Vader wera samen met o.a. buurman Teng Dinjhl Ties zienen Tengopgepakt. Teng zijn moeder, Drika, \Toeg hem op Teng te passen en tegen Teng zei ze bij vader te blijven. Toen ze in Venlo op de trein gezet werden, zei vader tegen Teng: "Ik ga niet naar Duitsland, we proberen op een gunstig moment te ontsnappen." De trein zette zich langzaam in beweging richting Kaldenkirchen. Er kwam wel enige snelheid in de trein, maar voor een bocht werd er vaart geminderd. Zo naderde men de Duitse grens. "Bij de volgende bocht springen we eruitzei vader tegen Teng. Teng vond het een te hachelijke onderneming en gaf dai ook te kennen, maar toen de trein weer vaart minderde, duwde vader hem pardoes de trein uit en sprong hem na. Samen rolden ze het talud af en verstopten zich zo snel mogelijk in het struikgewas. Met kloppend hart bleven ze daar enige tijd liggen, totdat de trein geheel uit het zicht verdwenen was. Uiterst behoedzaam liepen ze weer richting Venlo naar een klooster dat niet ver van de grens gelegen was. Daar werkte een broer van Piet van den Beuken en van Coba, de vrouw van Teng Dinghs Grad zienen Tengen van Miej Dinghs-van den Beuken, de vrouw van "Ties zienen Teng". Hier kregen ze onderdak en van daaruit liepen ze richting Arcen. Uiteindelijk kwamen ze na enkele omzwervingen in Wellerlooi aan Daar hoorden ze van "een goede Duitser" Fritzdie met een roeiboot vluchtelingen de Maas overzette. Zo bereikten ze de overkant. Te voet ging het verder richting Castenray, waar in de tussentijd de achtergebleven vrouwen en kinderen geëvacueerd waren. Ze wisten niet waar naartoe en begaven zich weer op weg, op zoek naar hun gezin. Na een dagenlange zoektocht werden ze uiteindelijk herenigd met hun gezin en zo liep alles gelukkig nog goed af. Niet iedereen kwam er zo genadig vanaf. Verreweg de meesten kwamen in Duitsland terecht en moesten daar onder erbarmelijke omstandigheden dwangarbeid verrichten. "Vaart kon de locomotief na vertrek uit Venlo niet maken.Eerst moesten de Kaïdenkerkerberg en een vrij scherpe bocht gepasseerd zijn. In sukkelgang en schoksgewijs werden de hindernissen genomen. Een van de inzittenden bedacht zich niet, nam de gok en liet zich door het ventilatieluilge op het dak tillen. Halsbrekende toeren waren nodig om de schuifdeur te ontgrendelen, maar het lukteOnder een regen van kogels verdwenen even later dertien man in de duisternis. Een enkeling liep licht letsel op bij de landing, maar niemand werd geraakt. Bleef het groepje aanvankelijk bijeen, uiteindelijk zouden de meesten hun eigen weg gomt Van de Castenrayse gedeporteerden heeft goddank iedereen het verblijf in Duitsland overleefd. Het noodlot trof alleen Louis Caloa, die in Castenray zat ondergedoken en tijdens de razzia s ook werd opgepakt. Hij raakte gewond toen geallieerde vliegtuigen de trein met gedeporteerden beschoten. "Na een half uur, het stationnetje van Breyell was zo-even gepasseerd, dwarrelden strookjes zilverpapier omlaag, bedoeld om de Duitse radar te storenHetzelfde ogenblik doken ongeveer zes jachtbommenwerpers naar beneden. Ze openden hei vuur over de lengte-as van de trein, die schokkend tot stilstand kwam. Opeens een geratel dat horen en zien verging. De geallieerde vliegtuigen voerden enkele aanvallen uit op de Duitse transporttrein. De piloten wisten niet dat de trein volgepakt zat met gevangenen. Er vielen doden en gewonden en enkele tientallen mannen grepen de gelegenheid te baat om te ontvluchten. Louis Calon was zwaar gewond geraakt tijdens de beschieting. Samen met andere gewonden werd bij naar de binnenplaats van een boerderij gebracht. Daar werden de gewonden op wat stro op ladders gelegd en per vrachtauto naar het ziekenhuis vervoerd. Louis Calon bezweek aan zijn verwondingen in het Sint-Corneliushospitaal van Duiken. Ook Joos Vollenberg, de zoon van meester Vollenberg raakte aan zijn pols gewond, maar dat letsel viel achteraf gelukkig mee. De overige gevangenen werden naar doorgangskampen bij Wuppertal gebracht, vanwaar ze in oorlogsfabrieken of bij boeren te werk gesteld werden. Enkele maanden later werden ze door de in Duitsland binnengetrokken geallieerden bevrijd. Sjaan Willemssen ging met Jan Gommans uit Oirlo meteen op weg naar huis en was een dag eerder in Castenray terug dan de anderen. Onderweg waren ze nog opgepakt door geallieerde militairen, omdat Jan een onderweg gevonden karabijn bij zich droeg. Ze werden voor deserteurs aangezien, maar konden na uitvoerig verhoor hun weg naar huis vervolgen. Jan Peeters Nadus ziene Janraakte een vinger kwijt bij werkzaamheden aan een spoorlijn, maar ook hij kan de nachtmerrie gelukkig nog na vertellen. Ook zijn verhaal wordt door onze stichting voor het nageslacht vastgelegd.

Castenrays dorpsblad De Schans | 2002 | | pagina 17