Stichting Heemkundig Genootschap Castenray
Op zondag 28 oktober wordt aansluitend aan de inzegening van de urnenmuur
het gedenkteken voor de twee Castenrayse oorlogsslachtoffers onthuld en
ingezegend.
Over Gerrit Arts, die op 11 april 1949 als dienstplichtig militair vlak voor zijn
22' verjaardag sneuvelde nabij Babad in het voormalige Nederlands-Indie,
hebben we al eerder uitvoerig bericht.
Over Piet van Rhee willen we dit keer iets vertellen. We hebben daarvoor
navraag gedaan bij zijn enige nog in leven zijnde directe familielid, Annie
Michels - van Rhee en bij een van zijn vrienden, Sjeng Cox.
Piet was een zoon van Bertje van Rhee, die eigenaar was van café Het Jagers
huis en tevens een bakkerij annex kruidenierswinkel dreef, dit alles in het'pand
waar nu het Chinees restaurant zit.
Evenals Hub, op wie hij qua karakter veel leek, hielp hij regelmatig mee in het
café. Hij was een vrij rustige en vriendelijke jongen, die echter ook graag plezier
maakte met zijn vriendengroep. Tot die groep behoorden o.a. Sjeng Cox Theo
Dinghs, Piet Peeters, Wiel Smits, Jan Vissers en Piet Wismans (de jongste broer
van Handrie). Met de laatste zat hij bij de Jonge Wacht, een soort verkenners-
groep in Castenray. Samen trommelden ze bij b.v. sacramentsprocessies en
gaven ze een roffel als de pastoor bij een rustaltaar de monstrans omhoog hief.
Piet was ook iemand met een goede zangstem en zong dan ook graag in het
uitstekende Jongenskoor dat Castenray voor de oorlog rijk was.
Hij was als bakkersknecht elders in de leer en kwam na zijn praktische opleiding
thuis in de bakkerij werken, samen met zijn broer Wim. Hij kwam graag onder
de mensen en met veel plezier fietste hij op zijn bakfiets Castenray rond, om
brood te bezorgen. En altijd nam hij tijd voor een praatje en had hij voor
iedereen een vriendelijk woord.
Piet had een fijne jeugd, trok graag met zijn vrienden op, scharrelde wat met de
zus van Sjeng Cox en leek een onbezorgde toekomst tegemoet te gaan. Totdat in
1940 die vreselijke oorlog uitbrak. Het was gedaan met de zorgeloosheid. Het
leven veranderde voor iedereen. Voedsel ging op de bon en samen met zijn zus
Annie moest Piet broodbonnen plakken op grote vellen, om aan meel te kunnen
komen.
Maar ook toen had de jeugd op zijn tijd wat ontspanning nodig en zo kon het
gebeuren dat Piet op een dag met zijn vrienden Sjeng Cox en Piet Peeters vertier
zocht op Grubbenvorster kermis. Het leven was tijdens de oorlogsdagen echter
wat minder uitbundig dan nu en in Grubbenvorst viel dan ook niet veel te
beleven. De 3 kameraden besloten verder te fietsen naar Venlo, waar een neef
van Piet woonde. Ze wilden hem een bezoek brengen en fietsten richting
Kaldenkerkerweg. Vlakbij het station werden ze staande gehouden door een
Stichting fjeemfiunötg 6enootscf)a
- tastenray
i
i