-16-
Net als voorheen bij de familie Van Rhee was het nu flink de handen uit de mouwen steken voor de
familie Jakobs.
Lies Jakobs: "Er moest veel werk voor gedaan worden, om er wat aan te kannen verdienen. We
kookten cacaomelk en sjouwden die samen met broodjes, koffie, thee, limonade en allerlei soorten
koek naar 7 Broek Os moe dacht overal aan te kunnen verdienen7 Avonds moest de hele boel
schoon gemaakt worden en daarnaast hadden we ook nog het werk thuis in 7 café. We beurden ook
entree, hoeveel precies kan ik me niet meer herinneren. Wel kon je vanaf drie kanten bij de ijsbanen
komen. De meesten kwamen vanaf de Horsterweg naar het ijs, maar er was ook een toegang vanaf de
Straat bij Jeuken en je kon er vanaf de Schadijker bossen komen.
Ook Jae Jakobs weet nog te vertellen, dat het zware tijden waren. "Ik heb zelf nog meegeholpen, om
de schaatsbanen te verlengen. En in de herfst moesten we het riet maaien. Dat was een hels karwei.
Vanuit een bootje maaiden we het riet en dat deden we altijd 20 laat mogelijk in het jaar, als het veel
waaide en stormde. Door de harde wind werd het afgemaaide riet naar de kant gedreven, zodat we
het gemakkelijker uit het water konden halen. Laat in de herfst stond het water ook altijd hoger
Als er ijs was, moesten we elke morgen de banen vegen. Verder moesten we bij de gemeente Venray
entreekaartjes bestellen en deze ophalen. De niet verkochte kaartjes moesten een of twee dagen later
weer teruggebracht worden en over het verkochte betaalde je dan vermakelijkheidsbelasting. Voor
elke dag was er een andere kleur kaartjes. Ik geloof dat de volwassenen f 0,50 betaalden en de
kinderen een kwartje.
Het gebeurde ook wel eens dat we zaterdags twee melkbussen chocolademelk gekookt hadden en dat
het dan nachts ging dooien. En daar zaten
we dan met de chocolademelk. Nee, je kreeg
het niet voor niets.
Jo Wijnands-Smulders heeft vroeger met haar ouders, haar zus led en haar broers Mart en Piërre in
een kleine, houten woning aan de toegangsweg naar "t Broek gewoond. Tegenwoordig heet deze weg
Rietweg. Jo werd tijdens de oorlog geboren in de kelder van het Patronaat in Castenray Deze kelder
diende in die gevaarlijke tijd voor hen als tijdelijke schuilplaats.
Na de oorlog werd er voor het gezin Smulders een kleine noodwoning gebouwd aan de zandweg naar
"t Broëk. Jo weet nog precies te vertellen hoe de indeling van het kleine, houten onderkomen was.
"Als je door de voordeur binnenkwam, stond je in een smal gangetje. Links was de w.c. en rechts de
kleine woonkeuken. Een woonkamer hadden we niet. Naast de woonkeuken lag de slaapkamer van
mijn ouders. Aan de achterkant lagen nog twee slaapkamers voor de kinderen, twee jongens en twee
meisjes. Alle vertrekken waren erg klein.
We hebben veel armoe gekend. Ik kan me niet herinneren dat we ooit speelgoed gekregen hebben.
Ze weet nog, dat er orchideeën groeiden "in de wei van Wismans Handrie. En er groeiden veel
düvelskrallen. Vólgens haar werdén dé bêssên van dé Kampérfóèliê zó genoemd. Andêrên ménen
echter dat de bessen van het Bitterzoet zo genoemd werden.
"Ik ben er al in geen jaren meer geweest. 7 Broëk is 7 Broëk nie mèr aldus Jo.
Een idyllisch plaatje op de visvijver van 't Casels
Broek. Met de waterlelies in volle bloei en de tamme
ganzen en eenden vredig rondzwemmend was het
natuurgebied een oase van rust. De eenden en ganzen
werden onder meer door Wiel Smits uitgezet. Volgens
hem had hij er op een keer wel bijna honderd 'voor de
lol' in "t Broek los gelaten.
In de roeiboot v.l.n.r Jan Strijbos (Mart zn.), Jo
Smulders, led Smulders.