Stichting Heemkundig Genootschap
Castenray
-15-
Het Kerstfeest
Nu kerstmis weer voor de deur staat, wil ons Heemkundig Genootschap u enige
achtergrondinformatie over dit sfeervolle, kerkelijke feest verstrekken.
Voor de oorsprong van het kerstfeest moeten we ver terug in onze geschiedenis naar de tijd van de
Germanen, een primitief volk, dat reeds enkele honderden jaren voor de geboorte van Jezus
Christus in ons land leefde. Rond 25 december vierden de Germaanse stammen midwinterfeesten,
die ook wel joelfeesten werden genoemd. Het waren feesten van dankbaarheid voor wat geweest
was en feesten van hoop voor wat nog komen moest. Deze feesten duurden 13 dagen en 12
nachten (van 24 december tot 6 januari) en ze sloten direct aan op de grote slachttijd. Er werd
gedurende deze feestdagen niet gewerkt, maar daarentegen wel enorm veel gegeten en gedronken.
En de Germanen brouwden in die tijd reeds een soort bier, dat met gulzige teugen litersgewijze
verdween in de dorstige kelen.
Behalve royaal eten en drinken werd er ook heel veel lawaai gemaakt, gejoeld en geschreeuwd. Dit
lawaai was bedoeld om de geesten, die tegen het einde van het jaar tevoorschijn kwamen, te
veijagen. Tijdens deze 13 dagen brandden er voortdurend grote vreugdevuren, waarop brandoffers
werden gebracht aan de goden, de geesten en de doden. Alles werd versierd met groenblijvende
takken en twijgen, die gezien werden als symbool van vruchtbaarheid en veijager van heksen,
geesten en ziekten.
Niet alleen de heidense Germanen kenden deze midwinterfeesten en symboliek, ook de Romeinen
en de Egyptenaren en nog veel meer volken vierden in de winter dit 'feest van het licht'.
Pas in het jaar 381 kwam het christelijke element om de hoek kijken. Toen namelijk koos men 25
december als de geboortedag van Christus. Voordien werd alleen zijn kruisiging, besnijdenis en
wederopstanding herdacht en gevierd. De kerk maakte op deze manier handig gebruik van de grote
populariteit van de joelfeesten, om het Christendom verder te verspreiden. Trouwens de kerk heeft
in het verleden verschillende heidense gebruiken en feesten omgezet in kerkelijke riten. Denk
bijvoorbeeld aan het feest van Vastenavond, dat eveneens zijn oorsprong vindt in feestelijkheden,
die in het begin van het jaar plaatsvonden, om de winter te verdrijven en die te maken hadden met
het weren van boze geesten en met het leven en de dood.
Lang werden de heidense feesten verguisd door de kerk, maar uiteindelijk langzaam maar zeker
overgenomen en voorzien van een christelijke signatuur.
Onze kerstboom werd ook lange tijd gezien als een heidens symbool en als overblijfsel van de
Germaanse midwinterviering. De spar stond bij veel voorchristelijke volken symbool voor groei
en bloei en verjager van heksen en boze geesten en werd derhalve lange tijd door de kerk
verboden. Pas sinds de 19e eeuw is de spar een echte traditie geworden, die in de kersttijd ook in
de kerk te vinden is. De blijvend groene boom met de lampjes stond symbool voor de terugkeer
van het licht in de lente, maar in de kerk is het een teken van het Licht van Jezus Christus.
Tegenwoordig zijn de 12 nachten van het joelfeest vervangen door de 'Kerstkring'. Dit is een
groep van kerkelijke feesten rondom Kerstmis. Deze Kerstkring begint met de feestelijke nachtmis
in de nacht van 25 december en eindigt met Driekoningen op 6 januari. Er wordt wel gezegd, dat
wie na die datum nog kerstversiering heeft hangen het onheil over zich afroept.
Een reden te meer om u allen een warm en sfeervol kerstfeest te wensen!
ticfjting IjecmftunSig ^enootsc^a:
Casttnnrp
V«ï/
r—