ié
Stichting Heemkundig Genootschap
Castenray
-9-
ticfjting fjeemfcunSig Cenootscfjaj
tastenray
Woensdag 4 sept.: Vergadering bij Wim Jeuken. Aanvang 19.30 uur.
Archeologie
Op het terrein langs de A73/Henri Dunantstraat, waar het nieuwe bedrijvenpark De Hulst binnen
afzienbare tijd gerealiseerd gaat worden, vindt reeds enkele weken archeologisch onderzoek
plaats. Onder leiding van archeologen van het Archeologisch Dienstencentrum in Bunschoten
zijn leden van de Archeologische Werkgroep Venray vrijwel dagelijks naarstig op zoek naar
sporen uit een ver verleden. Aan het onderzoek wordt ook deelgenomen door Hay Strijbos, lid
van het Heemkundig Genootschap Castenray. Onlangs rondde Hay een cursus archeologie af en
hij heeft nu een pracht gelegenheid het geleerde in praktijk te brengen. Onder de uiterst
deskundige leiding van gerenomeerde archeologen doet hij een schat aan kennis en ervaring op,
waarmee onze heemkundegroep ongetwijfeld eveneens de nodige baat kan hebben.
De deelname van Hay aan de opgravingen bij De Hulst zijn het gevolg van de goede contacten
die ons genootschap onderhoudt met de Archeologische Werkgroep Venray. Deze heeft ons
onder andere bijgestaan in het bodemonderzoek aan de Diepeling.
Bij de opgravingen in Venray/Oostrum zijn onder meer grondsporen van een Germaanse en een
Romeinse nederzetting gevonden. Heel bijzonder was de vondst van een Germaans graf, waarbij
een gecremeerd lichaam in een kuil was bijgezet. Het graf maakt mogelijk deel uit van een
grafveldje uit de tijd van ongeveer 2 eeuwen voor Christus.
Het archeologisch onderzoek bij De Hulst wordt waarschijnlijk deze week afgerond.
Schenkingen
Van een inwoner van Castenray, die het werk van ons heemkundig genootschap zeer waardeert
en die reeds meerdere schenkingen gedaan heeft, ontvingen we onlangs een gift van 50,
waarvoor onze hartelijke dank.
Van de familie Van Dijck-Strijbos kregen we een aantal gespleten granaatkoppen en het
onderstuk van een granaathuls uit de Tweede Wereldoorlog aangeboden. Verder ook een oude
lepel en een drietal stenen pijpenkoppen, afkomstig van schaapherders die in het midden en het
einde van de 19e eeuw hun schapen verhandelden op het stuk grond waar Jan van Dijck de
pijpenkoppen vond.
In de beginjaren van de negentiende eeuw, zo rond 1810, was onze streek nog sterk agrarisch
getint. Op kleine gemengde bedrijfjes werd de karige kost verdiend en naast wat huisnijverheid,
waarvan de producten verkocht werden, werd er nog nauwelijks enige vorm van handel
waargenomen. Toch waren er al enkele schapenhouders die hun dieren verhandelden tot in Parijs
toe. Zij verenigden zich later tot een groep die ook de Londense markt voorzag van Noord
Limburgse schapen. Zo ontstond langzaam maar zeker de Venrayse Schaapscompagnie, die in
vérschillende landen steunpunten en handelscontacten onderhield. Ook de Oost-Europese
markten werden verkend en rond 1900 kwam men zelfs in Argentinië terecht. Ten tijde van de
Eerste Wereldoorlog en ook daarna kwam de intensieve schapenhandel aan zijn eind en werd
gezocht naar andere mogelijkheden om handel te drijven.
Uiteraard zijn we erg blij met deze tastbare tekens uit een niet onbelangrijke handelsperiode van
onze streek en zeggen de familie Van Dijck dan ook heel veel dank.
Hebt u ook voor ons belangrijke voorwerpen, foto's, informatie e.d., dan houdt ons genootschap
zich ten zeerste aanbevolen. We bewaren het voor het nageslacht.
"i"- - - -