"13-
De Tiendoomige Stekelbaars is in de Lollebeek en de Diepe Leng veelvuldig te zien, evenals de
Voorn. Een enkele keer wordt ook een Snoek waargenomen. Anno 2004 zit er weer vrij veel vis in
de Lollebeek.
In de zomer zie je boven de Lollebeek regelmatig de zeldzame, maar o zo mooie Weidebeekjuffer
vliegen. Deze libelachtige heeft een metaalachtig blauw lijf en zwartsatijnen vleugels. Wateijuffers
leggen hun eitjes in insnijdingen die ze vlak onder de waterspiegel in de stengels of bladeren van
oeverplanten maken. Hun nimfen kruipen later langs de stengel het water uit.
Paarden in 't Broek.
In het natuurgebied liggen enkele schrale graslanden, die vroeger agrarisch beheerd werden, maar
door Staatsbosbeheer werden aangekocht. Ze werden bij het gebied gevoegd en het beheer werd
gericht op het verschralen van de bodem. In de zeventigerjaren van de vorige eeuw kwamen er
paarden van de Castenrayse aannemersfamilie Dinghs te grazen.
Omdat de paarden een kieskeurige manier van begrazen vertonen, wordt op sommige plekken de
begroeiing heel kort gehouden, terwijl elders, waar mest ligt en waar planten groeien die de paarden
niet lusten, nauwelijks of niet begraasd wordt. Hier is een ruige begroeiing te zien.
Op de goed begraasde stukken ontwikkelen zich tal van kleinere plantensoorten, die in de ruiger
begroeide delen geen kans zouden krijgen tussen de hoog opgaande kruiden.
Een groepje wandelaars bij een wentelplaats van
de paarden. In deze zandkuil verbleven zandkevers
en zandbijen
De paarden in de winter grazend op de schrale graslanden.
Foto's HS.
Op de ruigere delen van het grasland groeien op een enkele plaats grote braamstruwelen en ook
struikjes en boompjes hebben het daar gewonnen van de grazende paarden.
Langs de bosranden en langs boomgroepen komen deze grote braamopstanden, jonge Ratelpopulieren
en Ruwe Berken steeds meer voor. Hier groeien ook hogere planten als Wilgenroosje, Havikskruid,
Kruiskruid, Boerenwormkruid, Duizendblad en de mooie Dagkoekoeksbloem.
Door de begrazing ontstaat een grote verscheidenheid aan milieuomstandigheden, waarop de flora en
fauna sterk reageren. Een biologisch zeer rijk gebied is het gevolg.
Het zilverhavergrasland heeft zich hier bijzonder ontwikkeld. Deze vegetatie bestaat uit een groot
aantal verschillende laagblijvende kruiden en grassen, zoals Klein Tasjeskruid, Zandblauwtje en
Zandraket, Akkerhoornbloem, Gewone Reigersbek en Kleine Ooievaarsbek, Klein Viltkruid,
Schapegras, Reukgras, Gewoon Struisgras, Eekhoornzwenkgras, Vroege Haver en vele andere
soorten.
Veel van de kruiden bloeien in mei en juni en kleuren het schrale grasland wit, paars en geel. Talloze
insecten bevolken dan deze weilanden. Sprinkhanen, die hier het voedsel vormen voor levendbarende
Hagedissen, springen alle kanten op. De Hagedissen voelen zich prima thuis in het zandige en warme
milieu.