-14- Thej mit d'n Trekbuul', Thei Buddiger, zong dit lied altijd uit volle borst en met veel overgave, als hij in t Broek 'an 't beekvaege de beken aan het schoonmaken, was. Heel vroeger bestond vrijwel heel Castenray uit onontgonnen, ruig begroeid land. Naar het schijnt waren de Romeinen de eersten, die hier kleinschalig begonnen met het ontginnen van de woeste gronden en het rooien van bossen. Na het jaar 700 gebeurden de ontginningen en het rooien van bossen grootschaliger. De naam Castenray zou deels afgeleid kunnen zijn van deze ontginningen of 'rodes'. Ray of rooy wijst in ieder geval op ontginningen in deze streek. Ook de oorspronkelijke naam met de uitgang -lo oi-loe, Casterlo/Kasterloe, duidt op een locatie met veel bos. Langzaam maar zeker brachten de weinige mensen die er woonden het land stukje bij beetje in cultuur. Bomen en struiken werden voor en na gerooid en heideplaggen werden afgestoken. De magere zandgrond werd enigszins vruchtbaar gemaakt met de mest van de dieren. Daar waar de grond moerassig was, het men de situatie veelal zoals ze was. Rond de 17de eeuw waren vooral het grote aantal poelen en vennen in het gebied rond Venray heel opvallend. En ook Castenray kende een veengebied met natte gronden. Aan de zuidwest kant van het dorp ligt het bijna 70 hectare grote natuurreservaat 'De Castenrayse Vennen', plaatselijk ook wel 't Broek of de Paes genoemd. Deze laatste benaming hoor je vooral in het enkele kilometers zuidelijker gelegen Horst. Het Castenrayse Vennengebied (22m boven NAP) ligt als een soort kom ingeklemd tussen de in het westen gelegen Peel (3 lm boven NAP) en het oostelijk gelegen Maasdal (15 m boven NAP). Het vindt zijn oorsprong in het brede dal van de LoUebeek en een zijtak daarvan, de Diepe Leng.. Op de Tranchotkaart van 1803 staat het Cassels Broek aangegeven als beemden, drassige weilanden, die men voornamelijk gebruikte als hooiland. Rond de weilanden lagen overal houtwallen, die nu nog in het gebied zijn terug te vinden als begaanbare ruggen door het moeras. Over sommige ervan voert ook een deel van de in juni 1997 geopende wandelroute. Hier en daar zijn deze wallen begroeid met oude eiken. De beemden raakten voor en na begroeid met vochtminnende planten, struiken en bomen. (Tekst bij een foto) Uit de parochiekroniek Op 9 Oct. (1952 JS) begon een Mariatriduum om te komen tot een 2de groep personen die de persoonlijke toewijding aan O.L. Vrouw zouden doen. Woensdag 22 Oct. kwam de kapelwagen van de Oostpriesterhulp in onze parochie, waar s middags een rondgang werd gehouden voor levensmiddelen en kleding en geld. Deze rondgang slaagde uitstekend, o.a. werd aan geld een bedrag gegeven van f298,24. 5 Avonds werd in 7 Patronaat de film vertoond over het werk der Oostpriesterhulp. Er was tamelijk publiek. De leden van de Stichting Heemkundig Genootschap Castenray feliciteren onze dorpsgenoot Pieter Maes van ganser harte met zijn meer dan verdiende koninklijke onderscheiding. Zomer 1953. De Lollebeek met 'Wismans zien brugske'. Elke morgen ging Handrie Wismans in alle vroegte met het melkwagentje achter zijn fiets naar zijn weiland in 't Broek. "Wismans, wat heb je me weer vroeg wakker gemaakt", zei de pastoor steevast, wanneer Handrie met de rammelende melkbussen om half zes 's morgens de pastorie gepasseerd was. Het bruggetje lag over de Lollebeek tussen de huidige stuw en de visheuvel in. Na het bruggetje volgde een smal pad met links het struikhout van de familie Van de Pasch en rechts het struikhout van de familie Buissen uit Horst. Via dit pad bereikte je het weiland van Handrie Wismans, waarnaast ook Sjaan Willemssen een weiland had liggen. Toen Staatsbosbeheer de weilanden in eigendom kreeg, kon ook hier de natuur weer volledig bezit nemen van deze grond.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2003 | | pagina 14