Wim Eibers werd als 19-jarige Kweekschoolsfi^knt vanuit zijn woonplaats Groeningen naar
Maashees geëvacueerd. Vandaar moest hij uitwijken naar Swolgen. Bij een razzia werd hij opgepakt,
maar uiteindelijk niet gedeporteerd, omdat hij op het station in Venlo wist te ontsnappen.
Dr. Gerard Sonnemans schrijft kinder- en jeugdboeken en vervaardigt cultureel-educatief materiaal.
Daarnaast is hij professioneel en als vrijwilliger betrokken bij diverse organisaties van mensen die
terugblikken op de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook verricht hij freelance
werkzaamheden voor het Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon. Hij is bestuurslid van de
Stichting Deportatie Oktober 1944 Noord- en Midden-Limburg en ambtelijk secretaris van de
vereniging Voormalig Verzet Limburg.
De lezing op maandag 18 oktober is voor iedereen gratis toegankelijk.
Herdenking razzia's en deportaties 1944
In Leunen en Veulen zijn inmiddels de eerste herdenkingsmonumenten onthuld. Komend weekend
zijn Oirlo en Heide aan de beurt. In Oirlo zal de onthullingsceremonie op zaterdag 16 oktober om
18.15 uur beginnen, waarna aansluitend een herdenkingsdienst in de plaatselijke parochiekerk
plaatsvindt. Heide begint op zondag 17 oktober om 09.15 uur met een dienst in de kerk. Vervolgens
wordt bij de kerk het herdenkingsmonumentje onthuld.
Twee basisschoolleerlingen, Bram en Roy, waren op bezoek bij Hay Strijbos aan de Campagnestraat
en zetten de belevenissen van zijn vader, Thei Strijbos, op papier.
Algemeen
Castenray mei 1940. Nederlandse soldaten vochten voor ons land. In Castenray werden mensen
opgeroepen voor het leger. In boerderijen zaten Nederlandse soldaten. In één boerderij zat een
Duitse dokter die de Nederlanders hielp. Als de soldaten vlees nodig hadden, maakten ze gewoon een
varken dood zonder te vragen.
Razzia
1943. Op een mooie dag zaten een paar mensen bij vrienden in Klein Oirlo. Thei Strijbos zat er ook.
Rond een uur of drie kwam er een razzia. De mannen moesten allemaal mee. De moeders en de
kinderen bleven achter.
De volgende dag gingen de moeders naar de Ortskommandant in Klein Oirlo. De moeders stonden te
huilen bij de Kommandant en vroegen waar de 'Mannerwaren. De Kommandant zei niets.
De mannen moesten te voet naar Broekhuizen en de Duitse soldaten liepen mee om op te letten.
Onderweg namen ze ook andere mannen mee.
In Broekhuizen moesten ze de Maas oversteken naar Arcen. Vanuit Arcen gingen ze met een soort
tractors met karren erachter naar Venlo. Van Venlo gingen ze met veewagons naar Duitsland.
Thei Strijbos en zijn buurman Teng Dinghs waren, toen ze onderweg waren van Arcen naar Venlo,
van de tram gesprongen. Want Thei had gezegd dat hij zeker niet naar Duitsland ging en wilde
ontsnappen.
Ze gingen in het donker naar het klooster Bethanië. Daar was een kennis van Thei Strijbos. Die zou
daar wel zorgen voor een ver stopplaats. Die kennis durfde hen echter niet in het klooster te laten,
omdat daar ook Duitse monniken zaten, die hen misschien zouden verraden. Ze konden bij een boer
overnachten. Daar kregen ze eten en drinken. Ze hoorden dat er in Wellerlooi een Duitse soldaat zat,
die mensen over de Maas roeide. Ze zijn er heen gegaan in het donker. Ze hebben achter een heg
gewacht tot de Duitser zou komen. Het was bijna morgen en ze dachten: "Die Duitser komt nooit
meer. Maar de Duitser kwam net, toen ze weg wilden gaan. Ze werden over de Maas geroeid. Ze
waren snel richting huis gegaan. Ze waren twee dagen later weer thuis en de familie was blij.
Toen de Duitsers het wisten wat die Duitser deed, werd die doodgeschoten.
Ze hadden veel geluk gehad, de vader van Hay Strijbos en zijn buurman.
De dwangarbeid
De dwangarbeiders moesten werken op Duitse velden en in fabrieken en werden slecht behandeld
door de Duitsers. Op een maandag kwamen er Engelse vliegtuigen, om de Duitsers te verjagen, maar
die vochten flink terug. Door de Engelsen was alles kapot en de gevangenen moesten van de Duitsers
naar barakken. Ze moesten daar blijven tot ze waren bevrijd door de geallieerden.