2
Omdat ik in oil artikel ie?-:: wilde gaar* vertellen over het eerste prille ont
staan van ons kerkkoor, Ik beschrijf net zoals ik het vernomen heb uit d® send
van Henry Koypers, die we gerust mog? noemen, samen met enkele anderen, de pio
nier van ons mannelijk kerkelijk naspoor. Hier is z\m verhaal»
We moeten even teruggaan r de tijd waarin Castenray alleen nog mar de kleine
kapel bezat set daartegenaan het hoge priesterkoor. Dit kerkje was eigenlijk al
leen nog maar een "bijkerk"volledig afhankelijk ©n borende by de parochie Oirlo.
Om de mensen te gerieven kwaa kapelaan Gerande van Qirlo in deze kapel elke Zon
dag en elke Vrijdag een SJftt-i lezen, A j hoewel Castearay toen nog geen Rectoraat
was in de kerkrechtelijke zia van het woord - hst hs.d dus ook geen reotoraatsrech-
ieai - noemde aen kapelaan Gerards toch alvast "Rector". Hij was het echter niet,
en was dus ook als kapelaan volledig afhankelijk van zijn pastoor» Ik zeg er dit
uitdrukkelijk bij om de handelwee van zijn pastoor beter te kamen begrijpen,
's Zondagsmiddags kwam de kapelaan niet naar Castenxay, maar werd, om 5 uur door
de koster (Bubertus Kuypers, algemeen Boer genoemd} het rozenhoedje voorgebeden,
In de Vastentijd bad hij de kruisweg voor» In 19x6 (toen de grotere kapel er reeds
stond) kwam de koster op het idee om tussen elke "statie" in een vers van het be
kende "Stab&t Mater" te gaan zingen. Dat gebeurde immers in alle andere kerken
ook. Vader Kuypers en Kobus Geuxta waren lid van het koor in Oirio. 2y' kenden
dus al iets van kerkmuziek. Bij hert sloten zich a&aj Henry Kuypers, Harry Binghs
en Jac. Rambags. Ook de kapelaan werkte mee. Avond aan avónd werd er gerepeteerd.
Het viel niet mee, maar men Meld vol. £h het ging.
Raar aanleiding van dit succes kwam kap. Gerards toen op het idee os op de eerste
Vrijdagen van de maand de ÏÏ.Kis door ditzelfde koor ie laten zingen* Dat was een
hele opgave voor het kleine groepjezangersMaar na een reeks van repetities
kwam aen ten slotte beslagen ten ijs. Het was na het "Stabat Mater" een geweldige
vooruitgang. En men was maar wit trots op dit behaalde succes. -
Maar vat gébèurt er».,. Set was pastoor Royaea (van Oirle) ter ore gekomsnl M
moet gedacht hebben! "Ze gaan daas- toch niet stiekemjesweg een parochie binnen
mijn parochie oprichten'-»... Da kapelaan wordt op het matje geroepens "Waar halen
jullie het recht vandaan m dat te gaan doen. Dit is voor Castenxay uitdrukkelijk
verboden. In dat nog wel zonder ajj ook maar iets te vragen... Ook Beer Kuypers
werd op het raatje geroepen. Er werden tegenover hes zelfs dreigementen geuit....
ïosn werd het de kapelaan echter te machtig. Hy is toen namelijk naar de deken, en
mogelijk wel naar de Bisschop gegaan. 8at heeft toen geholpen. Ka een tijdje zei de
pastoor letterlijk (hjj had intuinen alykbaar begrepen dat hij dit' niet-tegen mocht
houden).» "Xing dan maar raak, -©sar hob Met het hart dat je nog verder gaat*...i -
In onze tp - tassen haakje? - sou zoiets aafctmrlyk niet meer mogelijk zjjn. De
krant zou er de nodige pittige artikeltjes over hebben geschreven, met b.v» als
opvallende kopt "Kapelaan in hoger beroep tegen zyn Pastoer*"Gastearay gediscri
mineerd door haar Pastoor"Verzin maar verder j
Een jaap later wordt Henry Kuypers - toen nog misdienaar - door de kapelaan in de
sacristie geroepen (d.w.z. achter het altaar, de plaats die toen nog als sacristie
werd gebruikt). Da kapelaan vroeg hem of bij organist- wilde worden, want straks
zo zei hjj n zou er misschien wel elke Zondag een Hoogmis gaan komen. Wat een voor
uitgang) Het kwam zover dat vader Kuypers, Kobus Geurts en Harry Kuypers, op eer»
zondagmiddag - all? cirie op èèn fiets - naar Venray togen, naar de organist van de
grote kerk, de heer Buck. Harry Kuypers krijgt les en er wordt een tweedehand shan-
soniusi gekocht (ƒ80,- voor die tyd een heel bedrag). Na het vertrek van de heer
Buek heeft hy nog een korte tijd les gehad van een zekere Welting. Later heeft de
praktijk hes verder geholpen. 4
In de jaren 1920/25 groeide het koer en werd er ijverig gerepeteerd. Vooral nadat
Gastenray in 1921/22 tot Rectoraat was verheven». In 1921 werd ook het S.Caecilia-
feest ingevoerd. Dat vierde sen toen nog twee dagen achter elkaarj Be eerste dag
op kosten van de kerk, de tweede dag heette het potverteren» Zelfs gedurende de oor
logsjaren ging dit feest door» Men bracht toen zelf bonnen, koffie/boter, suiker
enz. mee. Het was ook bescheidener. Maar het bleef - aldus H.K. - voor vele leden
de mooiste dag van het jaar»
In de 50-tiger .jaren deed men al aan meerstemmige muziek. Na de oorlog trok men
zelfs mei diverse andere niet strikt kerkelijke liederen er op uit om in de buurt
festivals op te luisteren. Se ambitie was intussen zo gegroeid dat men in 1947/48
besloot een mannenkoor cp te richten, Sr ontstond ai gauw een koor van niet minder
dan 40 ledera Ik zou aan deze gegevens van H.Kaypers willen toevoeg en dat h$ voor
al toen de grote promotor en initiatiefnemer geweest Is. Ere aan wie ere toekomtl
(wordt vervolgd.)