2*..,;ye C.<U,tU!e.
De weinige bezoekers ziet men daarom vooral lange de Lollebeek.
In 1972 werden op 60 verschillende dagen slechts 230 bezoekers
geteld
HISTORISCHE GE GEVE IS. r, - 1
Op de Tranchotkaart staat het gebied nog aangegeven als drassig
ueilandengebied. Rondom deze vochtige hooilanden lagen overal
houtwallenwaarvan men er heden ten dage nog verschillende kan
terugvinden als begaanbare ruggen door het moeras. Ze zijn vaak
begroeid met rijen oude eiken. Tot het einde van de vorige eeuw
bestond deze situatie. Daarna ging men turf baggeren in de beem
den. Vooral landbouwers uit Meerlo en omgeving schijnen hier veel
turf gebaggerd te nebben. Dit gebeurde als volgt; op een geschik
te plaats werd de „modder" uitgebaggerd en op de oever gedepo
neerd op een smalle, geëgaliseerde strook. Daarna werd de bagger
gladgestrekerivmet een speciale schop in de juiste afmetingen gesto
ken, en daarna liet men de natte turven enkele weken ter plaatse
drogen.
De laatste turf werd vlak na de oorlog nog gebaggerd. Thans treft
men overal in het reservaat de turf- of petgaten aan, die door
de turfwinning ontstaan zijn.
De stroken grond, die tussen de gaten in lag, liet men aan de na«
tuur over. Ze begroeiden hoofdzakelijk met els en zachte berk.
J-ot na de oorlog kapte men deze broekbossen om de paar jaar ten
behoeve van de houtwinning.
Naast de vele kleinere petgaten lagen er nog k grotere plassen
in het gebied. Op de Tranchotkaart van het begin van de vorige
eeuw stond slechts één plas aangegeven, waaruit af te leiden is,
dat de andere 3 in de vorige eeuw gegraven moeten zijn.
De plassen waren als viswater in gebruik. Men ving er o.a. snoek,
karper, oaars en paling. Rond 1920 groeiden de plassen evenwel
dicht. Vlak na de oorlog werd in de meest noordelijk gelegen een
aantal schaatsbanen uitgebaggerd. Door de opeenhoping van de bagger
ontstonden de langgerekte eilandjes, die men nu nog goed kan zien.
Toen de belangstelling voor het water - inmidd.els bekend geworden
als „Schaatswater van Van Rhee"- daalde, wisselde de plas keer op
keer van eigenaarIemand bouwde er qen zomerhuisje op een ei
land, dat kekend - staat als „VisheuVél".'' 'Zelfs een duivetil ver
scheen er. De toenmalige eigenaar liet het zomerhuisje al spoedig
liggen. De man had volgens sommigen te veel last van de muggen...
Latere eigenaars wilden van het water een roei- of visvijver
maken en êêr. wilde de plas zelfs omvormen tot eendekooi. Hier is
echter niets van terecht gekomen: men liet het water aan de na
tuur over.
FLORA EN VEGETATIE.
In het hele gebied zijntot nog toe maar liefst 267 hogere planten
gevonden, waarvan 36 bomen en struiken. Het reservaat—is zeer ge-
Inlet resert^ wieerd» wat biotopen betreft. Op éên plaats kan men b.v. binnen
j een oppervlakte van een hectare een dennebos, rietland,weiland,
tr.cn at mtesL^ut- berkenbroek, wilgenbroek, eiken-berkenboe en brandnetelvegetatie
ee^lofmdk b, oio pen. aantreffen.
Hieronder zullen slechts de meest interessantste gemeenschappen
behandeld worden.
Schaatswater.
In deze voor het overgrote deel verlande plas kan men prachtig
-2-
I
i C 'J I
f