Donderdag 13 oktober 1994 - Pagina Dóór Frankrijk en België snelden ze voort, de mannen van Patton, Hodges, Dempsey, ze namen Parijs, Brussel, Luik, zij bevrijden de eerste Neder landse stad, Maastricht. Het was op zondag 3 september, dat de moffen in Venray tekenen begonnen te geven van enige onzekerheid en ongerustheid. De Duitse bezetting van het Paters- klooster, de „Blitzmadel" begonnen in allerijl met koffers te slepen, terwijl vanaf Deurne eindeloze rijen mannen van de Reichsarbeitsdienst op de fiets Venray binnentrokken. Rode Kruisauto's reden met grote vaart door naar het Ziekenhuis in Te- gelen, dat als Kriegslazaret bestemd was. Huizen werden plots gevorderd voor onderdak van zoveel duizend man schappen, die Venray op hun terug tocht „aan" zouden doen, terwijl fiet sen voor de moffen zeer aantrekkelijke voorwerpen werden. Geruchten deden de ronde dat de Amerikanen reeds op weg waren naar Roermond en de Brit ten doorgestoten waren in de richting van Eindhoven. De verwarring bereikte op dinsdag 5 september zijn hoogtepunt, toen nie mand - de moffen en wijzelf - eigenlijk meer wist wat er aan de hand was. De Blitzmadel trokken huilend op boeren karren in de richting Venlo, eindeloze colonnes Duitsers stroomden vanuit Brabant Venray binnen en trokken langs allerlei richtingen Venray weer uit, in de richting der Heimat. We zien ze nog voorbij sukkelen, de helden met de Poolse karretjes, getrok ken door half kreupele paarden, ezels en zelfs ossen. Karren beladen met sla pende Sieger" van allerlei rangen en onderdelen. Ik zie hem nog zitten de Hauptman der Infanterie naast de Gefreiter der Luftwaffe, broederlijk een ezel men nend, hem aansporend tot grotere spoed. Maar de ezel die blijkbaar niet geloofde dat de Amerikanen hem op de hielen zaten, sjokte kalm en be daard verder de Leunscheweg op, on kundig van de angst zijn meesters. Ja ze waren op de terugtocht, de be- klimmers van de Elbroes, de bewakers van den Atlantic Wall, de beschermers van Europa. De terugtocht over Ven- rays wegen had iets weg van een span nende wielerwedstrijd, immers, in lan ge rijen stonden de honderden toe schouwers langs de wegen, verheugend glunderden, zij het dan dat zij hun en thousiasme moesten beteugelen en niet openlijk hun „favorieten" mochten aanmoedigen tot nog grotere snelheid. Ja we voelden ons reeds bevrijd, want had onze Deken 's zondags op de preekstoel niet gesproken van een dankprocessie in vrijheid naar Oostrum?! En dan.de Amerikanen op komst, de Britten in Eindhoven en Breda. In alle stilte werden Oranjelinten verkocht, spandoeken geschilderd, on ze meisjes maakten Oranje jurken, de bloemen voor onze bevrijders stonden klaar. Sommigen hadden zelfs de stout moedigheid om bij de heren der elasti citeit te informeren of de Tommy's al in Eindhoven waren... En dan onze Mussertmannen, ook al aangetast door de bevrijdingsroes; met hun gehele inventaris trokken de hoge pieten der N.S.B. onder bescherming der S.D.-officieren Venray uit, terwijl de N.S.B.-sloeber met zijn handkarret je zich aansloot bij z'n Duitse strijd makkers, die reeds ervaring in de tac tiek der elastische oorlogsvoering had den. :i Venray werkte niet meer, het kon ie der ogenblik gebeuren... Onderduikers kwamen met bleke kamergezichten weer te voorschijn. Venray stond ge reed.. en om de tijd te doden trokken velen, rijk en arm, jong en oud, naar het Duitse textiellager, in het klooster Jerusalem. Hier bevonden zich 45 ton textielgoederen, achtergelaten door de mannen van de „Fuchs" die het blijk baar niet meer nodig vonden om onder de dreigende nadering der invasiele gers, onderbroeken en sokken te sorte ren. Alles lieten de heren moffen daar liggen, en vele Venrayers die de oor logsjaren gesleten hadden met verstel de broeken en hemden, zagen hun kans schoon. Het was daar een waar para dijs, de Fuchs bood een zeer ruime sor tering: dameskousen, bustehouders, overjassen, dassen, onderbroeken etc. Het was werkelijk een dolle tijd en me nigeen heeft zich daar in enkele ogen blikken rijk „gesaboteerd". HET BEGON IN SEPTEMBER „Dit is een verhaal van de strijd om de bevrijding van Venray, de geschiedenis van zware rampspoeden en een duur gekocht geluk, de vrijheid. Het is 'n geschiedenis van mensen die in doodsangst eikan der vonden en die elkaar nu alleen kunnen vertellen hoe vreselijk de ze tijd voor hen was. Het betekent het lijden van de mensen uit de zwaar beproefde gebieden, waarvan de zwaarte in al zijn felheid slechts kan gevoeld worden door hen, die deze bevrijdingshei mee maakten. Hier volgt dan de geschiedenis van Venray, dat na weken lange artillerieduels, typhoonaanvallen en straatgevechten, in een puinhoop herschapen, bevrijd werd. Het is een strijd geweest van weken, voordat de 18 oktober, de dag der vrijheid, aanbrak". Het verhaal gaat van iemand die zich een stel leuke strikdassen wilde aan schaffen en thuis gekomen bemerkte dat zijn buit bestond uit een doos met... bustehouders. Ja, de bevrijding scheen nabij. Er waren reeds plannen voor een praal- volle intocht onzer bevrijders, het was allemaal zo mooi, er was zoveel blijde spanning en verwachting. Eindelijk zouden ze dan komen, die kerels uit Engeland, Amerika, Nieuw Zeeland, Australië en misschien zelfs de mannen der Prinses Irene Brigade. Het was alsof een strak getrokken masker van onze gezichten was geval len, de ernstige, zorgelijke trekken wa ren verdwenen. Men hoefde elkander het niet te vertellen, je zag het aan iede reen die je tegenkwam: ze zijn op komst! O, die vrijheid, die wij toen zo dicht bij waanden, wat was ze, meer dan ooit, ver weg. Wij wisten het niet dat Duitse en Ne derlandse SS-ers zich toen bij het Leo- poldskanaal hadden vastgebeten ach ter deze stelling, en zo de weg naar Eindhoven voor het Tweede Britse le ger versperden. Het drong niet tot ons door, want verhaalde Robert Kiek niet steeds van de geallieerde patrouilles die bij de Grote Barrière de Nederlandse grens gepasseerd zouden zijn? Wat zei ons het woord „patrouille", dat kleine groepje uitgelezen verachters van de dood, wier uiteindelijk doel slechts was weer terug te keren naar de hoofd macht? Voor ons waren zij de voorhoeden die op weg waren naar Nederland en binnen enkele dagen in onze omgeving te verwachten waren! De moffen hadden echter hun dwaze vergissing wel bemerkt; enigszins van hun schrik bekomen en tot de ontdek king geraakt dat zij op hol geslagen vyaren voor slechts loze geruchten, keerden zij woedend terug en hun hou ding tegenover de bevolking werd driester en brutaler. Met schrik zal Venray altijd terug denken aan DONDERDAG 7 SEPTEMBER Er was tussen de kazerne op het Veulen en Deurne een kabel doorge knipt. 300 Mensen werden door de Ortscommandant gevorderd ter bewa king. De politie, die opdracht kreeg om de mensen bij elkaar te verzamelen, dook met de burgemeester onder! Een uur later, het was 's morgens om 7 uur, waren alle mannen uit Ven ray verdwenen. In paniek trokken ze de boeren op, de bossen in, kippen hokken en hooimijten werden voor het eerst „noodwoning". Venray lag uit gestorven. Het was zo stil op straat dat de vrouwen er stil van waren... Een angstige, dreigende spanning lag over het dorp, zouden de Grünen komen? Het werden zenuwslopende dagen, zo erg zelfs dat dé Ortskommandant het op zijn zenuwen kreeg, algemene „amnestie" verleende. De politie en burgemeester vonden het echter maar beter om niet aan de oppervlakte te ko men en te wachten op betere tijden. De Duitsers hielden zich voorlopig kalm en Venray werd niemandsland. Het le ven hernam zijn normaal verloop, ge werkt werd er practisch alleen door bakkers en slagers. Zo regen de dagen zich in dorre een tonigheid aaneen, je had eigenlijk geen besef meer van den tijd. Het Tweede Britse leger zond nog steeds patrouilles uit over de grens bij Budel, maar ver der kwam het niet. Intussen hadden de moffen, na hun grote trek in onze rijwielen, ontdekt dat het Nederlandse vee niet in de han den der Tommy's mocht vallen. Var kens, koeien en paarden werden gevor- der, voorlopig nog tegen „zahl schei- ne"; daarmee onderging onze bevol king een tijd van de meest bestiale ter reur, van plundering en roverijen. La ter zouden Nederlanders, het klinkt mij als 'n vloek, de Land wachters, aan dit lugubere werk hun bijdrage leve ren, zover was het nu nog niet. Alle menselijkheid verloren de mof fen echter op dien gedenkwaardige zondag, toen de wereld voor het eerst de naam Arnhem in de nieuwsberich ten hoorde en daarmee de vreselijke strijd om Nederland begon. DE HELDERE ZONDAGMORGEN 17 SEPTEMBER Het was als een belofte, die helder stralende zon en daar hoog in de lucht de zwierende Spitfires, die bij Oostrum 's morgens een trein kapot schoten. Voortdurend vlogen er Tommy's en om 11 uur dreunde de lucht van zwaar motorgeronk; vliegende Forten trok ken in de bekende V-formaties bij hon derden in noord-oostelijke richting. Even later klonk uit de verte het doffe gedonder van neerploffende bommen op het vliegveld Volkel. De middag verliep in een sfeer van angstige spanning en afwachting, tot dat de radio plotseling om kwart voor vijf een extra nieuwsbericht uitzond, dat als een schok door Nederland ging, ze zijn geland, de Airbornes bij Arn hem, Nijmegen en Eindhoven. Weg was alle neerslachtigheid, nu zou het dan werkelijk gebeüfén, want ook de hoofdmacht van het Tweede Britse leger was in beweging gekomen richting Eindhoven. Het klonk zo nuchter het communiqué uit het Geal lieerde Hoofdkwartier: Hedenmiddag zijn sterke luchtlan dingstroepen van het eerste Ameri kaanse lucht leger in Nederland, ten zuiden van Rijn en Lek neergelaten ter bevrijding van het Nederlandse grondgebied". De dagen die nu volgden waren van intense spanning en afwachting. Eindhoven en Nijmegen werden in een verrassend snelle doorstoot bevrijd, waarmee de bekende corridor dwars door Zuid-Nederland een feit werd. Het was een vreemde situatie voor de bevolking ten oosten van deze lijn en ten westen van de Maas. De Duitsers die totaal overrompeld werden, had den geen enkele verdedigingslinie en zo gebeurde het dat verschillende nieuws gierigen van Venray naar Grave en Nij megen konden trekken, naar bevrijd gebied. Zij kwamen terug met geweldig sterke verhalen over kolossale tanks, heerlijke Engelse sigaretten, de gemoe delijke Tommy's, hun overstelpende overvloed aan allerlei oorlogsmateri aal. Er bereikten ons de eerste kranten uit bevrijd Nederland, waarin in aller lei toonaarden vreugde en dankbaar heid werd geuit over het grote geluk der bevrijding. Wat was het 'n genot 's avonds on der het schaarse lichtje van een kaars in de huiskamer te lezen in het bevrij dingsnummer van Parool uit Eindho ven: .Dankbaar zijn wij, ontzaggelijk dankbaar voor de bevrijding. Het is of in ons de sluisdeuren van een machtigen stroom zijn opengezet. Wij danken God, die de geschiede nis van vrede en oorlog, en die in die geschiedenis zijn weg gaat, en in wiens weg het ligt ons thans vrijheid te schenken als een geschenk". Een amateurfoto van enkele uitgelaten dames die bij „Fuchs" in de Ursuiaschool hun slag hebben geslagen. Het was die avond alsof ook wij reeds bevrijd waren, wat moest dat toch geweldig zijn: vrijheid. Maar plots werd ons die beleving van dat ge luk wreed verstoord toen een stel schreeuwende moffen op straat er ons aan herinnerden dat zij er nog waren. Ja ze waren er nog, deze van angst schreeuwende kerels. En deze dagen werd het ons pas recht duidelijk wat het betekent onder bezetting te leven. Toen de Britse opmars bij Deurne en Overloon gestuit werd door de S.S. di visies en zodoende het front als 'n ijze ren ring om Venray vastgeklonken werd, begonnen de heren voorgoed alle menselijkheid af te leggen. Bijgestaan door de Nederlandse Landwacht werden honderden stuks vee van de boerderijen en de weiden weggehaald en over de Maas gedreven. Winkels werden geplunderd, terwijl de fietsen en andere voertuigen nu een maal voorgoed verdwijnen moesten. Hel naderbij komende oorlogsgeweld, met alom inslaande granaten, deed menig middenstander zijn etalage dichttimmeren. Het mocht niet baten. Voor de tweedemaal werd het duide lijk dat de bevrijding weer niet zou ko men in een sneltreinvaart met fanfares en bloemen. Iedere avond donderden uit de verte bij Helmond, Asten en Oploo het geschut, soms luid, dan scheen het weer verder weg te zijn. En weer zakte de stemming, moedeloos heid kreeg de overhand, kwamen ze dan nooit. Ja ze zouden komen, maar zo geheel anders dan wij verwachten. Het was 30 september toen 's avonds om half zes 20 Britse Bommenwerpers de Duitse artilleriestellingen op het terrein van St. Anna bombardeerden. Een verschrikkelijke verwoesting werd aangericht onder de gebouwen? met de Duitse stellingen werd een groot deel van St. Anna volkomen vernietigd; 15 doden onder patiënten en ver pleegsters! Dit was de oorlog, de eerste vernielingen. De slachtoffers, daarmee zouden wij de vrijheid moeten kopen. De avond viel in, een drukkende stem ming, een sfeer van onheil lag over Venray, want overal maakten de mof fen stellingen, stelden luchtafweer op, terwijl in het donker de tiger-tanks door de straten kletterden op weg naar Overloon. Daar moesten ergens de En gelsen zijn, niemand wist het precies. Het was 's avonds half negen, toen een akelig gierend geluid uit de verte aankwam, steeds sterker werd, en plots ophield met $pn ontzettende ontplof- 'fing Wat wa? dat.'.Granaten. 'JÜ Die eerste angst die je bijna doet ver stijven, maar waarna je onmiddelijk als een automatische machine je bukt, ergens tegen aan gaat liggen, als het maar iets is, dat een gevoel van veilig heid geeft. Voor de eerj is het een tafel voor de ander de hoek van de kamer, als je maar in elkaar ergens onder of tegen aan ligt! De ene slag volgde na de andere. Plots was 4t stil. IJselijk stil. De eerste granaten waren gevallen, waar ze van daan kwamen wist niemand, want het front was nog ver weg. Het is een vreemde gewaarwording, je denkt ie dere keer, dat deze granaat voor jou bestemd is, maar akelig huilend gaat hij over je heen. Naarmate er meer komen werd je „Frontzintuig" wakker, aan de hoogte van de fluittoon weet je dat de granaat dichtbij of verder weg neerploft. Uit eindelijk word je er geheel mee ver trouwd, hoewel een gevoel van onvei ligheid en gevaar altijd blijft. Altijd blijf je gespannen, voortdurend ben je op een nieuw salvo geconcen treerd, en het dichtslaan van een deur kan je tegen de grond doen slaan van de schrik. Dat waren dus de eerste granaten en daarmee werd het kelderleven ingeluid. Bijna niemand voelde zich meer veilig 's nachts bovengronds en zo werden de kelders als slaapplaats en later ook als woonplaats geinstalleerd. VENRAY TOEVLUCHTSOORD VOOR EVACUÉS De strijd bij Overloon naderde zijn hoogtepunt; vanuit het Venrayse ge bied brulden, loeiden de Duitse nevel werpers, een der meest gevreeste mor tieren voor de Tommys. Juist van deze .„sobbing sisters" of „moaning min- nies" zoals onze bevrijders hen later noemden waren uiterst angstaanjagend en gevaarlijk. De Duitse nevelwerpers, electrisch geladen mortieren met 8 vuurmonden schoten vanaf St. Anna hun salvo's op Overloon; doordat in een razend snel tempo achtereen 8 granaten afgevuurd worden heeft 't geheel 'n geluid van 'n loeiende brullende leeuw, die ijselijke honger heeft. Ook het geluid van een loeiende koe, benadert de „muziek" van de nevel werper. Voortdurend cirkelen de dub- belstaartige Lightnings, de snelle Spit fires en Hurricanes over het front en het Duitse hoofdkwartier Venray. De ene Typhoonaanval na de andere volgde op de bossen bij Overloon. De Duitsers, die kostte wat kostte, hun goed te verdedigen linies wilden houden, dreven de bevolking van de in het front gelegen plaatsen eruit; die van Overloon, Vierlingsbeek, Maas hees en Holthees. Onder granaatvuur en voortdurend gevaar beschoten te worden door dui kende Typhoons, trokken de vluchte lingen voort, slechts weinig mochten zij meenemen. Waar zij heen trokken interesseerde de moffen niet, in zwei stunden heraus dat was alles! Toen bo den de wegen naar Venray in de eerste octoberdagen de meest verschrikkelij ke stoet die ik ooit gezien heb. Mensen met kruiwagens vol beladen met de kens en koffers, handkarren met aller lei bagage. Veel waren er ook die enkel een zware koffer droegen; gelaten en willoos sjokten zij voort, af en toe om kijkend naar hun dorp, waar de hemel reeds rood door het vuur getekend was. Dit leek mij de ergste verschrik king, liever gebleven in de hel van gra naten bij elkaar, dan in het zicht van de bevrijding verdreven van datgene waar je je hele leven voor gewerkt hebt. Alles ten prooi aan plundering en vernieling! Nooit zal ik vergeten de uitdrukking van die oude man van 70 jaar, een Overloonse boer, die wist dat zijn zoons heimelijk waren gebleven „zij zullen ons goed beschermen". Ja er waren van die onverschrokken kerels die zich in de grond groeven en twaalf dagen leefden van veldwortels, tot de moffen hen ontdekten en hen naar Venray stuurden. Zo werd Venray naast het centrum der Duitse verdediging tussen corridor en Maas, toevluchtsoord voor alle ver drevenen uit de dorpen, die onmidde lijk in de frontlijn lagen. Dat daardoor de meest verwarde toestanden ontston den, is duidelijk. ,Ma^r in nood leren de mensen el kaar vinden en iedereen nam graag 10 tot 20 evacués in huis; sommige boeren gaven onderdak aan 50 60 mensen! Het klinkt nu bijna ongeloofelijk maar in tijd van nood en gevaar is alles mogelijk. Eten was er ruim voldoende, vlees in overvloed want de meesten slachten hun vee af, omdat of de mof fen het meenamen of het ten offer viel aan granaten. Venray's inwoner aantal steeg in enkele dagen van 17.000 tot 25.000! Intussen vielen enkele malen per dag de overrompelende salvo's gra naten, storingsvuur noemt men zoiets, want stond aan de toegang van Venray niet: Achtung die Stadt liegt unter feu- erlichem Störungsfeuer?. Dit storingsvuur, dat zo eng en ver anderlijk was door het plots gebeuren, eiste veel slachtoffers. Ineens was de lucht gevuld met gierende geluiden, zware ontploffingen en daarna ijselijke stilte. Iedere keer klonk daarop het ge kerm van gewonden, waren sommige straten gekleurd van het bloed. In één huisgezin op een morgen drie doden; ergens anders een jongen voor zijn le ven verminkt. Venray werd frontstad. Nu wisten wij het zeker, de moffen zouden niet meer terugtrekken. Ster ker, talrijker kwamen de salvo's. On ophoudelijk doken de Typhoons nog dicht in de buurt van 't dorp. In al zijn verschrikking, biedt de duikaanval van dit vliegtuig, dat deze gevaarlijke ra ketten neerschiet, iets geweldigs impo nerend! Eerst enkele malen cirkelend als een roofvogel die zijn prooi zoekt, dan plots in een hooggierend geluid neerstortend, pijlsnel omlaag, terwijl vuurstralen uit zijn neus spuiten, gevolgd met raketbommen, die met een donderende ontploffing alles ver brijzelen. Wat waren ze bang, de moffen, voor deze „roofvogels". Nog was Venray niet het onmiddelij- ke doel en dus volgde ieder met gespannen aandacht de duikmanoeu- vres, van dit nieuwe vliegtuig. Hoog optrekkend loeiden zij over het dorp heen, steeds weer neersuisend op de Duitsers, die zich in de bossen ver schanst hadden. Voor de toeschouwers een imponerende wedstrijd; voor hen op wie het gericht is een vreselijke hel! Wé zouden het later ondervinden. Op 6 october kregen de moffen hun laatste kans, de straten waren bezaaid met in Duits gestelde vlugschriften, de vorige nacht door Engelse vliegtui gen uitgeworpen: Eine minute, die dir das leben retten kan". Zij die zich over wilden geven, moesten gebruik maken van duidelijk zichtbare doeken of hemden. Het kwam er eigenlijk niet op aan wat, als het gebaar maar overduidelijk was! Hande hoch und weisze Fahne. Het bleef bij deze aanmoediging van Engelse propaganda want er wei weinig succes mee geoogst. Want vuurden de 88ers en in de avondf brulden zoals gewoonlijk de nevelwei per. Intussen had de radio reeds enkel malen gemeld dat Overloon gevalle was en door Amerikaanse tankdivisie bezet was. Het interesseerde eigenlij niemand meer, want waarom kwame zij dan niet door naar Venray. Drie weken lagen ze nu al in een wij de boog rond onze plaats, op een a| stand van slechts zes a zeven kilomi ter! En als zij dan toch niet doorsta ten, waarom dan die verradelijke vo's granaten midden in het dorp waar bijna geen Mof te zien was! Niemand begreep er iets van, nooj hadden wij een oorlog meegemaalii Wat wisten wij van de betekenis et; bepaalde streek achter het front dot beschieting tot gevaarzone voor de vij and te maken? Venray met zijn vel kloosters en gestichten, met zijn kenhuis zou toch zeker wel ontzie worden? Ze konden er toch wel om heen trekken en zo de moffen de Maa overdrijven! Wat wisten wij van de zeren ring rond Venray, die onze bé vrijders op een of andere zwakke piel (als deze er was) open moesten brekt met enorme zware verliezen? Voor de burger heeft de oorlogv<n ring veel onbegrijpelijks, juist datgei wat vanzelfsprekend lijkt gebem nooit. Er schijnen zoveel factoren het spel te zijn, die nooit openbaar) maakt kunnen worden, dat ook na loop van de strijd nog talrijke vragt open liggen. Vooral het bombardi ment - de vernietiging der etappelinlt rond Venray aldus de BBC - waarli het centrum totaal verwoest werd, gi aanleiding tot de meest bittere uitlalii gen. Het is zo natuurlijken wellid waren de Engelsen ook wel niet preci; op de hoogte der juiste getalsterkte en posities der Duitse troepen. Tenslotte werd de bevrijding vi Overloon definitief door het ingrijp; van de derde Britse Infanterie-divivsi en zo was alles gereed voor de gro aanval, de laatste slag de doorbras door de Duitse stellingen en mijnenvi den tussen Overloon en Venray. Het leven in deze laatste dagen voo de grote strijd bestond voornamel uit eten, melk halen bij de boeren het zorgen voor onze talrijke evacué' Per dag werden door vele meisjes du zenden boterhammen gesmeerd en ve: werkte de gaarkeuken talrijke ketel heerlijke snert. Een haastig uit grond gestampt evacuatiecomité zorg de voor kleren, schoeisel en definiti; onderdak. Klooster Jeruzalem, hoofdpost va de onvermoeid werkende Geneeskui dige Dienst, nam 800 evacués op! die kloosters en gestichten, wat zijn in deze tijd voor Venray niet geweesl Onvergetelijk zijn de prachtige staall jes van persoonlijke moed van broeders en zusters geweest, oven stonden ze klaar om de zwaar getrofft nen op te nemen! De gestichten en kloosters St. Anna Servaas, Jeruzalem, St. Jozef, Zieken huis, Patersklooster even zovele centr voor gewonden, zieken en evacué! Venray kan hen niet genoeg dankbaa zijn voor hun heroisch werk in de urci des gevaars! Ja het gevaar, het maal iemand ofwel tot een lafaard, of to een held. Angst in deze tijd overviel dereen, het was slechts de vraag of j meester van jezelf kon blijven of niel Naast tonelen van ergerlijk egoisme angst voor eigen lijfsbehoud zijn veel mannen en vrouwen geweest di enkel het woord plicht kenden. Dik wijls waren het juist de eenvoudige die met ware doodsverachting gewon den hielpen of doden wegbrachtei Boven alles zie ik de figuren van de lei der van de geneeskundige dienst, geestelijken, de jongens en kerels vai de luchtbescherming en brandweer. Overal zijn ze geweest, de helden, iede re straat en iedere buurt kende zo zijr eigen leiders in die dagen, naamioo1 zijn ze, zij zullen het wellicht blijven. Iedere dag bracht nieuwe slachtof fers men raakte eraan gewend. Dins dag 10 october negen doden ineens een onverhoedse granaat beschieting Woensdag 11 october werd het aantal vermeerderd tot 15 en de volgende dap zou wel weer zijn slachtoffers eisen Het was deze verschrikkelijke onzeker heid die zo ondraaglijk was, gebeurd; er maar iets definitiefs, iets geweldigs dat aan alle spanning een einde maakt Als het dan zo moeilijk ging de moffen eruit te krijgen waarom dan luchtvloot van duizend bommenwer pers op de stellingen neergelaten! Waarom geen zwaar trommelvuur zo als bij Caen, waar het pleit binnen en kele uren beslist was!. De avond van de 11e october viel in, met dezelfde nerveuze dreigende sfeer van ieder weerkerende duisternis, ver weg brulde de nevelzwaaier, ploften granaten met een matte slag neer, klet terden de laarzen van schreeuwende moffen over de straat. En in de kelders klonk die avond het gewone rozen krans «-gebed, want het was Maria maand. Het was een avond vol heldere ster ren met ongekende en toch vertrouwde geluiden met aan de kant van Overloon het flitsen van de monotoon vurende kanonnen. En aan de einder ver weg scheen een blauw witte streep, het kunstmatige maanlicht dat boven het front hing. Het was een avond als ieder ander der laatste weken, het leek alsof de strijd was gaan stilstaan. En weer

Peel en Maas | 1994 | | pagina 14