-20-. Het hakhout werd gebruikt, om de sopketel en het fornuis te stoken. Steenkool was immers veel te duur in een tijd dat de mensen slechts armoe kenden. De sopketel was een grote ketel, waar de aardappelen voor de varkens in gekookt werden. Het vuur onder die grote ketel stookte men met de 'schanse'. Ook werden de 'schanse' gebruikt onder stromijten en verkocht aan de bakkers die er hun oven mee stookten. In Castenray waren dat bakker Van Rhee en 'Bekker Ties' Ties Drabbels). Ook de Oirlose bakker kreeg tegen een geringe vergoeding Castenrayse 'schanse' geleverd. Peter van de Pasch: "Veel Castenrayse mensen hadden in V Broek een stukje in eigendom, om 'schansete maken. Wij hebben er veel gemaakt, totdat we in 1936 naar Overloon vertrokken. Het 'schansemakewas werk voor de wintermaanden, als het gevroren had. Alleen dan kon je in het moeras door dringen. Vlak boven het ijs sloeg je het hout af en bundelde het tot takkenbossen, de 'schanseDe stobben, waar de takken werden afgeslagen, zijn nu nog duidelijk te zien. We verkochten de 'schansevoor f 0,10 per stuk. Ik weet nog dat de bakker uit Overloon voor f 2,50 een hele vracht kwam halen. Het hout moest dan wel goed droog zijn en er moesten de nodige dikke knuppels inzitten, anders hoefde men ze niet. In Castenray maakte men prima 'schanse' met veel dikke knuppels. Volgens Wiel Smits werden de schansen met ijzeren haken opgetild en uit het broekbos gedragen. De Lollebeek, die vroeger nog dwars door het gebied stroomde, moest worden overgestoken. Over de beek had men enkele palen gelegd, waarop schansen lagen. Daar moest men dan met twee schansen aan de haken overheen lopen naar de kar, die soms een heel eind weg stond. Mart Strijbos vertelde dat de 'schanse' voornamelijk gemaakt werden van elzenhout. "Om zo d schans draaiden we een zogenaamde wisom de takken te kunnen bundelen. Zo wis werd gemaakt van twijgen, die we sneden van een wilg of een eik. Dat gebeurde vooral in het begin van de lente, als de twijgen nog buigzaam waren en ze goed hun schil behielden. Deze twijgen werden in elkaar gedraaid en om de takkenbos gebonden. We zeiden vroeger altijd: 'Enne steel en enne wis, dén sneejde wor ie is.De steel van bijvoorbeeld een bezem of een schoffel maakten we vroeger ook zelf van een stevige knuppel uit het Broek. Die sneed of sloeg je af waar hij groeide. Dat stond iedereen vrij. Ook Wiel Smits heeft nog heel wat 'wissen' gedraaid. "Je moest de twijgen eerst goed draaien, zodat ze soepel werden. Dan maakte je er aan een uiteinde een oog aan, trok de twijg onder de schans door en deed het andere uiteinde door het oog. De twijg werd vervolgens flink aangetrokken en door middel van een knoop stevig vastgebonden en klaar was de schans. Twee oude gezegden zijn afgeleid van T schanse maken: 'Dén kos wisse sneeje!'. Dat betekent: Die kon maken, dat hij weg kwam! 'Dén Caselse het génne schans te wenneg' - Die Castenrayer heeft een prima verstand. Sinds er in Castenray 'schanse' gemaakt werden, heeft het dorp iets met deze gebundelde takkenbossen gehad. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog werden de inwoners in de vastenaovendperiode 'Schanseknuppels' genoemd, vanwege de dikke knuppels in de Castenrayse schanse en de in 1956 opgerichte carnavalsvereniging nam deze naam uiteraard over. Het in 1949 uitgegeven thuisfrontblad voor de Castenrayse Indiëgangers kreeg de naam 'De Knuppel' en dat is ook de naam van het verenigingsbulletin van de carnavalsclub. Het Castenrayse dorpsblad heet 'De Schans' en de basisschool 'De Stek'. Het in 1986 gerenoveerde gemeenschapshuis kreeg de naam 'De Wis'. In Castenray staat een 'schans' voor stevigheid, saamhorigheid, hechtheid, verbondenheid en karakter. Het moet een afspiegeling zijn van de Castenrayse gemeenschap. Wat nu nog ontbreekt, is een bronzen beeld van een schansenmaker midden op het in 2003 vernieuwde dorsplein. Zaterdag 6 september: Viering 70 jarig bestaan van onze parochie. Officiële opening dorpsplein.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2003 | | pagina 20