Van Dinghuys tot
Clockenluyder
AUMOBUAiLlS
51
PEEL EN MAAS
donderdag 11 oktober 2001 - Pag»
EL El
Lang voor het begin van onze ja-
rtelling kende Venray al een rijke,
weliswaar ongeschreven geschiede
nis. Van deze geschiedenis getuigen
heden ten dage onder andere de
gevonden vuistbijlen, krabbers, klin
gen en urnen uit diverse archeologi
sche periodes.
Door Louis Rutten
Vooral de laatste jaren is men dank
zij intensief archeologisch speurwerk
veel over Venrays verleden aan de
weet gekomen. Zo vond men bij
opgravingen op het Hoogriebroek
(1991) de restanten van een"Romeins
landhuis. In het Briikske (1994) een
Romeins graf met een 17-delig vaat
werk, en in 1996 als klap op de vuur
pijl het prachtig Merovingisch graf
van de Vrouwe van Lull' op de
Lullsche Hoogte in het St.
Antoniusveld. Deze voorname dame
was indertijd begraven met een
prachtig gouden schijffibula, een gou
den hangertje en een 'klomp roest',
wat later een gesp bleek te zijn.
Daarnaast nog vaatwerk om uit te eten
en te drinken. Hoewel zij in de West-
Oostrichting begraven was, wees niets
DE PASTORALE LAATHOF
Het is niet onwaarschijnlijk, dat uit
zulk een curtis de pastorale laathof is
ontstaan. Zijn centrale en aaneengeslo
ten ligging wijzen erop, dat zijn ont
staan in de aanvangsgeschiedenis van
Venray geplaatst moet worden. De
'pastoor'Tiit die tijd is natuurlijk niet te
vergelijken met ae huidige pastoors.
Zij waren toen meer 'landheer' en
exploiteerden daarbij nog een 'beer',
waardoor de afhankelijkheid van de
gelovigen nog groter werd. Het kerkje
zal wel niet meer zijn geweest dan een
schuur, waar de eredienst gehouden
werd.
De van de pastoor afhankelijke boe-
ren (Laten genoemd) zijn tot de komst
van de Fransen belastingplichtig aan
de pastoor als laatheer geweest.
Wij denken, dat dit alles pas goed in
de twaalfde eeuw op gang is gekomen
en als de Graaf van Gelre-rond 1220
ten tonele verschijnt en zich met
Venray bemoeit, dan krijgt de
Romaanse kerk in Venray zijn eerste
pastoor. Het benoemingsrecht van
deze pastoor heeft de Graaf overgedra
gen aan de Munsterabdij in Roermond.
Vreemd is, dat de Graaf het benoe
mingsrecht van de koster echter lange
bij in de buurt geplaatst, maar er was
geen geschikte plaats.
Deze linde met de steen heeft altijd
een grote rol gespeeld in het Venrayse
sociale leven, wie van de trouwe
lezers van mijn artikelen herinnert
zich niet de misdadigers Peter
Dondercloot en Joost Frenssen die
hier hun vonnis te horen kregen?
In de tiende eeuw (vermoedelijk in
Venray in de twaalfde eeuw) ontston
den er gerechtsplaatsen vóór de ker
ken, aanvankelijk 'onder de blote
hemel' en later overdekt. Blijkbaar
heeft men ook recht gesproken m ker
ken, want in 1310 vaardigde bisschop
Guido van Utrecht een verbod uit, dat
er nog langer wereldlijk recht gespro
ken werd in kerken, voorportalen of
Als stille getuige van een eeuwenoude geschiedenis vormt 'Onder de Boogin 1900
het decor voor een jubilerend Euterpe. Door de benen van de muzikanten heen is nog
het ijzeren hekwerk te zien. dat moest voorkomen dat kinderen een blik in de school
wierpen. In een van de personen achter de ramen rechtsmenen wij Alphons
Vermeulen te herkennen, die aardrijkskunde aan deze Normaalschool gaf. (Foto:
eigendom Euterpe.)
op invloeden van een christianiserings
proces.
Deze bovengenoemde Lullsche
Hoogte schijnt lange tijd als woonpla-
ts erg in trek te zijn geweest bij de
inheemse bewoners (beek-beekdal-
hoogte). Van 200 vóór Christus tot
ongeveer het midden van de twaalfde
eeuw hebben er continu mensen
gewoond. Waarom deze bewoning dan
plotseling' ophoudt is nog steeds een
raadsel. Mogelijk, dat de opkomst van
een nieuwe leefgemeenschap elders
met betere vestigingsfactoren hierbij
een belangrijke rol heeft gespeeld. Wij
denken hierbij aan het ontstaan van
Venray als een gerooide plaats (Raay),
waar later het voorvoegsel 'Ven' aan
toegevoegd is, om het beter te kunnen
onderscheiden van andere 'Rooys'.
Met het 'Ven' is vermoedelijk het
Dorrevenneke bedoeld, zoals in het in
de buurt van het schouwburgplein
gelegen moet hebben. Het daarnaar
genoemde Dorrevennekestraatje is
later na de vestiging van de Lagere
School in 1872, de Schoolstraat
genoemd.
DE ONTGINNINGEN
In 1123 werd vanuit Frankrijk door
Cisterciensermonniken de abdij Camp
gesticht aan de Neder-Rijn. Het waren
echte ontginningsmonniken en het zou
ons niets verbazen, dat zij ook in onze
contreien actief zijn geweest, waar
grote delen van het landschap ontoe
gankelijk waren door onder andere een
slechte waterafvoer (hoogveenvor
ming). Niet uitgesloten is dat Venray
door hen gerooid is en dat o.a. de
pastorale laathof met zijn 24 boerde
rijtjes een schepping is geweest van
hun onverdroten ontginningsarbeid.
Het is dan ook niet verwonderlijk, dat
wij Venrayse monniken in de Abdij
tegen komen: Michel van Venray, die
zelfs in 1464 erbij was toen klooster
TE VENRAY.
Met I* April t. b.
kunnen kweekrlii>ren nan de
RIJKSNORMAALLESSEN
te VENRAY geplaaUt wörïtaj die op dien
dag den ouderdom ran '14 jaren bereikt
Lebben. Zij moeten o»erffc'gen:
fl' Hunne irehoorle-ade.
iÊ* Een of meer gelufpchriAeo ran goed
gedrag.
j 3* Eene rerklaring ts« onder» of voog-
1 den, dtu zy Len *oor Let «.nderwijs
bestemmen.
Een en ander in te zenden bij den onder-
geleeketidc vóór 13 Maart U.
Van tijd en plaats *»n toelatingsexamen
ann de aspiranten nadar kennis gegeren
korden.
De Directeur,
J. BEVERS.
In het weekblad Peel en Maas ver
scheen 11 maart 1893 deze advertentie.
Jerusalem ziin 'status' kreeg en Gerard
Hubensis (Houben), die in 1638 bij de
Abdij Camp intreedt. En had Bela van
Malbergh, de 9e abdis van de
Munsterab'dij in Roermond, in 1365
niet verklaard, dat Revnier de Oude en
Hendrick Nabben als 'ontginnings
broeders' de opbrengst van de boerde
rij in Venray mogen nebben, zolang zij
leven. De Munsterabdij was een
gemeenschap van adellijke dames,
ondersteund door de Abdij Camp, die
niet alleen controle uitoefende op het
naleven van de regels maar ook in
materieel opzicht ae zaak runde. Zo
bezat de Munsterabdij enkele curtissen
(hoofdboerderijen met dependances) in
net Venray (Veltum, Lull etc.).
tijd in eigen hand hield. (Zie mijn arti
kel over deze kosters in Peel en Maas
van 10 mei 2001).
DE EERSTE PASTOOR
Als de landschrijver Matthys Alaerts
voor de kerspel Venray zijn rekening
opmaakt over de periode 14 november
1627 tot en met 13 mei 1629, wordt
daarin naast verschillende opgemaakte
documenten ook gesproken over het
kopiëren van stukken betreffende de
'ierste fundatie der kerekenpastorye'.
Letterlijk staat er 'Item int besonder
noch van de ierste fundatie der kereken
Pastory, bij Graven Gerardt van
Geldem gesticht, <*ecopieert en auten-
tiseert'. Matthijs heeft dus deze stuk
ken zelf gezien en gewaarmerkt.
Onkosten: 12 stuiver.
Wat er dus voor die tijd geweest
moet zijn, blijft voorlopig een raadsel.
Jammer, dat de Grote Kerk vlak na de
tweede wereldoorlog niet grondig
onderzocht is geworden. Er zijn wel
interessante fundamenten 'gezien'
maar de tijd voor de twaalfde eeuw
blijft desondanks in nevelen gehuld.
Bewoning moet er in ieder geval wel
geweest zijn, gezien de weliswaar niet
talrijke archeologische vondsten op het
zogenaamde Wilhelminaplein (1993),
uit de Merovingische en Karolingische
periode. Opvallend is, dat men uit deze
voorperioae nagenoeg geen sporen van
kerstening vinat!
DE RECHTSPLEGING
De rechtspleging zal in Venray wel
veel verschik* 1
niet veel
'd hebben van de
omringende landen, hoewel Venray in
vele opzichten een geheel eigen iden
titeit had (Die Eigenheit Rode).
Opmerkelijk is, dat Venray ook de
hogere jurisdictie bezat, dat wil zeg
gen dat men de doodstraf mocht uit
spreken (Halsgericht). Natuurlijk was
er wel toezicht van hogerhand, zodat
er over het algemeen 'netjes' recht
werd gesproken. Zo werd er toen al
rekening gehouden met de sociale
achtergronden van de misdadiger.
Wie daar meer over wil weten leze
mijn artikel in deze krant: Rond het
Venrays Halsgericht (17 augustus
2000); De Galg op de Hansenberg
(20 december 2000) en Galg en
Brandstapel in Venray's historie (20
juli 1996 en 27 juli 1996).
DE PLAATS VAN DE
RECHTSPLEGING
Bij de Franken was de linde de
boom, waaronder recht gesproken
werd. Wij vinden deze linde nog in de
oude Venrayse archiefstukken terug:
rond 1437 wordt er door zeven sche
penen van Venray vergaderd over ver
schillende onderwerpen. Een gaat
over het overdragen van een goet, dat
alleen mag gebeuren als de persoon zo
gezond is, dat hij kan lopen naar Ray
aen den Steen by die Linde zondereen
stok.
In 1542 komen er een twintigtal
personen onder de linde opgen Hove
toe Ray bij elkaar om eens na te gaan
hoe de rechtsverhoudingen tussen
Oostrum en Venray nu precies was.
Het daarna opgemaakte document
eindigt met de woorden: 'Dit is
geschiet bynnen Ray, onder der lyn-
aen, up den Have genandt, in den jair
ons Heren indictio (=1542)'.
Dit opschrift staat ook op de
gerechtssteen, die de schrijver van dit
artikel vorig jaar op de Grote Markt
heeft mogen plaatsen.
De keuze van deze plaats is welis
waar een concessie, waarbij rekening
gehouden moest worden met allerlei
activiteiten, die de steen konden
beschadigen.
Graag hadden wij ook nog 'de
kaak', ook wel stock genoemd, daar-
kerkhoven. Het is dan ook niet zo ver
wonderlijk, dat men bij slechte weer
somstandigheden overdekte plaatsen
opzocht en dat uiteindelijk vaste
Dinghuyser (c.q. Raethuyser) ontston
den. De linde met zijn gerechtssteen
heeft later dan ook een symbolische
functie gekregen, doordat' er alleen
nog de openbare aanklacht en het von
nis aan ae misdadiger werd medege
deeld.
I HET DINGHUYS (14e-16e eeuw)
Op deze manier lijkt ons het
Dinghuys in Venray ontstaan te zijn
en tot de zestiende eeuw gefunctio
neerd te hebben, toen het nieuwe
Raethuys gebouwd (hoek Grotestraat-
Hofstraat) werd. In het voortreffelijk
boek, getiteld 'Das Alte Geldem van
Leopold Henricks (1971 Geldem)
lezen wij: 'Auf dem Lande, wo die
Gemeidehauser haufig dem
Haupteingange der Kirche gegenü-
berlagen, war die Bauart derselben
öfters eine solche, daG ein teil auf
einem Bogengange ruhte.
Wij zijn voor u eens nagegaan of dit
ook in onze omgeving opgaat en wij
moeten tot onze grote verrassing vast
stellen dat er opvallende paralellen
zijn met onze 'Onder de
Boogconstructie'.
HORST
Adols Steffens heeft in zijn boek
'De Geschiedenis der aloude
Heerlijkheid en der Heeren van ter
Horst in het land van Kessel met 58
bijlagen, 2 platen en het gewoonte
recht ook over dit onderwerp
geschreven. Zo schrijft hij op blz. 9
van dit boek: 'Op vele plaatsen liggen
de gerechts- of gemeentehuizen,
onder andere ter Horst (Horst) tegeno
ver de ingang van de kerk en wel zo,
dat een gedeelte daarvan op een
bogengang rust'.
Adolf Steffens heeft deze bogen
gang nog proberen te verklaren, door
te stellen, dat er meestal over de plaat
waar gerecht gehouden werd, de kerk-
weg liep en dat men bij de bouw van
een overdekte plaats met deze weg
rekening moest houden en er gewoon
overheen bouwde.
Wij moesten aan deze passage in
het boek in het bijzonder denken,
omdat onze zegsman ook steeds
beweert, dat iets dergelijks zich ook in
Venray heeft voorgedaan: De weg,
die eerst langs het dinghuys en het
oorspronkelijke kerkje liep (richting
Overloon), kwam later bij de bouw
van de veel grotere Gotische kerk
dwars door de kerk te lopen.
Daarom stonden volgens hem daar
dan ook geen banken en kon men,
wanneer men persé wilde met kar en
paar door de kerk heen rijden.
Niet lang na de voltooiing van deze
Gotische kerk (van der Gaet) geraak
te de benaming 'Dinghuys' in onbruik
en zal steeds meer daarvoor in de
plaats 'onder de Boog' of 'de Hal'
zijn gebruikt.
SEVENUM
In het boek 'van Sevenheym tot
Sevenum' van Jac. Janssen uit 1995
staat ook een foto van het oude
Sevenumse raadhuis. Zo op het eerste
gezicht is er niets van een booggang'
te bespeuren, maar gelukkig komt ons
het bijschrift te hulp: 'Het oude raad
huis, vlak voor de Kerk, dateerde uit
het begin van de 18e eeuw en is in
1944 tegelijk met de kerk verwoest.
Het bordes, met in het midden het
koperen gemeentewapen is er nader
hand tegenaan gebouwd en kwam op
de plaats van de grote middenpoort,
dwars door het geoouw'. Deze door
gang gaf toegang tot het voorplein van
de kerk.
Opvallend zijn dus de vele overeen
komsten met het Venrayse Dinghuys,
zowel wat locatie, bouwwijze en
functie betreft.
HELDEN
Wij hebben ook nog even naar
Helden gekeken in het boek 'Helden
als Gemeenschap in vroeger eeuwen
van de oudste tijden tot aan de oorlog
van 1914-1918', Helden-Panningen
1974.
Op blz. 50 staat een plattegrond van
een raadhuis met onderdoorgang.
Helaas is dit het bouwontwerp voor
een nieuw raadhuis met 'Rath und
Warth Stube en Gefangnis' (1783). Nu
kan het wel zijn dat er voorheen al een
dergelijk gebouw gelegen heeft, want
voordien moet er toch ook vergaderd
en recht gesproken worden en is deze
verbouwing een soort restauratie
geweest?
Ook in Straelen (D) moet een derge
lijke bouwconstructie gestaan hebben.
DE BENAMING 'DE HAL'
Toen in de zestiende eeuw het
Dinghuys niet meer gebruikt en lange
tijd verhuurd werd (onder andere aan
Peter Maes onder de poort), kwam de
aandacht van het publiek meer op de
onderdoorgang te liggen en kwam de
benaming 'De Hal' in net gebruik. Nog
een enkele keer komen wij de naam het
Dinghuysken tegen als in 1613 'Aen
Hanrick Wellens betaelt wordt voer
dry verdel schoven, op de school ende
op het 'Dinghuysken gedeckt, 1 gul
den en 10 stuiver. Dit moet wel het
oude dinghuYsken geweest zijn, want
het nieuwe Dinghuys (Raethuys) was
met leien gedekt. De naam 'Hall' is
overigens een heel oude naam omdat
hij in ons omringende landen ook al
eeuwenlang in oeoruik was: Engeland:
townhall, Duitsland: die Halle, België:
de lakenhal. Van oorsprong was net
een overdekte plaats, waar vergaderd
of rechtgesproken werd.
Wij zijn voor u eens nagegaan waar
wij dit woord 'Hal' in onze archieven
zijn tegengekomen. Als tijdens de 80-
jarige oorlog (1568-1648) ook Venray
Straatschenders), komt er een moment,
dat men begint met de bouw van een
schans, vermoedelijk in navolging van
Well en Arcen.
Vreemd is, dat hierbij de borggraaf
teen enkele rol speelt en de defensie
omt te liggen rond de kerk (put op de
kerkhof, graven van een greppel,
torenwacht etc.). Zelfs lag er een wacht
in de hal, getuige het volgende: "Noch
hebben die wachten yn dy kerkhall
gelegen" (1587). Met kerkhal zal hier
wel niet het zuidportaal bedoeld zijn,
daar dit een ontheiliging van de kerk
betekend zou hebben, alhoewel er in
1635 ook paarden in de kerk stonden.
In 1635 schrijft een reeckenmeester in
zijn boek: Noch hyef myn faeder aen
dye halle ende an ay rusters (roosters)
gewerkt: 9 dagen op syn lasten, dy
maeken aen geld
Ook komt het woord 'de Hal' voor
in een andere rekening: item dat
ts de Latijnsche School is gebouwd,
omdat hij zoveel rekeningen aan
bouwmaterialen en loonkosten was
tegengekomen in die tijd. Ons inziens
lijkt dit
ïil
npi
Bovendien lijkt ons de bouw van twee
lijkt dit niet waarschijnlijk omdat in
1715 dit gebouwtje nog als vervallen
bestempeld wordt (dus oud).
cachotjes bij een onderwijsinstelling
ook niet logisch.
Harrie Camps, de oud-archivaris van
de Gemeente Venray zag in het
Dinghuys de oude curtis, u weet wel,
de oude hoofdboerderij uit de beginja
ren van de Venrayse geschiedenis,
toen de pastorale laathof in Venray tot
ontwikkeling kwam en met dit boerde
rijencomplex indentiek was. Hiertegen
is in te brengen, dat het Dinghuys en
de links en rechts ernaast gelegen
woningen vreemdgenoeg nooit tot de
pastorale laathof behoord hebben.
Volgens Camps moet het ook veel
ouder zijn dan het zuid-portaal van de
kerk (±1520), want wie zou daarna
gedurfd hebben om vlak voor dit aan
bouwsel een ander gebouw neer te zet-
ten(?).
II DE LATIJNSE SCHOOL (1715-
1793)
Na vele jaren 'leeg' gestaan te heb
ben (verhuur) komt net gebouw bij de
komst van de Pruisen weer in de
belangstelling. Zij willen bij hun reor
ganisatie van het landsbestuur beslist
geen graan op de zolder van het raethu
ys of onderwijs in dit gebouw, dat alle
maal maar storend werkt. Daarom
moet de Latijnsche School dan ook
verdwijnen uit het Raethuys (pas net
daarvoor verbouwd!!!) en zijn intrek
nemen in het oude dinghuys.
Wat was Venray in 1651 trots toen
de Latijnsche School zich in Venray
vestigde. Vanaf dat moment zou zijn
naam met respect uitgesproken wor
den. Dat Venray nauwelijks de profes
soren kon betalen en Peter Driessen
heel lang op de huur voor zijn beschik
baar gestelde woning heeft moeten
wachten, deerde geen van de bestuur
ders. En had in 1659 Lybeken
Vermeulen uit Leunen geen belangrij
ke donatie gedaan aan de Latijnsche
School, dan zijn wij er nog niet zo
zeker van dat deze van de grond
gekomen was. In 1793 is de Latijnsche
school overgegaan in handen van de
Paters Minderbroeders en wordt er
denkelijk les gegeven in het klooster.
In ieder geval, Tang hebben zij daar
niet gezeten, want rond 1800 krijgt het
een andere functie.
III BELASTING- EN
DOU ANEKANTOOR( 1801
In 1801 (en wellicht eerder ook)
bevond zich in hel gebouw van de
Latijnsche school en belasting- en dou-
Het dochtertje van B. Kruysen met haar lievelingshond op de binnenplaat
naast de cachotjes van 'onder de BoogOp de achtergrond zijn de tralies
van één van deze cachotjes nog zichtbaar. De Heer Knivsen heeft deze tra
lies gered van 'de ondergangen aan de eigenaar van 'de Klokkeluiderin
bewaring gegeven. Van deze cachotjes zijn alleen nog de blinde toegangs
deuren overgebleven Jammer. Hoe is dit ooit in het verleden kunnen
gebeuren?
Stratgen tho macken tussen de grote
Hall ende rooster ende aen de schoei,
hefft gekost soe aen steen mit de fracht
yn all (all in) 5 gld. 16,5 st.
Roosters lagen er om te voorkomen
dat loslopend vee op het kerkhof of in
de kerk kon komen.
In 1715 zat de Joodse handelsreizi
ger Isaak Wolffs, ten onrechte naar
Tater bleek, voor knoeien met geld in
de Hal vast. Wij hebben even getwij
feld of dit niet 'de hel' moest zijn,
zoals een gevangenenkamer in Peter
Driessen's huis indertijd genoemd
werd. Toch denken wij achteraf, dat dit
meer voor krijgsgevangenen bedoeld
was.
Volgens B. Kruysen had hij zijn
oom ook wel eens horen spreken over
de Hal, als hij daarmee onder de Boog
bedoelde. Wellicht een oude herinne
ring aan vervlogen tijden.
DE BENAMING ONDER DE
BOOG
Als in 1895 de nieuwe hiiisnumme-
ring wordt ingevoerd, is er sprake van
de benaming onder de boog' en is de
benaming 'Dinghuys' weer verdwe
nen. Het pand wordt dan van B26 in
huisnummer 12 veranderd. Wanneer
dat deze nieuwe naam in zwang is
geraakt, weten wij niet, alhoewel in
Ï878 er ook al sprake is van een brief-
gaarder Sassen, die onder de Boog
resideert'.
Opvattingen over het Dinghuys
Paer Beda heeft in zijn goed
bewaard gebleven notities ook zijn
mening gegeven over dit gebouwtje.
Hij meent, dat rond 1713 op deze pla-
anekantoor. Hier lagen ook in beslag
genoemen goederen. In november
Ï801 had hier een 'ramkraak' plaats en
werd het kantoor leeggeroofd door
enkeje Brabanders, met alle gevolgen
vandien.
On 23 september 1794 trok generaal
Moreau met zijn troepen Venray
binnen: iedereen was in jubelstemming
want nu kwam er 'vrijheid, gelijkheid
en broederschap'. Het volk danste om
de vrijheidsboom en zelfs een plein
werd naar de vrijheid genoemd. Helaas
was deze jubelstemming van korte
duur en ook de Latijnsche School
kreeg te maken met het andere gezicht
van ae Fransen: in het jaar 1805 werd
zij opgeheven en kwam er een école
secondaire communale voor in de pla
ts (soort middelbare school). Deze
school stelde in de praktijk weinig
voor (alles werd anders) en dus wera
zij op verzoek van de Gemeente opge
heven (1805). Wij willen hierbij met
alle rectoren en profesooren van de
school gaan behandelen.
Een uitzondering willen wij maken
voor R.D. Jacobus Degens, alias
Remmen, die rond 1700 leraar aan
deze school was en van wie in het
museum van Kevelaer een mooi glas-
in-lood raampje hangt. Interessant om
te weten, als u dit museum bezoekt.
IV DE KLAENE SCHÓL, OQK
WEL DUYTSCHE SCHOL
GENOEMD (1836-1872)
Eeuwenlang heeft aan de noorde
lijke uitgang van het kerkhof de kaene
schol gelegen. Ze werd ook wel
Duytscne Schol genoemd. Duytsch
heeft niets te maken met Duits maar
betekent 'Volks',zoals men in-
Duitsland de lagere school vroeger
ook Volksschule noemde. We zijn er
in geslaagd om van deze schoof alle
boven- en ondermeesters te achterha
len (ongeveer 35 in getal) met al hun
kleine en grote wetenswaardigheden.
Dikwijls wordt de vraag gesteld, wa-
rom zulk een school nu persé op een
kerkhof moest liggen (met zelfs gra
ven ervoor). Het antwoord is heel een
voudig: zo had de pastoor een direct
inzicht in het doen en laten van de
schoolleiding en bovendien waren de
leerlingen ten alle tijde inzetbaar bij
de eredienst (zang). Of men al direct
in 1805 van deze oude locatie naar het
nogal eens op oude foto's
en G.H. de Ponti uit Oirlo, om.
eens een paar te noemen.
Een van de bekendste lee
was Herman H.J. Maas. die zit
tot schrijver ontwikkelde en
invloed stond van de Tact
Boeken van hem zijn onder j
Het goud van de Peel en Hooft
op het land. Ook als journalist:
enige tijd werkzaam voor dii
blad. I mei 1915 werd de V<
nonnaaischool na een perii
jaar opgeheven. Het werk
;enomen door de
Roermond.
vroegere Dinghuys verhuist is, is niet
waarschijnlijk. Vast staat in ieder
geval dat de Gemeenteraad in 1822
nog besluit om het 'schoollokaal op
het kerkhof te verbeteren'.
Tot 1836-1839 blijft de klaene
schol gewoon in de lijsten genoemd
worden, als ze rond deze tijd werd
afgebroken. Meester van Bommel
heeft nog geprobeerd om er in te gaan
wonen, maar dat werd niet toegestaan.
Volgens ons moeten de oude funda
menten nog op het kerkhof terug te
vinden zijn. Volgens B. Kruysen moet
de vroegere dodengraver A. Janssen
daar nog oude fundamenten van
gevonden hebben op het oude kerkhof
op twee meter diepte (links van het
straatje dat loopt naar ae noordelijke
uitgang).
in 1872 verhuist de klaene schol
naar de Schoolstraat, waar een nieuwe
school gebouwd werd op de grond
van de fam. Janssen van de Gouden
Leeuw. Bij de bouw was uitdrukkelijk
uitgehouden, dat de school zodanig
gesitueerd moest worden dat de fami
lie Janssen steeds vanuit hun hotel
kon zien hoe laat het was op het tore
nuurwerk van de Grote Kerk. Een
stuk van deze verkochte grond heette
vroeger 'de Gaffelweyde', omdat daar
de weg zich splitste naar Merselo en
Overloon (Gabelweg).
V POST- EN
TELEGRAAFKANTOOR 1872-
1882
Uiteraard was dit een noodoplos
sing voordat men tot de keuze van een
definitieve vestigingsplaats kon over
gaan. Als er één man daarover de pest
m had. was het wel de nieuwe direc
teur, die het maar niks vond, dat hij de
hele dag op het kerkhof moest uitkij
ken.
Deze bewoner heette Alfons
Sassen, brievengaarder en telegrafist.
Herhaaldelijk heeft hij de minister van
B.Z. geschreven om het kerkhof te
sluiten, omdat hij met vrouw, kinde
ren en schoonvader steeds naar het
kerkhof moest kijken. Een adjunct
inspecteur uit Maastricht kwam de
zaax bekijken. Hij vond dc meeste
grieven ongegrond. Toch bleef Sassen
ae minister maar brieven schrijven.
Op 1 mei 1879 werd hij gelukkig
overgeplaatst naar Klundert aan de
Moerdijk.
Uiteindelijk verhuisde men naar
het midden van de Grote Straat (pand
van dr. Vercauteren, maar toen eigen
dom van de wed. H. Reynen), om da-
ma zich definitief te vestigen in de
Patersstraat.
Telefoon kreeg Venray pas in 1906.
Uit dat jaar is een prachtige, met de
hand geschreven telefoonlijst overge
bleven. Zo heeft Hotel de Zwaan tele-
foonnr. 11 en de gemeente nr. 6. In
totaal zijn 20 abonnees aangesloten op
de telefoniste. In 1878 wordt voor
noemde Sassen als brievengaarder
genoemd, residerende onder de Boog.
Blijkbaar kende men toen al het
begrip multifunctionaliteit van open
bare gebouwen, want muziekgezel
schap Euphonia en fanfare Euterpe
hadden in die tijd ook daar lokalen ('s
avonds?) in gebruik voor hun repeti
ties. Eind 1881 komt hier een einde
aan als de gemeente op 30 november
1881 de beide muziekgezelschappen
opdratht geeft de school vóór eind
december te ontruimen. Pas in de ra-
dsyergadering van 28 december 1885
krijgt men van dc gemeenteraad toe
stemming de botermiin onder het
Raadhuis als repetitielokaal te gebrui
ken. Hoe dat men de tijd van 1882-
1885 overbrugd heeft is ons niet
bekend. Volgens onze gegevens was
de botermijn 'n soort veiling) daar 28
januari 1884 begonnen en niet zoals
wij ergens gelezen hebben, in de vroe
gere Latijnsche school, later dorps
school en telegraafkantoor. (Met dank
aan Twan van Els, de onvermoeibare
vechter voor het behoud van Venrays
verleden, voor zijn gegevens.)
VI DE RIJKSNORMAALSCHOOL
1882-1915
Om het grote tekort aan onderwij
zers in deze streken op te heffen, werd
er o.a. in Venray en Venlo een
Riiksnormaalschool opgericht. Deze
scholen moesten toekomstige onder
wijzers opleiden in tegenstelling tot
vroeger, toen dit overgelaten wera aan
de Lagere Scholen zelf.
De lessen namen een aanvang op 1
april 1882. De school had op 31 mei
1881 een B-status toegewezen gekre
gen en dus mochten er alleen maar
lagere schoolvakken onderwezen
worden. Bij de A-status mochten ook
Frans, wiskunde en algemenen
geschiedenis onderwezen worden.
Rond 1887 werkten er negen leer
krachten en waren er vier klassen.
De leerling moest 14 jaar zijn om
toegelaten te kunnen worden.
Bekende leerkrachten waren: Comelis
van den Berg en W.H. de Haen (zie
boek over Leüncn 'Terug in de tijd'),
Hubertus W.A. Kraykamp, die wij
De ontmoeting met Venra
blijft een boeiende zaak. ookW
oude Dinghuyske. Konden deiff
maar eens spreken!
VII IN DIENST VA!
GEMEENTE (1915-
Onder andere gemeentewerk)
die periode zullen nog wel (k
maiUeerde huisnummeiplaatjt
en G116 dateren, die bn de v
wing van dit pand in 2001 te
schijn kwamen. Het moet nu
zijn om te achterhalen welke
indertijd bij deze huisnui
gehoord hebben. Helaas ontbrei
nu de tijd om dit na te gaan.
V III DE MUZIEKSCH
(1971(?)
Toen de Muziekschool in 19
gebouw verliet telde de school
leerlingen. Geen wonder, dat m
moest zien naar een ruimere In
Als men weet dat er in 1971 411
lingen in hetzelfde gebouw let
gen, kan men gerust stellen
onderwijs in een grote behoefte
zag. Momenteel is de M uzi da
(na een verblijf in het oude raai
gehuisvest in het Kunstencc
Jerusalem.
IX VVV-KANTOOR (1984!
Volgens de Peel en Maas vi
juli 1938 blijkt, dat er in de da
voorafgaande week in Lunck
Verheugen een vergadering
geweest van de 'Vereniging V;
Vooruit' om te komen tot de o;
ting van een tweetal sub-cora
Een van die subcommissies
commissie Voor Vreemdeli|
Verkeer (een soort VVV). Voor
werd dhr. H. Sala, ondervoorziü
Verheugen, secretaris P. Goor;
commisaris H. v. Schendcl. 1
begin liepen de zaken van 'V
Vooruit' en 'Vreemdelingenvq
nog wat dooreen. Opvallend
men al direct contact zocht mi
Federatie VVV voor Noord-Li»
en op 11-3-1939 wordt tijdcnif
vergadering van deze subcomia
voor Vreemdelingenverkeer inj
Zwaan de verwachting uitgesp
dat er die zomer 'Vreemde!
naar Venray zullen komen.
De tweede wereldoorlog god
in het eten als het om de verdelg
bouw van VVV-Venray
oorlog wordt de draad weer opAroc
men en wie herinnert zich m»fe|
gezellige kiosk
Henseniusplein, waar de
Vaske en B. Theuws de toensüf
ander personen bereidwillig te
stonden.
Na enkele tussenadressen W
men uiteindelijk in het oude Dina
terecht (1984), waar'men ook wei
1999 door ruimtegebrek gedwoi
was naar het Henseniusplein te)
huizen, waar men noi
In 1996 vierde VVV Venray zijï
jarig bestaan. N.B. In 1920fl
trouwens al een bescheiden
gedaan door enkele heren
Vereeniging ter bevordering
Vreemdelingenverkeer in Venra^^
te richten, maar blijkbaar is
niet aangeslagen.
1(2»
X DE KLOKKENLUIDER
En ineens was de belangstelling ld
het Venrayse publiek gewekt,pk
een jongen onaememerzijn o
vallen op het oude Dinghuys
een horecabedrijf te vestigen.
Nooit van te voren had men;
bekommerd om het gebouw, tot
stinkende 'pisbakken achter tegf
muur geplaatst werden, toen dem
'oeil ae ooeufs' dichtgemetseld'
den, toen het recht op vrije uil
fewoon genegeerd werd en to»
lap op de vuurpijl de histon P
cachotjes gewoon verdwenen p
nieuwbouw van de buurman.
Het leek toen net of het get1
'vogelvrij' was en niemand er
over ontfermde. En dan plotseling
stortvloed aan krokodillentranen,
te meer pleit het voor de nieuwel
naar dat hij er in geslaagd is,
onder deze kritische en arkcurjv,
blikken, een historisch monui
moderne wijze voor het ni
bewaren. Cnapeau! Ul
N.B. Als u dit artikel gelezens
bord me ,H,
>t u waarom het
woord 'Latijnse school' aan hetht
ge gebouw maar een fase ir
'jescniedenis van het gebouvL.
duidt. Nu is het misleidend.i
iedereen denkt dat er nu nog
onderwezen wordt.
Louis Rutten, 2001
Opgedragen aan alle kinderen tuv
kleinkinderen. Met dank aan Tnmjrtik
Antoon voor het zetwerk.
Dit artikel heeft niet de prete tn
volledig te zijn noch het monop pbc
van de wijsheid tc bezitten. tn c
H
wil
he
1.30
De
mme!
;esl« tik,
ude
leer