k-r*
DORPSRAAD CASTENRAY STAATSBOSBEHEER
- 3 -
WANDELROUTE CASTENRAYSE VENNEN
De Dorpsraad Castenray heeft in juli 1996 bij Staatsbosbeheer, de eigenaar
van de Castenrayse Vennen, een verzoek ingediend, om een wandelroute in dit
gebied aan te leggen.
Op zondag 15 september 1996 is er onder leiding van Staatsbosbeheer door de
Castenrayse mensen massaal in het gebied gewandeld. Veel positieve reacties
hebben wij hierna ontvangen.
Staatsbosbeheer heeft de Dorpsraad inmiddels laten weten dat de plannen
voor de in te richten wandelroute kunnen worden uitgevoerd.
Zoals de planning nu iaat zien, zal op 22 juni 1997 de wandelroute in
gebruik worden genomen.
Voor deze medewerking zijn wij Staatsbosbeheer zeer erkentelijk.
ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR
De Castenrayse Vennen maken deel uit van de ecologische hoofdstructuur. Dit
houdt in dat natuurgebieden zoveel mogelijk met elkaar verbonden worden en
dat aanwezige natuurwaarden worden gehandhaafd en zo mogelijk worden
uitgebreid. Dit worden ook wel ecologische verbindingszones genoemd.
De voornaamste doelen voor de Castenrayse Vennen zijn:
open houden van de veenputten
streven naar een zo natuurlijk mogelijke bosontwikkeling
variaties in hoogten van planten te bevorderen
verschraling van de graslanden nastreven
KARAKTER WANDELROUTE
De wandelroute in de Castenrayse Vennen leidt deels door nat, laag gebied
en deels door schrale graslanden. De zwarte els, de slangewortel, de gele
lis, elzezegge, waterviolier, veenmos en de koningsvaren zijn planten, die
in het natte milieu prima groeien. Ook kent het gebied verschillende
turfputten waaruit, vanaf ca. 1860 tot 1920, door Castenrayse mensen turf
werd gestoken. In de weilanden komen kale jonker, witbol, buntgras,
biggekruid en zandblauwtje voor. De schrale graslanden worden begraasd door
ponys
Zowel op het gebied van flora als fauna komen er bijzondere planten en
dieren voor.
In bepaalde tijden van het jaar zal in dit gebied met dichte schoenen of
laarzen moeten worden gewandeld, omdat het in dit lage gebied erg nat kan
zijn. Dit is karakteristiek voor dit gebied. De paden zullen zoveel
mogelijk in de oorspronkelijke staat worden gehandhaafd en worden niet
verhard. Hierdoor zal de route een wat ruig karakter behouden.
De route zal worden voorzien van de benodigde borden en/of route-paaltjes.