overgang over een beek, of door een moeras. De volksmond houdt het echter op een kasteel en grondt
dit op het (bij de verbouwing verdwenen) bijzonder groot zuidelijk stuk van de Castenrayse kerk.
Geattendeerd mag worden, dat, gezien enkele vondsten in deze buurt en op deze lijn (Blerick-
Maashees), de oude Romeinse heerweg westelijk van de Maas, hier kan hebben gelopen. Het
dialectische woord voor Castenray is Kastele, hetgeen wijst op een oorspronkelijke benaming van
Castenlo.Hier vandaan de in Kastelsbroek, Kastelsewatere,enz.
Castenrayse Pas - Kastelsepas (of pèès): de doorgang of pas, westelijk van het Kastels Broek noemt
men de Kastelse Pas. Bedoelde men echter meer het laagliggend land langs de beek, dan zei men: de
(Kastelse) pèès (paes JS).
Castenrayse wateren - Kastelsewatere: ligt zuidelijk van Breehei Peelwaarts en sluit oostelijk aan
de Kastelsepas en Kastelsbroek. Eertijds rekende men ook deze twee gebieden erbij. Het terrein dat
erg moerassig was en verschillende plassen en vennen had, waarin zelfs enkele eilandjes, strekt zich
uit tot zuidelijk van Voorstevlies. Tot 1940 werd hier min of meer druk gevist. Ook de vogelwereld
was rijk vertegenwoordigd. Men trof er de rietschieter, de karekiet (rietlijster), de tureluur, de
grieteend, de fuut en minder de taling, reiger en blokeend aan. Watereendjes waren er eveneens in
grote getale. Zoölogisch kwam dit gebied dus vrijwel overeen met de Giezevennekes.
Lange tijd heeft een "natuurmins" (een kunstzinnig doch wat singulier iemand) hier in een hut
gewoond als een soort kluizenaar.
Castenrayse Peel - Kastelsepieël: het gehele gebied westelijk van Kastelsbroek tot de
Veulensewatere en Langerak, inbegrepen de vliezen en heide noordelijk van de grens, duidt men vaak
aan met Kastelsepieël als verzamelnaam.
Lollebeek: deze waterloop, eertijds in de Kastelsepieël bij Lol ontspringende, liep nog al flink
kronkelend noordwestelijk in de Kastelse watere, boog zich zuidwaarts en volgde de gemeentegrens.
De beek brengt zijn water langs zuid-Castenray en zuid-Kleindorp (Hier bedoelt Gerard Lemmens
Klein-Oirlo JS) door Meerlo's gebied naar de Maas. (De Lollebeek komt ter hoogte van Tienray uit
in de Molenbeek en deze mondt in Wanssum uit in de Maas JS). Thans is de Lollebeek westelijk als
waterlossing doorgetrokken tot in het gebied van de Putte, de Moost en verder oostwaarts en zijn er
eveneens heel wat kronkels uit gehaald. Lol heeft de betekenis van kringelend, bochtend, kronkelend
en zeurend wegvloeien van water, waarin losse stopstukken gras, riet, enz. meedrijven. Eertijds (door
het opstoppen van de waterloop en zich dan opnieuw een bedding erlangs zoeken?) waren door de
ontstane beekkronkels en splitsingen en weer samenvloeien van de beeklooparmen verschillende
"kleine" grenskwesties ontstaan tussen de gemeentes Venray en Horst. De herverkaveling van het
gebied van de Lollebeek, waarbij een aantal andere veranderingen, zal zeker ten nutte komen van de
gemeenschap die hier woont, bezit of werk heeft.
De bedoelde herverkaveling met de kanalisatie, uitdieping en verlegging van de Lollebeek is voor
een enkele agrariër zeker van nut geweest. Voor het natuurgebied "T Cassels Broëk" heeft deze
verkaveling echter funeste gevolgen gehad.
We hebben de afgelopen maanden volop gewerkt aan het beschrijven van een historische weergave
van 't Broek. We denken daarbij aan onderwerpen als het turfsteken, schanse maken, de visvijver en
visheuvel, uitbaggeren van de schaatsbanen, het schaatsen, onderduikers, 'Frits zien Gat', enz.
Ook hebben we een heleboel foto's van 't Broek verzameld.
Wanneer u nog oude foto's vindt, houden we ons uiteraard aanbevolen.
Over een aantal weken denken we klaar te zijn met het onderzoek naar en de beschrijving van de
historie van 't Broek. Te zijner tijd zullen we de resultaten in een aantal artikelen weergeven. Tevens
zijn we van plan, om een keer een lezing te organiseren over 't Cassels Broëk. Wellicht is dit iets
voor het volgend jaar.