a
cfes(Jêbeds
het altaar kan zien.
Ben der privilegies is, dat op den eersten Zondag' van elke maand processie mag
gehouden worden, waaronder men de litanie van Loreto zingt, gevolgd door de
oratie gebed) van het Rozenkransfeest.
Als leden kunnen ingeschreven worden degenen die de plechtige hernieuwing der
doopbeloften hebben gedaan. Ingeschreven moet worden de naam en voornaam vol
uit (dus niet Jan maar Johannes, niet Cato maar Catharina etc.).
De inschrijving moet door den Directeur -/.elf geschieden of minstens door zyn hand
tekening bekrachtigd worden/* r.
v,g» fe.Rieter - Directeur.
Dan volgt er een lange lijst van bijna 200 namen, allemaal lid var. deze broeder
schap. Velen van hen wonen nog in onze parochie en leven nog. Of ze de rozen
krans nog bidden betwijfel ik, We hebben er als parochie alleen nog maar het ro
zenkransgebed van over gehouden op Zaterdag in October, een kwartier voor de
H.Mis.
In hetzelfde cahier treffen we ook een ledenlijst aan van een godsdienstige ver-
.eniging die zich noemt het APOSTOLAAT DBS GEBEIDS.
Dat byna iedere (volwassen) parochiaan zich by dit apostolaat aansloot ik tel
niet minder dan 400 iedenJ - is te begrijpen als U weet dat het Apostolaat des
Gebeas niet meer en niet minder dan "een geestelijke bona van Katholieken"was,
die lederen dag* hun BIDDEN, WERKEN en LIJDEN opdroegen aan het H.Hart van Jezus
voor de uitbreiding var. Gods Ryk op aarde." Aldus de letterlijke formulering.
*n Algemene intentie in deze zin was reeds voldoende. Het was ook geen striate
organisatie. Geen vergaderingen, geen contributie. Alleen wie zich als zelatrice
opgaf verplichtte zich min of meer tot een extra lekenapostoiaat. Aan hun acti
viteit was het vooral ook te danken dat bijna iedere parochiaan zich als lid liet
inschrijven.
Vermelding dient hier ook gemaakt te
worden van het.
DEKENAAL SOCIAAL- CHARITATIEF CENTRUM
afd. CASTENRAY.
'n Deftige benaming voor wat vroeger
Vineentius-vereniging heette. Dat was
toen de "armenzorg". Het Dekenaal So
ciaal Charitatief Centrum stond echter
dichter bij het "Maatschappelijk werk"
Iedereen die in de maatschappij een beet
je moeilijk was komen te zitten, werd
door deze instelling - meestal via een
maatschappelijke werker of werkster - ge
holpen. Zo'n maatschappelijke werker of
werkster dient natuurlijk goed op de hoog
te zyn van de vele sociale wetgevingen
die in allerlei vormen bestaan. De gewo
ne leek weet daar niet van. Hem moet de
weg gewezen worden. Wanneer kom je b.v.
in aanmerking voor toepassing van de Bij
standswet, enz, enz.
Vroeger heeft de Kerk met haar eigen
liefdadigheids-instellingen veel gedaan
voor de noodlijdende mens uit onze eigen
omgeving. Nu wordt er veel van dit werk
overgenomen door de Staat met haar vele
sociale wetgevingen. Toch blijft de spon
tane gift van de particulier van groot
belang, èn voor de noodlijdende, èn voor
de blijde gever. Want voor ons geldt nog
steeds öók: "Wat ge aan de minsten der
mijnen gedaan hebt, dat hebt ge aan Mij
gedaan"l
ff 3-