Intussen kan het zijn nut hebben na te gaan uiat zal zijn bereikt
en uat nog to uonsen overblijft, wanneer do ld et Verontreiniging
oppervlaktewateren tot stand zal zijn gekomen.
Sommigen koesteren do verwachting dat dan -eindelijk- de mogelijk
heid zal bestaan aan de watervervuiling paal en perk te stellen en
dat een teruggang van die vervuiling dan ook te verwachten zal zijn.
Deze opvatting is slechts ten dele juist.
De mogelijkheid -in de betekenis van de bevoegdheid- der overheids
organen om tegen waterverontreiniging op te treden bestaat, zoals
hierboven werd uiteengezet, reeds in vele gevallen. De nieuwe wet
zal dus slechts de hiaten aanvullen die daarin aanwezig zijn.
Toch kan deze wet voor de bestrijding der watervervuiling zowel
moreel als materieel van veol betekenis zijn. Door haar totstand
koming wordt nadrukkelijk vastgesteld, dat het noodzakelijk is
de vervuiling van de openbare wateren krachtig tegen te gaan
iets wat tot nog tee niet algemeen werd ingezien- en wordt aan
alle beheerders van openbare wateren deze taak opgelegd.
Vormt de nieuwe wet weliswaar dc juridische grondslag voor het
optreden tegen waterverontreinigingen, of doze wet inderdaad succes
zal kunnen hebben hangt af van de toepassing ervan, zoals'"bijv.
het toezicht op de naleving van de krachtens de wet gegeven voor
schriften. Hierbij nu zullen de overheidslichamen dezelfde be
zwaren ondervinden welke zich voordoen bij de toepassing van de
thans reeds vigerende wetten en verordeningons
gebrek aan kennis, personeel en uitrusting. Zolang" daarin' niet
is voorzien, zal ook van deze nieuwe wet niet veel heil te ver
wachten zijn.
Uit; Mededelingenblad "De Minikoerie
2 juni 1972 5e jaargang nr.49
GEMEENTE BROEKHUIZEN. Verontreinigingsheffing Rijkswateren
De aanslagen conform de door de gemeenteraad op 20 maart j.l. vastge
stelde verordening zijn verzonden. Onderstaand volgt een toelichting
terzake.
Ingevolge de "üJet Verontreinigingsheffing Oppervlaktewateren", in
werking getreden op 1 december 1970, dient door de gemeente voor het
lozen^van rioolwater op de Rijkswateren (b.v. de Maas), jaarlijks een
heffing te worden betaald aan het Rijk.
Doel is, om uit het aldus te vermen fonds bijdragen te kunnen ver
strekken, voor de bouw van zuiveringsinstallaties. De miiieu-hygiëne
ligt hier dus aan ten grondslag.
Dc heffing is gebaseerd op het aantal inwoner-equivalenten;
1 rioolaansluiting van een gewone woning geeft 1x3-^ (gemiddelde
gezinssterkte) - 3-|- inwonerequivalenten. Broekhuizen met 99
aansluitingen telt dus 347 inwonerequivalenten. Broekhuizenvorst met
162 aansluitingen zijn 567 equivalenten. Het verschuldigde bedrag per
inwonerequivalsnt bedroeg voor 1971f2,-- en bedraagt voor
1972; f5,1973 on de volgende jaren geleidelijk oplopend tot ƒ10,-
a,j12,per inwonerequivalent
Deze door de gemeente in eerste instantie verschuldigde bijdrage j
kan (en voor een artikel 12 a gemeente, betekont dit MOETEN) worden
verhaald op de aangeslotenen op het riool.