Koninklijke
Onderscheidingen
le Briiatten
Woensdag 3 mei - Pagina 5
heer Buys sinds 1984 de funktie
van conrector aan het Dag-avond-
college Venlo, dependance Ven ray.
Z(Jn werkzaamheden voor "De
Zangers van St. Frans" en zyn vele
aktiviteiten voor de federatie "Pue-
ri Can tores", zowel nationaal als in
ternationaal. betekenden voor dhr.
Buys, naast z(jn betrekking als le
raar welhaast een tweede dagtaak,
waarvan hy zich met een niet afla
tende. van groot elan en enthousi
asme getuigende inzet heeft
gekweten, en dat thans nóg doet
Hy heeft zich nationaal en inter
nationaal getoond als een waardig
ambassadeur van Venray en Neder
land op muziek-cultureel gebied,
getuige de vele reizen, congressen
en festivals welke met zyn mede
werking en, deels, onder z(jn lei
ding werden georganiseerd.
Vanaf 1975 vervulde dhr. Buys
binnen het bestuur van de "Pueri
Cantores" de funktie van sekretaris
en sedert 1987 is h(j Vice-President
en Sekretaris-Generaal met als spe
ciale opdracht de zorg voor de ko
ren buiten het werelddeel Europa.
Daarnaast heeft hij in eigen land
de nationale afdeling van Pueri
Cantores nieuw leven ingeblazen,
waarby nu ongeveer 20 koren zyn
aangesloten, uit alle delen van het
land.
Alle Venrayse gedecoreerden wer
den. zoals te doen gebruikelijk, op
Koninginnedag, uitgenodigd in de
Burgerzaal van het gemeentehuis.
Burgemeester Defesche feliciteerde
daar nogmaals de nieuw-gedeco-
reerden. In het afgelopen jaar
mocht hy namens de Koninging in
totaal drie zilveren medailles
opspelden; eveneens drie gouden
medailles en eenmaal de versierse
len van het Ridderschap.
Koninklyke Harmonie Euterpe
bracht daarna weer, traditiege
trouw een aubade voor het bordes
van het gemeentehuis, waar de ge
decoreerden stonden opgesteld.
hannesaltaar, dat afgebroken werd.
Beide heiligen, waarvan het feest op
25 oktober wordt gevierd, zijn patro
nen van de leerlooiers en schoenma
kers, die, samen verenigd in een groot
gilde, vooral tijdens het Belgische be
wind, schoenen maakten voor het
leger. Dit ambacht groeide in de 19e
eeuw uit tot een belangrijke industrie.
Aan het St. Lucia-altaar was ook
een broederschap verbonden, die
o.m. zorgdroeg voor het altaar. In
het kerkarchief wordt nog een reken
boek (1711-1789) van dit altaar be
waard. Van twaalf rectoren, die het
altaar bedienden, zijn de namen be
kend.
Het barokke altaar werd later afge
broken. In de Grote Kerk is nog het
beeld van de patrones St. Lucia aan
wezig. Dit zeer belangrijke werkstuk
werd da or Dr. J. J. M. Timmers als
volgt beschreven: „Gekleed in tunica
en ruimgeplooid opperkleed. In over
rug en schouders neergolvende haren,
draagt zij een diadeem. Eikenhout
met oude polygromie, ten dele door
een latere overdekt. Hoogte 132 cm.,
datering eind 15de eeuw.".
Voor Dr. Timmers is de maker on
bekend, maar Dr. Gorissen is evenwel
van mening, dat het beeld afkomstig
is uit het atelier van de meester, die in
1474 de koorbanken van de voorma
lige Minorietenkerk in Kleef maakte.
Het beeld werd tijdens de verwoes
ting van de kerk in 1944 zwaar be
schadigd. Bij de restauratie door Piet
van Dongen werden diverse onder
delen, zoals handen en attributen
vernieuwd.
SINT LUCIA
Sint Lucia werd als een van de
voornaamste martelaressen van de
Latijnse Kerk genoemd. Zij stamde
uit een voorname familie te Syracuse
op Sicilië. Haar martelaarschap viel
onder vervolging door keizer Dio-
cletianus (284-305). Zij werd veroor
deeld tot de brandstapel, die haar niet
deerde. Zij werd met een dolksteek in
de hals gedood.
Zij is een typische „pestheilige". In
onze streken werd zij ook aangeroe
pen voor de z.g. „rode loop" of
dysenterie. Haar feestdag valt op 13
december. Pastoor M. J. Janssen ver
meldde in 1877 in zijn aantekeningen,
„dat de oude menschen op 13 decem
ber nog heiligendag houden".
VAN DE GESEL DER PEST,
VERLOS ONS HEER
Het oudste bericht over de pest in
Venray en omgeving, dateert uit 1469
en staat vermeld in een rekening van
de z.g. pondschattingen van het Land
van Kessel. In opdracht van de hertog
van Gelre moest Gaert van Kessel
naar Venray, waar toen de pest heers
te. Hij waagde zich niet in het be
smette gebied en ging ni|t verder dan
Leunen. In de rekening werd niets
vermeld over eventuele slachtoffers.
Op St. Michielsdag (29 september)
van het jaar 1635 vielen talrijke Kroa
tische compagnieën cavalerie het dorp
Venray binnen. Deze Kroaten be
hoorden tot de ruiterbenden van de
keizerlijke veldheer Piccolomini
(Spaanse landvoogd in de Zuidelijke
Nederlanden). Zij vochten tijdens de
dertigjarige oorlog (1628-1648) tegen
de Staatse troepen van Frederik Hen
drik.
De bevolking kreeg het zeer zwaar
te verduren door de plunderingen en
brandstichtingen door deze nietsont
ziende vreemde ruiters. Bovendien
eisten zij grote sommen geld voor hun
levensonderhoud. Alleen al om de
Grote Kerk met de daarin opge
slagen have en goed van de bevolking
te vrijwaren, moest nog eens
honderdvijftien rijksdaalders per
week worden betaald. Om te voorko
men, dat de veertig paarden, die de
boerenbevolking in de Grote Kerk
had gestald, door de Kroaten bij hun
vertrek zouden worden meegenomen,
moesten nog eens 1000 gulden, 30
rijksdaalders en een grote hoeveelheid
graan bijeengebracht worden.
Wij vermelden dit krijgsgebeuren,
omdat in hetzelfde jaar tot overmaat
van ramp, ook nog de pest was uit
gebroken.
Zowel uit de sterfregisters als uit de
aantekeningen van pastoor van Haeff
blijkt, dat in 1635 meer dan 30 men
sen op één dag stierven en dat bijna
in ieder huis de pest heerste. In
Oostrum stierven 15 mensen per dag
en slechts enkelen overleefden deze
zeer gevreesde en besmettelijke ziekte.
In het Venrayse klooster „Jerusa
lem" en in het klooster „Betlehem"
in Oostrum, stierven in totaal 20 zus
ters.
In de loop der eeuwen werd het
woord „pest" gebruikt voor een veel
heid van besmettelijke ziekten.
EPIDEMIEËN
In 1702 brak in Venray een dysen-
terie-epidemie (rode loop) uit. In de
maanden augustus, september en ok
tober stierven 108 personen. In de
maanden augustus en september
Pagin EL EN MAAS
lid geweest van het College van
Bijstand van de gemeente Venray.
Met haar grote ervaring en deskun
digheid heeft zij aan de besluitvor
ming over niet zelden moeilijke
zaken en situaties steeds een we
zenlijke en waardevolle bijdrage ge
leverd.
Voorts is Mevrouw Te Loeke vanaf
1971 tot heden lid van de woning
toewijzingscommissie van de Wo
ningbouwvereniging Noord-Lim
burg en is zij sedert 1980
bestuurslid van de Geschied- en
Oudheidkundige Kring Venray en
omgeving. In beide organen levert
zij nog altijd een actieve inbreng.
MEVR. M. HOOGSTEDE-SIEMONS
(Veltumse KLeffen 20) nam precies
een jaar geleden afscheid van
„haar" patiënten en de collegae in
het Psychiatrisch Centrum Venray,
na ruim 40 jaar in de verpleging
werkzaam te zijn geweest, waarvan
26 jaren in Venray.
Mevrouw Hoogstede werd door ken
nissen zogenaamd uitgenodigd
mee te gaan naar Kevelaer, maar be
landde geheel onwetend van wat
haar te wachten stond, in de Bur
gerzaal van het gemeentehuis. Daar
werd ze onder luid applaus verwel
komd door tientallen collegae, fa
milie en vrienden en
vertegenwoordigers van de PCV-
directie. Wat dat allemaal te beteke
nen had werd haar al heel gauw
duidelijk, toen burgemeester Defe
sche „haar doopceel lichtte" en
tenslotte mededeling kon doen dat
ook aan haar, door H.M. de Konin
gin de gouden eremedaille in de Or
de van Orarye Nassau was
toegekend.
Op 18-jarige leeftijd werd Me
vrouw Hoogstede in 1946 toegela
ten tot de leerlingenopleiding
„verpleegkundige-B" van St. Anna
in Venray. Zij behaalde hier haar B-
diploma en trad vervolgens in 1956
in dienst van de Jan de Wit-kliniek
te Bakel, waar zij zich toelegde op
de kinderverpleging.
In 1958 startte zij met de opleiding
„Verpleegkundige-A in het St. Lam-
DE HEER W.A. BUI'S
(Mastbos 6) moest zo nodig in „de
Galmhut" aan de St. Antoniusstraat
gaan kontroleren hoe zyn zangers
het fraaie clubgebouw hadden ach
tergelaten. Dat er meer aan de hand
was, ontdekte hy al vóór het bin
nenkomen, toen hfj amper zyn au
to kon stallen - zo druk was het
daar. Maar dat het clubgebouw zo
goed bezet zou zyn door familie,
oud-collegae, vrienden en beken
den - en niet te vergeten, enkele
zangers - had hij üi de verste verte
niet verwacht.
Burgemeester Defesche vertelde
hem dan ook maar gauw hoe de
vork aan de steel zat. Voor ex-MAVO
leraar en oprichter/dirigent van de
„Zangers van St. Frans" was een by-
zonder hoge onderscheiding wegge
legd: het Ridderschap in de Orde
van Oranje Nassau. „Wat de Paus
kan. kan onze Koningin ook", ver
duidelijkte de burgemeester. Daar
mee doelde hy op de Pauselijke
onderscheiding „Ridder in de Orde
van St. Silverster", welke de heer
Buys reeds tien jaar geleden mocht
ontvangen.
De heer Buys begon zijn Venrayse
loopbaan in 1959 als onderwyzer in
Zuid, daartoe speciaal uitgenodigd
door Pater Schmiedt van de Paters
kerk, die dhr. Buys uit Den Haag
kende. Het was niet zozeer het
„baantje" wat hem hier in Venray
aantrok, als wel de mogelijkheid
een jongenskoor op te richten, dat
als kerkkoor de eucharistievierin
gen in de Paterskerk zou moeten
opluisteren.
Hoewel de „Zangertjes van St.
Frans" ongetwijfeld zyn levens
werk zyn, bleef het onderwijs toch
zijn hoofdfunktie. In 1968 verliet
hy de school in Zuid, om een kom-
binatiebetrekking als vakleer
kracht muzikale vorming aan de
lagere scholen te Blitterswyck, Lot-
tum en Wanssum en de R.K. Mavo
te Meerlo, te aanvaarden.
Vijfjaar later werd hij vakdocent
Nederland en Geschiedenis aan de
Mavo te Meerlo en de Mavo te Ven
ray, om uiteindelijk zijn werkzaam-
heden tot de Venrayse Mavo te
beperken. Daarnaast vervult de
(Naar gegevens van Ben Kruysen.)
HET SINT LUCIA-ALTAAR
Het in 1478 door de familie van der
Iheer gestichte altaar van St. Lucia,
tegen de eerste noordelijke
irijstaande pilaar in de tweede altaar-
ij (daar waar nu de preekstoel staat).
Op 1 juli van dat jaar verscheen
oor de toenmalige schepenbank van
Venray, Dirk van der Gheer, pastoor
ie Walbeek (dekenaat Gelre) om de
lichting van het St. Lucia-altaar vast
e leggen. De schepenbank bestond
oen uit: de schout (of scholtis of da-
lelijks richter) Goessen Boshuys en
Ie schepenen Jacob Gossens, Hen-
Irik Pouwels, Marien de Haen en
«lichael Brijen. Bij deze gelegenheid
«verd als voorwaarde gesteld, dat
lohan Antoon van der Schueren de
ste rector van het St. Lucia-altaar
fou zijn, als hij de leeftijd van 24 jaar
ld bereikt. De vergever werd An-
5 van der Schueren en zijn
ite bloedverwanten. De inkomsten
r de bedienaar bedroegen 30
fmalder rogge. Wekelijks moesten
het altaar vijf missen worden
lezen.
Uit diverse landerijen in de ge
rote Venray werden de inkomsten
itgelegd, zoals „uyt den Hof te
iterloe" (Castenray), uit het land
het Nieuwe Veld, uit de Grooten-
ker (tussen Leunen en Lull), te
larsloe (Merselo), uit de Nieuwheide
o uit het land tussen Het Zandakker
'en zuiden van het centrum) en de
klenkolk in het Venrayse Veld.
Daar de Schepenbank toen geen
^gel bezat, zegelden hiervoor heer
lohan van Broeckhuysen en de
«henen Johan Gossens (met ziin
Het Heüigébeeld van St Lucia, in
de Petrus Bandenkerk.
particuliere merk of zegel). Verder de
Venrayse pastoor en stichter van de
huidige kerk, Gijsbert van der Gaet
en de pastoor van Thorn, Geert
Koninck.
Bij deze acte zijn twee goedkeurin
gen van de stichting toegevoegd. De
eerste van Andries van der Schueren
en zijn bloedverwanten (3 juli 1478),
de tweede van Lodewijk van Bour
bon, wijbisschop van Luik (29 sept.
1478).
Het gestichte altaar zal aan het
einde van de 15e eeuw voorzien zijn
geweest van een gotisch retabel,
waarin onder de baldakijn het
beeld van de patrones, Sint Lucia.
In de kerkvisitatie van 25 septem
ber 1666 werd gemeld, dat het Lucia-
altaar opnieuw was ingericht en alles
wat nodig was, aanwezig was.
Dertien jaar daarvoor legateerde
Gerardus Pontanus, Venrayer van ge
boorte en pastoor te Vierssen, op 5
april 1653 aan dit altaar 100 imperia
len (gouden munten).
Uit de kerkvisiatie van 8 juli 1833 is
bekend, dat het altaar was voorzien
van een schilderij, dat de marteling
van Lucia voorstelde. De heilige werd
daarbij afgebeeld met zeven medail
lons. (Doek 174 x 1166 cm., 17de
eeuw, onder invloed van de Antwerp
se school). Het schilderij is vermoe
delijk in de oorlogstijd verloren ge
gaan.
De kerkinventaris van 1883 ver
meldde ook, dat op het St. Lucia-
altaar de twee kleine beeldjes stonden
van de H.H. Chrispinus en Chrispi-
nianus, martelaren. Deze beeldjes
stonden oorspronkelijk oo het St. Jo-
dit jaar heeft de jaarlijkse
esregen, ter gelegenheid van
jnginnedag, weer enkele „drup-
in Venray laten vallen. De
die daardoor verrast werd,
mevrouw
M.H.T. TE LOEKE
e Seilier 19) die onlangs, na een
istverband van ruim 30 jaren,
r werkzaamheden in de Venray-
«zinszorg heeft beëindigd. „Met
enorme smoes", zoals burge-
ister Defesche zei, was mevr. Te
ie nog eens naar het fraaie ge-
van de Gezinszorg aan de
(singel „gelokt", waar ze tot
f grote verrassing verwelkomt
d door het voltallige bestuur,
collegae, familie en vrienden,
haar verrassing werd nog groter,
n de burgemeester haar vertelde
^^■(H.M. de Koningin haar de gou-
n ere-medaille in de Orde van
aiye Nassau had verleend. Dat de
rgemeester dat kostbare klein-
d nog uit zijn handen liet val-
i, „was geen gebrek aan eerbied,
aar pure onhandigheid", zoals hij
:hzelf verontschuldigde.
A 1/ Mevr°uw Te Loeke kwam in
/\AJ( enst van de Stichting Gezinszorg
Venray in augustus 1958. Tot
H. verWde zij de funktie van
lofdleidinggevend maatschappe-
dieerzlk werkster/gezinsverzorgster. In
H. vond een regionale fusie plaats
1 Zo n de gezinszorg en werd aan het
tvoor van ^0 nieuwe organisatie
van n directeur benoemd, terwijl zy
i leidinggevende bleef fungeren,
it name voor de sektor niet-
jaarden.
t 1981 is Mevrouw Te Loeke naast
I ar werkzaameden voor de Stich-
u ig Katholieke Gezinszorg Noorde-
,y k Limburg, zoals de nieuwe
ganisatie inmiddels heette, gaan
ngeren als teamlid van het wijk-
mmm izondheidsteam Landweert.
(a een ernstig hartinfarct was zij
•licht, eind 1985, halve dagen te
werken.
88 kreeg Mevrouw Te Loeke de
ing over het wijkteam gezins-
•rgsters in Landweert.
aar niet alleen in de Gezinszorg
Mevrouw Te Loeke grote ver-
sten. Zo is zij bijna 20 jaar lang,
die functie heeft zy leiding gegeven
aan een verzorgende afdeling van
50 k 60 psychiatrische-geriatrische
patiënten met daaraan verbonden
een team van ca. 40 verpleegkundi
gen en verzorgend personeel; zij
heeft deze funktie op zeer bekwame
wijze vervuld.
Daarnaast is zy binnen het PCV ac
tief betrokken geweest by de
oprichting van de personeelsvere
niging en is zy ruim 5 jaar lid ge
weest van de ondernemingsraad.
Voorts heeft Mevrouw Hoogstede
zitting gehad in meerdere interne
adviescommissies, waarby haar bij
zondere kwaliteiten en ervaring
van grote waarde waren.
Tenslotte is zij sedert 1981 rjjksge-
commiteerde bij de landelijke exa
mens voor de opleiding
ziekenverzorgende.
bertus ziekenhuis te Helmond.
Na het behalen van dit diploma
heeft zij enkele jaren gewerkt als
hoofd van de Interne Afdeling en
nadien als Nachthoofd van het Bin-
nenziekenhuis te Eindhoven.
van 1758 werden 83 sterfgevallen ge
registreerd. In 1781 eiste deze epide
mie van 10 september tot eind okto
ber in de Venrayse parochie nog eens
106 slachtoffers. Vooral in Veltum,
op de Heuvel en het Eijndt vielen de
meeste doden. In 1811 vielen er nog
eens 66 slachtoffers, hoofdzakelijk in
de kom van het dorp.
Op een muur kapelletje aan de
Langstraat, dat later werd afgebro
ken, was het volgende volksdevote
opschrift aangebracht:
„Hier heerste eens erg de dysenterie
Eenieder riep: „Help, help, Sinte
Lucie".
Het beeldje is bewaard gebleven en
bevindt zich in de Schatkamer van de
Grote Kerk.
Bij de Castenrayse berg, nabij de
voormalige lijkweg van Castenray
naar Venray, staat bij de hoeve „De
Wijnenplats" een kapel. Hierin be
vond zich een Luciabeeldje, patrones
van de pest en de rode loop, die
ook daar in de buurt heersten.
De Heüigebeelden van St Chrispi
nus en St Chrispiniamis, in de Pe
trus Bandenkerk.
Beschrijvingen zijn bekend over de
ziekteverschijnselen en bestrijdings
middelen, die tegen deze ziekten wer
den gebruikt.
Wij zijn in dit artikel uitgebreid in
gegaan op deze besmettelijke ziekten,
omdat de toenmalige bevolking van
Venray, bij gemis aan doelmatige ge
neesmiddelen, tijdens pest- en dysen-
terie-epidemieën, ten einde raad haar
toevlucht zocht bij het beeld van de
St. Lucia in de Grote Kerk.
In de volgende aflevering zal Ben
Kruysen een beschrijving geven van
het H. Kruislataar, waarbij tevens de
moord op een Venrayse pastoor en
een felle actie om de broodwinning
van de Venrayse wevers, aan de orde
komen.
In 1972 aanvaardde Mevrouw
Hoogsteede een funktie als hoofd
verpleegkundige by St. Anna in
Venray, waar zij 26 jaar daarvóór
haar studie had aangevangen. In