'Het geloof doorgeven doe ik het voor' daar UI Koester uw Monument Ysselsteynse Guus en schoolgenootjes zijn boffers m V 1 I 1 Honderddertigste jaargang - week 23 - donderdag 4 juni 2009 Pastoor Huub van Horne viert in Blitterswijck zijn 25-jarig priesterschap ^aanhi I t Op 14 juni is er groot feest in Blitterswijck. Pastoor Huub van Horne viert die dag zijn 25-jarig priesterschap, waar van hij ruim 22 jaar pastoor is. Op 16 juni 1984 werd hij door mgr. dr. J. Gijsen in de kathe draal in Roermond tot priester gewijd. Zijn eerste heilige mis droeg hij op in zijn geboorte plaats. Na jaren pastoor te zijn geweest in Zuid-Limburg, voelt Huub van Horne zich nu écht thuis in Noord-Limburg met als woonplaats Blitterswijck. Hij is sinds medio vorig jaar pastoor in de parochies Blit- terswijck, Wanssum en Cas- tenray. "Mijn drijfveer om priester te worden, is dat ik het geloof wil doorgeven. In mijn ogen vaart niemand wel zonder geloof. Ik ben katholiek opgevoed en heb mij altijd bezig gehouden met zingevingsvragen zoals: wie ben ik, waar kom ik vandaag en waar Huub van Horne: "Ik zal altijd de fakkel van het geloof blijven doorgeven ga ik naartoe? Waarvoor leven we en waarvoor sterven we? Mensen zijn tegenwoordig minder met het geloof bezig. Dit komt, denk ik, doordat de mens meer mate rialistisch leeft. Toch merk ik dat bij vreugdevolle momenten, als bij de doop van kleine kinderen of de eerste communie, het vorm sel, het huwelijk of de viering van een jubileum vaak een beroep wordt gedaan op de kerk. Je krijgt dan als priester de kans om te ver kondigen in relatie met datgene wat de mensen vieren. Ook bij verdrietige gebeurtenissen wordt vaak een beroep gedaan op de kerk. Ik denk dan aan een bedie ning en uitvaartdienst. Mensen willen graag persoonlijk worden aangesproken. Hiervoor moet je de mens wel leren kennen. Dat vraagt tijd." Een grote uitdaging voor de pastoor is om mensen te betrek- ken bij de kerk. "Zonder hulp van vele vrijwilligers zou dat mij niet lukken. Verder is het belangrijk om 'acte de présence' te geven. Je gezicht laten zien. Je laten zien in de gemeenschap. Ook buiten de kerk. Ik ben pastoor van drie parochies en dat is natuurlijk veel werk. Ik draai ook mee in het priesterteam van Venray. Als iemand een vrije dag heeft, ziek is of met vakantie of retraite wil, neemt iemand anders even zijn plaats is. Ook om met elkaar van gedachte te wisselen. We komen iedere week samen met het pries terteam. Dat is belangrijk, zo kun nen we elkaar steunen." PROCESSIE Zondag 14 juni is er om 9.00 uur een heilige mis in de kerk van Blitterswijck, die pastoor Huub van Horne onder andere zal opdra gen uit dankbaarheid en voor zijn inmiddels overleden ouders. Aan sluitend zal er een sacramentspro cessie plaatsvinden. "Hoewel in Zuid-Limburg nog in veel plaatsen een processie wordt gehouden, is dit in Noord-Limburg bijzonder. Aansluitend is er een receptie en een barbecue voor genodigden in de tuin van de pastorie. Dankbaar heid, verbondenheid en saamho righeid met parochianen, familie, vrienden en bekenden, bezinning op priesterschap en eucharistie, daar draait het om bij mijn zilve ren priesterjubileum." Pastoor Huub van Horne peinst er niet over om te stoppen. "Zeker tien jaar wil ik het pastoraat uitoe fenen in de mij nu toevertrouwde parochies. Ik voel me hier thuis. Ik vind het belangrijk om mensen bij elkaar te brengen, om ze over de grenzen van hun eigen paro chie te leren kijken. De viering van zo'n jubileum als dit biedt ons daarvoor een ideale gelegen heid. Ik zal altijd de fakkel van het geloof blijven doorgeven. Probe ren te zoeken naar antwoorden op vragen die leven bij mensen. Al zal er altijd een spanningsveld blijven bestaan tussen leer en leven. Ik blijf het nog altijd zien als een uitdaging. Ook al maak ik mij zorgen om de parochies. Het regelmatige kerkbezoek is in Blit- terswijck en in Castenray matig. In Zuid-Limburg, waar ik ruim 22 jaar pastoor ben geweest, lag dit beduidend hoger. De volkskerk, waar iedereen naar toe kwam, is verleden tijd. Het wordt voor kerken, met name in de steden, steeds moeilijker om de gebou wen te onderhouden. Toch zie ik nog steeds interesse van jongeren in het geloof. Onlangs zijn we ter gelegenheid van het jubileumjaar van het bisdom Roermond met een vuurboot door heel Limburg gevaren. Hier waren ook jongeren bij." De Grotestraat in Venray, gezien vanaf de hoek Henseniusplein. De onderste foto dateert van 2009 en de bovenste foto van omstreeks 1900. De sacramentsprocessie trekt voorbij. Deze katholieke feestdag werd in 1264 door de uit Luik afkomstige Paus Urbanus IV ingesteld op de tweede donderdag na Pinksteren. In Nederland wordt deze feestdag tegenwoordig op de tweede zondag na Pinksteren gehouden. Men viert op deze dag dat Christus werkelijk tegenwoor dig is in de gedaante van brood en wijn tijdens de Eucharistie. In de processie wordt een hostie door de priester meegedragen in een monstrans; een voorwerp om heilige zaken aan de gelovigen te tonen. In vroegere jaren deed heel Venray aan deze processie mee; als deelnemer of als toeschouwer. Het gemeentebestuur, muziekkorpsen, verenigingen, misdienaars, bruid jes en de schutterijen liepen mee. De vlaggen langs de route hingen uit, de straten werden versierd met bloemenstrooisel en in veel huizen zette men een kruisbeeld of een heilige beeld voor het raam. In Venray werd de in 1964 gestaakte traditie in 2008 weer in ere hersteld. Dit jaar wordt op sacramentszondag 14 juni, aan- sluitend aan de plechtige hoog mis van 9.30 uur vanaf de Grote Kerk een processie gehouden worden. Venray had vanouds een verzorgende functie ten opzichte van de streek en kreeg daardoor al vroeg de allure van een stadje met een verharde weg door de kern. De gunstig gelegen marktplaats, had zeer oude marktrechten; het hart van Venray, waaromheen de bebouwing zich in de loop der jaren steeds verder verdichtte. Handel, industrie en nijverheid bloeiden en groeiden gestaag. Zo waren er rond 1830 onder meer weverijen, steenbakkerijen, een kantfabriek, tabaks- en sigarenfa brieken, diverse molens, bierbrou werijen, een kaarsenfabriek en al eeuwenlang schoenmakerijen en leerindustrie. Op Grotestraat 14, een gemeentelijk monument, zit nog steeds oud Venrays schoen makersgeslacht, de familie Ariaens. Daarnaast staan ook de panden van nummer 10, 16, 20, en 26 gere gistreerd als gemeentelijke monu ment. Lopend door de Grotestraat is het interessant om niet alleen in de etalages te kijken maar ook naar de verdieping(en) daarbo ven, waar op een aantal plaatsen nog karakteristieke en historische en elementen zichtbaar zijn. De laatste jaren kan men constateren dat er zowel door particulieren als door de gemeente, met veel zorg en gevoel voor sfeer, verbe teringen worden aangebracht in het centrum waardoor de in de Tweede Wereldoorlog verdwenen allure weer langzaam terugkeert in het hart van Venray. Foto Frans de Roos en Gemeente Archief Venray, tekst Leonie Cals, bronnen MIP Limburg; Kent u ze nog. de Venrayers; Katholiek Nederland. nl. Stichting Venray Monumentaal (SVM), secretariaat Vliezenweg 1, 580 JC in Venray, e-mail venraymo- numentaal@live.nl. 500 euro voor adoptiekind De voorjaarsmarkt van basis school St. Jan de Doper in Merselo heeft vorige week ruim 500 euro opgebracht voor het goede doel: een kind uit Sri Lanka dat door de school geadopteerd is. Alle kinderen, de oudervereniging en het team hadden zich ingespan nen om de markt tot een succes te maken. Er was ook een stand met materialen en informatie uit Sri lanka. Guus van acht, leerling van groep 5/6 van de St. Odaschool in Ysselsteyn is een bofkont. Een tante in het buitenland hebben is niet meer zo uitzon derlijk, maar dat je peettante in Nepal woont en werkt kun nen niet veel kinderen zeggen. Guus wel. En als die peettante voor haar jaarlijks familiebe zoek ook nog eerder komt ter wille van een spreekbeurt van Guus over haar in de klas, ben je toch een echte boffer. De groep van Guus en zijn neefje Tom was daardoor vorige week een hele morgen in de ban van Nepal. In haar vroegere school liet Marjo Jenniskens (40) de Ysselsteynse jeugd spelender wijs ervaren hoe 'haar' kinderen in een Nepalese regio leven en spelen. Guus en zijn schoolgeno- ten weten nu dat ze ook anders zins boffers zijn, namelijk met hun leven hier. Marjo Jenniskens is deze zomer vijf jaar als ontwikkelingswerkster actief in de Western Region van het land, dat ingeklemd ligt tussen Tibet en India. Vanuit Pokhara, met 200.000 inwoners de vierde stad van Nepal, werkt ze in de streek aan de voet van de Himalaya voor de organisatie Child Welfare Sche me. De afgelopen jaren heeft ze met enige regelmaat in de kolom men van dit regionale weekblad haar werk en beweegredenen belicht. Nu is zij door het Mondiaal Platform Venray benaderd en gekozen om de Venrayse gemeen schap meer bewust te maken van noodzaak en nut van ontwik kelingswerk. In Marjo hebben ze een goeie. Ze is niet het type van mensen geld geven, projec- ten financieren en dat is het dan, maar juist mensen helpen hun bestaan zelf te verbeteren. Plaat selijke hulporganisaties in Nepal zitten op dezelfde lijn. "Je moet de mensen het echt zelf laten doen. Wij weten niet wat het beste is, zij zijn slim genoeg om uit te vinden wat ze moeten doen en wij kun nen daarvoor de benodigde mid delen geven", vertelt Marjo. Ook al is de situatie in Nepal niet te ver gelijken met de westerse samenle ving. "Het is soms net of ik in een geschiedenisboek leef. De omstan digheden in de regio, waar ik actief ben, zijn op sommige plek ken te vergelijken met de vroege middeleeuwen hier. De situatie en leefomstandighe den in de stad, in Pokhara zou je dan kunnen vergelijken zijn met de jaren vijftig hier. Marjo woont bij een Nepalees gezin; ze heeft een eigen kamer maar maakt verder deel uit van het gezin. Ze heeft een fiets maar in de dage lijkse praktijk is ze veelal aange wezen op de bus en de benenwa gen. Ze legt hele afstanden te voet af. "Wij werken o.a. in een gebied, dat in het noorden tegen Tibet aan ligt, waar nog geen invloeden zijn van buitenaf. Geen plastic, geen winkeltjes. Alles is er puur natuur", vertelt de Ysselsteynse. "Met jaks, koeien en geiten en de verbouw van granen zijn de mensen zelfvoorzienend; ook is er wat ruilhandel. Die oervorm van leven, dat basisleven vind ik heel mooi, dat is geweldig interes sant. Dat heeft er bij mij altijd al ingezeten. Toen ik zes was en een film van een oom over Indonesië zag, wist ik al: daar wil ik wonen." Het duurde even voor die jeugd droom werkelijkheid werd. Marjo Ook water halen in een grote waterkan is geen peulenschil. studeerde organisatiekunde/com municatie en werkte in de secto ren personeelswerving en com municatie. Dit leverde de goede bagage op om in Nepal aan de slag te gaan. "Eerst een jaar lang als vrijwilliger, nu als een van de vier buitenlandse medewerkers in een team van 18 mensen van een organisatie die ter plaatse lokale initiatieven steunt. Van het lokale salaris kan ik daar goed leven, maar ten opzichte van hier is het niks." Het ticket voor de jaarlijkse trip naar vaderland en geboor testreek kan ze niet zelf betalen. Dat doet haar 'baas', de organisatie met een werkwijze, waar Marjo helemaal achter staat: "niet het werk voor de Nepali doen maar hen leren, hen op weg helpen om de kwaliteit van leven, de kwaliteit van projecten te verbeteren." De projecten waar ze mee werkt bie den scholing, beroepstraining en gezondheidszorg aan als middel zodat de mensen zichzelf verder kunnen helpen. Er moet volgens Marjo veel gebeuren: de gemid delde leeftijd schommelt rond 57, 58 jaar; de sterfte onder kinderen tot vijf jaar is groot; de helft van de kinderen gaat niet naar school en is analfabeet. "Tot zes jaar is onderwijs er gratis maar veel kinderen gaan zelfs dan niet naar school; daarna slechts heel weinig omdat ze geen geld hebben en vaak moeten gaan werken." Marjo liet de Ysselsteynse kin deren vorige week spelenderwijs ervaren dat kinderen in Nepal een heel ander leven hebben maar toch hetzelfde zijn. "Ook zij willen spelen maar spelen heel anders." Dus liet ze oude fietsbanden in ringetjes verknippen en daarvan een balletje maken om te tennis sen. En ze vertelde dat er gevoet bald wordt met de opgeblazen blaas van de jaks zoals dat hier - ouderen herinneren zich dat - vroeger gebeurde na het slachten van het vetgemeste huisvarken. De Ysselsteynse kinderen ondervon den ook dat het een zwaar karwei is om als pakezel te dienen: met een band om hoofd en een mand op de rug worden bijvoorbeeld stenen versleept: "zware kinder arbeid". Ook water halen in een grote waterkruik is geen peulen schil. "Het was allemaal leuk en de kinderen voelen zo aan den lijve toch het lot van hun leeftijdgeno ten." De projecten van Marjo werd de afgelopen jaren financieel gesteund door de vastenactie Ysselsteyn-Vredepeel-Merselo maar krijgt nu als vaste sponsor de St. Odaschool, die voorheen vijf jaar het blindenproject van Paul Kronenberg in Tibet heeft gesteund. "Sponsoren is een, maar van geld geven alleen word je niet bewust van de noodzaak en het nut van ontwikkelingswerk. Dat vergt heel wat meer." Bijvoorbeeld een maandenlange stroom mail- tjes tussen de groep van Guus en haar. De St. Odaschool gaat activi teiten op touw zetten om een van Marjo's projecten "Sathi Nepal" vriend) financieel bij te springen. Onder meer met dit project "proberen we kinderen uit berg- dorpjes en sloppenwijken, die geen kans hebben naar school te gaan, wel die kans te geven. Kinderen die uit arme families komen, moeten werken en/of op straat leven." Die jeugd krijgt een heel schoolpakket geboden: alle benodigde materialen, een tas met boeken, schriften etc., schoolkos- tuum maar een keer per jaar ook gewone kleren en ook wordt het schoolgeld betaald. "Alleen naar school sturen is vaak niet vol doende. Je moet ook families, die dan geld van werkende kinderen missen, steunen om een andere inkomsten bron te krijgen." Voor dit project is per kind 50 US-dollar per jaar nodig. Het Mondiaal Platform heeft voorstellen en mogelijkheden voor bewustwording en projec ten bij de gemeente aangekaart. Het jaarlijkse bedrag, dat de gemeente voor ontwikkelings werk wil uittrekken, wil het Platform voor ongeveer de helft besteden aan verdere bewustwor ding en evenveel aan projecten van (oud)Venraynaren. De rest is bedoeld om die Venraynaren bij verlof een warm onthaal te bie den. In dat kader heeft Marjo een gesprek gehad met wethouder Elly van Dijck en is ze gevraagd een projectvoorstel uit te werken. Uiteraard is Marjo blij met de initi atieven van het Mondiaal Platform voor bewustwording. "En wat is mooier dan beginnen met de bewustwording van kinderen." Wie al ontwikkelingsbewust is en ondanks de crisis, die ook in Nepal gevolgen heeft, het werk van Marjo wil steunen, kan geld overmaken op giro 945516 ten name van M. L.G. Jenniskens onder vermelding van Sathi Nepal. L EN MAAS

Peel en Maas | 2009 | | pagina 15