- 2 -
VERSLAVING f
Terwijl we in het vorige artikel gekeken hebben naar wie er allemaal drugs gebruiken, denken wc dat het nu belangrijk*
is om eens naar het begrip verslaving te kijken en alle facetten die daarbij een rol spelen.
Verslaving is een begrip wat voor veel mensen bekend klinkt maar toch ook zoiets als de ver van m n bed show is. V aak
denkt men vooral aan afhankelijkheid van bepaalde middelen danwel aan gokverslaving. Men komt nauwelijks op het idee
dat eigen dagelijks vertoond gedrag te maken kan hebben met onweerstaanbare behoeften om zoiets te doen. Hoeveel mensen
hebben niet bepaalde rituelen, en niet alleen een kop koffie of een sigaret, maar ook gedrag ais de krant s ochtends moeten
lezen voordat men lekker aan de dag kan beginnen.
Vaak horen we ook als we op bepaald gedrag worden aangesproken, dat het slechts een hardnekkige gewoonte is.
Maar wanneer is er nu eigenlijk sprake van een verslaving?
Als we naar de stadia van kennismaking met een middel of bepaald gedrag tot uiteindelijk verslavend gedrag gaan kijreen^
vallen een aantal kenmerken op.
Kennismaking: zo rond de 14 a 15 jaar maken de meeste van ons en dus ook onze kinderen kennis met drugs, dus ook
alcohol. Meestal verloopt deze kennismaking slecht. Ziek worden is geen uitzondering. Meestal bepaalt de groep of iemano
door gaat met de volgende fase.
Experimenteren: dit houdt in dat de jongere op zoek gaat naar zijn grenzen ten aanzien van dat gedrag. Hij gebruikt eens
meer of combineert/varieert net met andere middelen. Hier is het van belang dat de ouder om de hoek komt kijken. Hij/zij
zal zich open en geïnteresseerd moeten openstellen voor de ervaring van de jongere, zonder de persoon te veroordelen.
Wel zal hij de risico's van het gedrag en de grenzen die de ouder ten aanzien van het gedrag in huis stelt aan moeten geven.
Bij stiekem experimenteer gedrag bestaat een grote kans dat het middel later een rol gaat spelen in hoe om te gaan met
conflicten of met problemen.
Sociaal gebruik: dit houdt in dat de gebruiker zelf bepaald in welke situaties hij wel of juist niet wil gebruiken. De keuze
hebben om te gebruiken is hierin bepalend.
Gewoontegebruik: hierin bepaalt niet de gebruiker maar de situatie of hij wel of niet gebruikt. Het dagelijkse pilsje of
borreltje is hier een voorbeeld van. Ook vaak het softdruggebruik onder jongeren die de groepsdruk niet kunnen weerstaan
cn gebruiken omdat de groep dit doet. Langdurig gewoontegebruik leidt tot het onvermogen orn problemen goed op te
lossen (probleemoplossend vermogen).
Problematisch gebruik: er ligt een duidelijke relatie tussen een probleem en de reactie, namelijk gebruik van een drug
(ook alcohol). De gebruiker weet deze relatie ook aan te geven. Hoe vaker zoiets gebeurt, hoe verder de reden van
gebruik naar de achtergrond zal verdwijnen. Uiteindelijk gaat men over naar de volgende fase.
Verslaving: hierbij speelt de reden van gebruik geen rol meer. Zodra men nuchter is, is men bezig hoe men aan het volgende
gebruik toe kan komen. Men zit als het ware in een vicieuze cirkel. Men zal anderen moeten benaderen om hier uiteindelijk
uit te komen.
De verwarring zit hem vaak bij het gewoontegebruik. Het klinkt vaak onschuldig, maar bij langdurig gewoontegebruik
is de kans op verlies van je probleemoplossend vermogen zeer wel aanwezig.
Meer informatie over alcohol, gokken, drugs en druggebruik(ers) is te krijgen bij:
- CAD (Consultatiebureau Alcohol en Drugs) tel. 077 - 35 48 200
Stg. Synthese Unit Venray, 4
afdeling Maatschappelijk Werk of tel. 0478 - 58 31 00
afdeling Jongerenwerk tel 0478 - 58 62 45
Drugs Infolijn tel 06 - 350 120 23
MC14.YH/CH
d U1 IK
