2
zin in een tijd van Ongeveer 25 jaar ie. dis hele 'gewoonte var biechten practisch
bijna overal, verdwenen, Sommigemensen zeggen zelfs, en men zegt Het elkaar grif
nat - "Dé biecht is afgeschaft". Toch hebben Se binscheppen en ook de priesters
dat beslist nooit, en nergens gezegd. Integendeel, In ttifeer dan een van bun geza
menlijke brieven Hebben ze in het verleden het belang onderstreept van het Sacra
ment van de boete. Terecht hebben ze in die brieven ook opgemerkt dat zonder het
Sacrament van de biecht een bron van verzoening en heil zou ontbreken. Daarbij
hebben ze ook de noodzaak bevestigd van de persoonlijke belijdenis en de persoon
lijke absolutie. Als wilt kunt U die brieven alsnog by me komen lezen. Ze wor
den zorgvuldig bewaard.
Maar hoe ie men er dan toe gekomen om ondanks dat. toch te zeggen "de biecht is
afgeschaft"? Sèn van de oorzaken is zeker geweest de invoering' van z,g. "boete
vieringen". Sommigen zijn gaan denken dat die boetevieringen de biecht kwamen
vervangen. Was dat effe 'n opluchting, voor biechteling (poenitent) en biecht
vader, de priester! Be priester die zo'n boeteviering leidde, gaf aan het slot
ook nog de absolutie. Zo leèk het tenminste, In feite was en is het niet meer
dan een bede om vergeving, zoals de priester ook uitspreekt na de gezamenlijke
schuldbelijdenis aan. het begin van elke K.Mis; "Moge de almachtige God... onze
zonden vergeven enz. De absolutie die de priester uitspreekt over de poenitent
die zijn zonden belijdt (in duidelijke woorden aan de priester bekend maakt) klin
ken heel anders; "Ik ontsla .je van je zonden in de naam"van- enz."
U zult zeggen: Worden dan. door de boeteviering onze zonden nftet vergeven?
Dan moeten we onderscheid maken: "Zware zonden" moet men biechten, moeten dus
"beleden" worden aan een biechtvader, die dan na verondersteld berouw de abso
lutie geeft en tevens poenitentie («boetedoening) oplegt.
Zonden die geen "doodzonden" zijn - we noemden ze vroeger een beetje vreemd "da
gelijkse" zonden-kunnen ook zonder ze te biechten worden vergeven, maar ze ver
onderstellen minstens berouw en een nieuw goed voornemenIk ga hier natuurlijk
geer. volledige catechismusles geven. Wel- wil ik nog ever zeggen dat het zeer
nuttig is ook de minder zware zonden te biechten, maar noodzakelijk is dit niet.
Boetevieringen zyn dus zeker een geëigend middel om vergeving te verkrijgen van
onze fouten en tekortkomingen. Ze waren en zijn echter op de allereerste plaats
bedoeld als voorbereid 1 ng op een zo waardig en bewust mogelijk ontvangen van het
Sacrament van de biecht.» Laat die boetevieringen dan ook maar rustig blijven, b»
als gewetensonderzoek èn als middel ter vergeving van kleinere fouten en tekort
komingen, Het is trouwens door het grote tekort aan priesters onmogelijk gewor
den om in een paar dagen tijd zoveel mensen in de biechtstoel te woord te staan.
Die toestand van vroeger vlak voèr Kerstmis en Pasen b.v, komt dan ook zeker
nooit meer terug. Wel zal raast de boeteviering de gelegenheid tot een pereoon-
iijke biecht moeten blijven bestaan. Het Sacrament van de biecht is dus niet
afgeschaft. Dat kan ook niet. Alle zeven Sacramenten - dut? ook het Sacrament van
de biecht - behoren namelijk tot het wezen van de Kerk, Wat Christus als er abso
luut bijhorend in Zijn Kerk gevild heeft, zal moeten blijven. Kan en mag niet wor
den afgeschaft. Wie dat vfel doet is eenvoudig geen volledig lid meer van zijn Kerk.
Juist omdat velen in ons lend denken en zegggn dat de biecht is afgeschaft, juist
daarom moest ook de biecht een agendapunt zijn de bijzondere bisschoppensynode,
"ondanks de huidige weerstand tegen de persoonlijke biecht".
Ik weet dat deze moeilijke zaak natuurlijk verband houdt met nog heel wat moeilij
ker zaken in onze tyd. Om er maar 'n paar te noemen: Voor wie niet meer in God
gelooft bestaat er vanzelfsprekend ook geen zonde meer. Bij velen is het "schuld
gevoel" verzwakt of zelfs totaal verdwenen, 't Lijkt soms alsof alles mag.
'n Bijzonder moeilijke situatie: Aan de kant van de gelovigen vrijwel geen belang
stelling meer voor de biecht. Van de kant van de bisschoppen de uitdrukkelijke
wens om weer tot 'n biechtpraktijk te komen. Daar tussenin de priesters, aan wie
wordt opgedragen de waardering voor het Sacrament van de verzoening te hersteller...
(Wordt vervolgd)