews die basisschoolleerlingen bij gedeporteerden of hun familieleden gehouden hebben. Deze verhalen komen allemaal op de website www.kerkrazzia.nl. Vandaag het interview met Jan Vollenberg door Marloes Jacobs en Marian Seegers. Het was 17 november 1944. Ik werd thuis opgepakt. Ik had een overall aan en was de kalveren aan het binnen zetten. Het was 's morgens vroeg en nog wat mistig, toen ik plotseling een paar moffen hoorde roepen dat we moesten komen. "Och wat", zei mijn vader "lop toch dur, gij verstot toch gén Duits." De moffen riepen iets over vertrekken. We deden maar of we niets hoorden. Toen werd er op mij geschoten en er vlogen een paar stenen uit de muur. Mijn vader en ik schrokken enorm en gehoorzaamden de bevelen van de soldaten. Ik moest mee, om te gaan werken in Duitsland. Ze wilden mijn vader ook meenemen. Maar ik hoorde hem zeggen: "Schiet me maar dood als je wilt, maar ik ga niet mee." Toen mocht ik mijn familie een hand geven en moest ik mee. In Klein Oirlo kwamen we met zo'n 37 mensen bij elkaar. We moesten te voet via Tienray naar Swolgen en vandaar via Broekhuizen, waar we de Maas over staken, naar Arcen. Daar kwamen we terecht bij een kolenboer. Van Arcen werden we met de tram naar Venlo gebracht. Onderweg vielen er een paar mannen uit de tram. De tram stopte en Duitse soldaten gingen de mannen met zaklampen zoeken. Ze hadden de mannen vrij snel gevonden. Dezelfde avond moesten we nog de grens over. De eerste nacht in Duitsland brachten we door in Kaldenkirchen. 's Morgens mochten we telkens met drie mannen tegelijk onze behoefte doen onder de trein met Duitse bewaking, 's Middags gingen we op ticfjtmg fjeetnUunSig Cenootscfia] Castenra? ,r« ;«*~f I - - -

Castenrays dorpsblad De Schans | 2004 | | pagina 18