-20- Oorspronkelijk is het dus waarschijnlijk geen -ray, -raai, -rode, of -rade-mam, zoals enkele gerenommeerde etymologen (kenners van woordherkomst) en toponymisten (kenners van plaatsnamen) aannamen. Aanvankelijk was het wellicht een -/o-naam, die pas door de metathesis (letteromzetting of klankverspringing) van r-l tot l-r een -re-naam werd. Jos Habets maakt in zijn boek Geschiedenis van het tegenwoordig bisdom Roermond etc. I (1875) op pag. 354 en 357 melding van de naam Castelre in 1485 en 1553. Later werd deze nieuwe uitgang gelijk gemaakt aan die van naburige -rode, -roy, -rade, -ray of - raai-namen en ging men Kastenraai en Castenray schrijven. Wellicht is deze gelijkstelling de reden voor het toenmalige gemeentebestuur geweest, om vanaf 1798 voortaan Kastenraai te schrijven. In het dialect spreken we van Cassele jawel, met dubbele s volgens het Venrays Woordenboek wat herinnert aan de oorspronkelijke vormen van onze plaatsnaam. Het laatste lid -le komt van -lo. Gaan we even terug naar Castenray. Deze -ray-namen komen we verschillende tegen. Het duidt op het rooien(roden) van bomen, van ontbossing, ontginning Venrode/Venray) Het eerste lid Casten- zou van kast(e) [graanschuur], of castanea [kastanje] kunnen komen, ware het niet dat het eerste lid oorspronkelijk Caster- was. Men zou kunnen denken dat dit caster- komt van een Romeins fort, een castrum, of van een Romeinse legerplaats, een castra. Eveneens zou het kunnen komen van een Middeleeuws kasteel, een castellum. Niet erg waarschijnlijk, want we hebben hier (nog) geen resten van Romeinse gebouwen aangetroffen en ook weten we niets van een kasteel, dat hier gestaan zou hebben. Totdat we bij onze archeologische speurtochten heel duidelijk op resten van Romeinse of Middeleeuwse gebouwen stuiten, mogen we de Romeinse of Middeleeuwse oorsprong, zoals beschreven, dus als zeer twijfelachtig bestempelen. Ook bij plaatsen met vrijwel dezelfde naam zijn geen sporen van Romeinse nederzettingen gevonden. Casterle bij Turnhout heette in 1186 nog Casterlo. Bij Hoogstraten ligt een Casterle en Kasteren ten zuiden van Eindhoven heette in de 13e eeuw eveneens Casterlo. Hier zijn nergens Romeinse sporen aangetroffen. De Belgische archeoloog H.van de Weerd tekent hierbij dan ook het volgende aan: "Kaster, Kester, Castre, ChastreEr wordt nog altijd veel te veel belang aan deze plaatsnamen gehecht, die men met Romeinse versterkingen in betrekking wil stellen... Voorzichtigheid is hier geboden. De toestand ziet er als volgt uit: (1) Dat sommige dezer plaatsnamen hun oorsprong aan een Romeinse vesting te danken hebben is mogelijk, maar nog niet bewezen. (2) Alle Kaster enz.-namen gaan zeker niet op een Romeinsche vesting terug. Dat is onder meer het geval met de Kaster- en Kesternamen van de Kempenwaar geen sperforten gelegen hebben. (3) Wat de overige plaatsnamen van deze soort betreft neme men een afwachtende houding aan totdat de opgravingen zekerheid dienaangaande zullen gebracht hebben. P.L.M.Tummers merkte het volgende op: "Een Romeinse oorsprong achten wij daarom voor Kastenraai zeer twijfelachtig". Arthur Schrijnemakers schrijft: "Ook uit een vergelijking met andere zogenaamde castra-toponiemen blijkt, dat het woord caster, kaster, of kester, bij een eventuele ontlening aan het Latijn, niet de zakelijke inhoud van fortof 'legerplaatsheeft behouden. Vermoedelijk duidde het op een bepaalde landschapsvorm. Het zal de taak van de lokaalhistorici zijn, om in de (vroegere) terreingesteldheid te Castenraai een aanknopingspunt met het 'Nederlandsewoord caster te zoeken. Was het de naam voor een brede, platte (vierkante) verhoging in het terrein? Van hem krijgt onze heemkundegroep dus huiswerk mee. Hij schrijft verder nog: "De lokale naamgeving is - althans op intensieve wijze - pas met de bewoning van dit deel van de Peel begonnen. Welnu, de dorpen aan de oostzijde van dit gebied werden pas vrij laat vanuit de naburige Maasdorpen gesticht. Daaruit blijkt dus, dat het woord caster lang in de volksmond moet hebben geleefd. In Toponymae van de Venrayse Peel, geschreven door Gerard Lemmens, kwam ik weer andere bevindingen en veronderstellingen tegen.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2003 | | pagina 20