LEVENDE
KERSTSTAL
KERSTMARKT
Kegeltje het konijn
viert toch kerst
venray
wonenfraaywerkenfraaywinkelenfraayuitgaanfraayvenray
Donderdag 22 december 2005 - Pagina 31
Kegeltje het konijn strompelde
over het besneeuwde bospad. Hij
had een heel zere voorpoot. Een
week eerder had een vos hem te
pakken gekregen en hem heel
snel in z'n bek meegenomen.
Gelukkig was de vos een andere
vos tegengekomen en toen had
den die samen ruzie gekregen om
hem, Kegeltje. Ze hadden het zo
druk met grauwen en grommen
naar elkaar, dat de vos die
Kegeltje in zijn bek had hem plot
seling los had gelaten. Kegeltje
was op de grond terecht geko
men en van een heuveltje afge
rold. Daarbij had hij zijn voorpoot
bezeerd. Maar ja, beter een zere
poot dan helemaal geen poten
meer. Toch was het nu wel heel
vervelend om in de winter, vlak
voor kerst, niet goed te kunnen
lopen. Hij had al moeite om nu
een beetje eten te vinden; iets
extra's met de kerstdagen zat er
natuurlijk al helemaal niet in!
Maar het ergste van alles was dat
hij ook zo ontzettend ver van huis
was en zo vreselijk alleen! De vos
had hem een heel eind meegeno
men en Kegeltje had geen idee
welk bos dit was. Hij was hier nog
nooit geweest. En hoe hij weer
naar zijn eigen vertrouwde konij
nenheuvel met al z'n vriendjes
zou kunnen komen wist hij al
helemaal niet. Kegeltje veegde
een traan weg van zijn wang en
liep langzaam door. Hij vond een
polletje droog gras en knabbelde
eraan. Er zat niet veel smaak aan,
maar het was beter dan niets.
"Hé," hoorde hij plotseling, "blijf
van het dak van mijn kelder af!"
Kegeltje schrok zich naar. Wat
was dat? Wie was dat? Opnieuw
een eng en gevaarlijk dier? Maar
nee, dat was het niet. Boven
Kegeltje zat op een tak van een
eikenboom een grote, boze rood
bruine eekhoorn. Het konijn zei
dat hij niet wist waar hij was en
dat hij ook niet wist dat het polle
tje droog gras het dak van een kel
der was. De eekhoorn, die Pelt
heette, kwam vanuit het nest
waarin hij had liggen slapen, naar
beneden en bekeek het vreemde
konijn. "Zo, waar kom jij vandaan?
Ik ken je niet!" Kegeltje vertelde
zijn verhaal aan Pelt en die was
gelukkig niet langer boos. Nou,
dat was nog maar net goed afgelo
pen voor het konijn. Pelt dacht
eens even goed na. "Mmmm,"
mompelde hij, "zou je het prettig
vinden om de kerstdagen bij mij
te vieren? Ik ben toch alleen en ik
heb eten genoeg voor ons allebei.
Je kunt ook best blijven slapen, in
mijn kelder onder de graspol. Ik
heb 'm zelf gegraven om daar
mijn eikels en andere lekkere hap
jes in te bewaren voor als er in de
winter minder te eten is. Het is
daar droog en niet koud. Als het
over een poosje weer beter gaat
met je poot vraag ik wel aan Star
de ekster of die even in de buurt
wil rondvliegen om jouw konij
nenheuvel op te zoeken. Hij kan
je dan vanuit de lucht de goede
kant opsturen." Kegeltje veegde
opnieuw een traan weg van zijn
wang, maar nu van blijdschap.
Het werden fijne dagen voor
Kegeltje, het konijn met de zere
poot. Maar ook voor Pelt de eek
hoorn, die anders in zijn eentje
had gezeten. Samen versierden ze
met kerst de dennenboom met
allerlei takjes die ze in de buurt
hadden gevonden. En samen
smulden ze van een kerstdiner
met heerlijke eikels, geurig
gedroogd gras, maïskorrels en
sappige beukennootjes.
Gelukkig knapte de poot van
Kegeltje goed op en na een poos
je had Star de ekster de konijnen
heuvel van Kegeltje gevonden. Hij
wees het konijn de weg en Pelt de
eekhoorn sprong mee door de
bomen toen Kegeltje weer naar
zijn eigen huis kon lopen. Daar
waren de andere konijnen heel
blij dat het zo goed was afgelopen
met hun vriendje. Vanaf die tijd
hadden de konijnen er een goede
vriend bij: Pelt de eekhoorn en ze
spraken af dat ze voortaan met
feestdagen altijd bij elkaar zouden
komen. Star zou dan wel vanuit
de lucht opletten of er geen vos in
de buurt was. Dus eigenlijk was
Star ook een nieuw vriendje en hij
knipoogde trots naar Kegeltje:
ook hij mocht lekker mee-eten
van de eikels!
Henriëtte Hofman