- 2 - INGEZONDEN. Castenray, 5 december 1971. Geachte redaktis, Als eks-schanseknuppel deed het mij genoegen tB kunnen konstateren, dat Castenray au oak un orgaan heeft gekregen, om dé. toch al niet slechte kommunrikasio op nog ho ger peil te brengen. Uw "Schans" is un gneje zaak en wij wensen U veel sukses in Uai radaktionele arbeid. Edoch, de eigenlukke reden van ons schrijven, is dat de ingezonden brieven vara d& familie UJeys in Uw nummer van 19 november in onze familiekring aanleiding waren tot diepgaande en geaniemeerde diskussie. Het probleem is het volgende: briefschrijver, dhr. G. UJeys uit lüell 'spreekt over -zijn zus ££to (zuster Terdsilla), terwijl deze zuster Terisilla in haar schrijven doet vermoeden, dat da heer G. UJeys uit Well haar vader is. In welke hiejologische bochten wij ons ook vrongen, het is ons niet gelukt, om dit stamboomproblleom tot un akseptabele oplossing to brongon. UJant stel dat de vader van broer en zus g« en cato weys inderdaad nog ergens zou leven, dan haddon wij hierr in spekholzorheide toch zeker moeten horen van zijn waarschijnlijk plus-minus 150ste verjaardag. Of moeten we het zo zien, dat vader G. lu'oys zijn dochter zus noemt vanuit de ge dachte, dat we in Christus allemaal broeders en zusters zijn? Of kan men in kloostertorman naast tante-zuster ook nog dochter-zuster zoggen? Niet omdat wij het zo belangrijk vinden, maar gewoon omdat do langdurige diskussi® niet kon worden afgerond, daarom zion wij do oplossing vol gaarne tegemoet. Namens de familie, th. maes kerkrade-west. Kommentaar van de rodaktia: Geachte Heer lïlaes, Op de eerste plaats willen wij U feliciteren met Uw kritische gave; Uw brief kwam als oen donderslag uit de heldere hemel, zodat het aanvankelijk "Double Dutch" voor ons was. Om U toch enigszins to helpen met Uw ongetwijfeld zoor grote probleem, hooft de redaktie overuren gemaakt om diep in de materie to duiken. Onze rodonering luidt als volgt: De insinuaties van zus Cato zijn gegrondvest op duidolijko feiten, waar we ver der niet op in zullen gaan. Voor broer Dan geldt dan dus, dat hij inderdaad een broer is van zijn zus on eon zoon.van de vrouw van de vador van Cato en dus ook als rochtsgoldig kind beschouwd mag worden van briefschrijver G. van 19 novemb- ber j.l. Voor wat betreft het zus-zijn van Cato ten opzichte van G, kunnon wij stellen, dat G. alleen in de zin van het woord van Christus broor is van do zus van zoon Dan. U heeft inderdaad gelijk, door te stellen, dat het onvoorstelbaar is, dat broer- on vader-zijn biologisch mogolijk ia. Onze afdeling "Biologische Problemen", die speciaal voor deze gologenheid in hot leven is geroepen verklaart, dat zulks in hot verladen nog niet.is voorgekomen, tonminste volgens de vakliteratuur. Op Uw vraag: IBKan men in kloostortermen naast tante-zuster ook nog dochter-zus zeggen?" heeft onze geestelijke adviseur gezegd: "De wegen Gods zijn ondoorgron delijk!" Daar zullen we het moe moeten doen. Om oohter tot de diepste kern van de zaak door te dringen, kunnen wij U wol, ter bevordering van de nachtrust van U en Uw familie, verklappen, dat onze rodaktie-

Castenrays dorpsblad De Schans | 1971 | | pagina 2