Mt firijatten
uati bs (Srote Üurk
De Venrayse markt
honderden jaren oud
NWB
kampioenscross
in Oostrum
PEEL EN MAAS
Donderdag 5 januari - Pagina 7
(Naar gegevens van Ben Kruysen.)
Het streven van de Venrayse
centrum-winkeliers om van de
maandagmorgen een algemene
winkelsluiting te maken en de
daarmee gepaard gaande po
gingen om de Venrayse maan-
dag-morgen-markt naar een an
der tijdstip te verplaatsen, zijn
voor ons aanleiding geweest nog
eens in „de oude doos" te
zoeken naar de geschiedenis van
het Venrayse marktgebeuren. U
treft dat verhaal hierbij aan. De
illustraties zijn: rechtsboven: De
Grote Markt als biggenmarkt,
terwijl men links nog juist een.
gedeelte van kramerijen ziet.
Deze foto - uit het gemeente
archief - werd gemaakt in 1950.
De keurmeester M. Verschuu-
ren keurt er de biggen terwijl
veldwachter P. Derks (tevens
Marktmeester) de marktgelden
incasseert en een toeziend oog
houdt.
De foto links onder is naar
een schilderij van Johan Jeukën.
Zoals bekend schilderde Jeuken
uit zijn herinneringen. De
situatie zoals hij die van het
Henseniusplein op het doek
vastlegde, is van onbepaalde
tijd. Vermoedelijk heeft jeuken
het marktgebeuren van zowel de
Grote Markt als het Hensenius
plein in één schilderij verwerkt.
De biggenmarkt is namelijk eerst
na de oorlog op het Hensenius
plein terecht gekomen.
Dan breekt in 1940 de oorlog uit.
We zijn een bezet land geworden. De
marktaanvoer gaat ieder jaar met
grote sprongen terug. Op 11 sept.
1944 wordt de laatste markt voor de
bevrijding en de daarop gevolgde
evacuatie gehouden. De aanvoer
bedraagt....9 stuks rundvee.
Op 22 oktober 1945 beleven we de
eerste markt na de bevrijding.
Begrijpelijk was ook nu de aanvoer
gering: 18 stuks rundvee. Meer dan
de helft van onze veestapel was in de
laatste maanden van de bevrijding
geroofd en ook het oorlogsgeweld
had nog veel vee het leven gekost.
Maar in 1947 gaat het alweer veel
beter. De aanvoer van rundvee
beloopt 1605 stuks. De naoorlogse
topjaren voor de paardenhandel zijn
1947 en 1948 met een aanvoer van
resp. 591 en 475 paarden. Ook de
kramerijenmarkt neemt in omvang
toe. Wat echter snel terug begint te
lopen is de rundveemark t. In 1950 is
de aanvoer van geen betekenis meer.
Einde veemarkt
In 1951 probeert men de rundvee
handel nieuw leven in te blazen. In
onze streken heerst grote tuberculose
onder het rundvee. In Limburg
moeten hierdoor in korte tijd 2000
runderen worden opgeruimd. De
tuberculose gaat een ernstige bedrei
ging vormen voor de gezondheid en
het leven van de bevolking. Met
volledige ondersteuning van de
Gezondheidsdiensten in Noord Bra
bant en Limburg wordt op 17 sept.
1951 de eerste t.b.c. -vrije runder-
markt van Zuid-Nederland in Venray
gehouden. Hierdoor komt er wel
meer aanvoer van rundvee, maar de
opleving is toch maar van korte duur.
In 1954 is de rundveemarkt geheel ten
einde.
Dit was ook weldra het geval met
De Venrayse documentalist heeft
overigens ook ontdekt, dat de
Venrayse adelaar in de loop der jaren
- ondanks zijn enorme gewicht - nog
al eens op reis is geweest.
Zo was de Venrayse lezenaar in
1903 aanwezig op een tentoonstelling
in Dinant, in 1904 in Middelburg en
in 1905 in Luik. In 1910 was hij in 's
Hertogenbosch te bezichtigen. In
1914 was het een pronkstuk op de
Wereldtentoonstelling van kerkelijke
oude kunst in Basel. In 1961 stond hij
op een tentoonstelling in Prinsenhof
te Delft en in 1962 op de
tentoonstelling „Ars Sacra Antiqua"
in Leuven.
Deze laatste tentoonstelling was
zeer bijzonder, omdat de Venrayse
adelaar daar aanwezig was met 2
gelijksoortige lezenaars. Een is
aanwezig in de kerk van Freeren bij
Tongeren en is afkomstig uit een kerk
in Luik. De andere stond tot 1851 in
de St. Chods Cathedral te Birming
ham, maar kwam later terecht in het
Oscott college aldaar. Oorspronkelijk
is deze lezenaar uit de St. Pieterskerk
te Leuven afkomstig.
Van de Venrayse lezenaar wordt
gezegd, dat hij oorspronkelijk ge
staan zou hebben in de Dom van
Utrecht. Ben Kruysen heeft redenen
om hieraan te twijfelen.
Op de Leuvense tentoonstelling
was duidelijk te zien, dat de lezenaar
van Venray en Freeren niet geheel
complet zijn in tegenstelling tot die
van Oscott. Of hier sprake is van een
en dezelfde maker, is niet bekend. In
het kerkarchief van Venray ontbreekt
elk gegeven over zijn oorsprong. Een
aantal Belgische kunsthistorici komt
evenwel tot de conclusie dat de
verwantschap onmiskenbaar is.
(wordt vervolgd]
de paardenmarkt. In 1955 komt er
nog maar 1 trouwe viervoeter naar de
markt. Met de biggenmarkt ging het
nog enige tijd goed. In 1957 werden
er nog ruim 6000 biggen ter markt
gebracht. Maar daarna ging ook deze
tak van handel achteruit. Toen de
zestiger jaren goed en wel op gang
waren, was ook de biggenmarkt een
herinnering geworden.
Kramerijenmarkt
Wat steeds beter floreerde was de
kramerijenmarkt, vooral toen deze
sinds april 1956 elke week werd
gehouden. De belangstelling van
marktkooplui en bezoekers nam van
jaar tot jaar toe. Momenteel
proberen elke week bijna 100»
marktkooplieden hun waren aan de
man (beter gezegd) aan de vrouw te
brengen. Het aantal kopers, dat elke
maandag zijn weg weet te vinden
naar het centrum van Venray is
moeilijk te schatten.
In het laatste kwartaal van 1988
besluiten de winkeliers uit het
winkelcentrum om vanaf 1 januari
1989 hun winkels op de maandag
morgen te sluiten. Dit, om meer
eenheid in de wekelijkse sluitingstijd
te brengen. Wenselijks zou het ook
zijn, dat de marktkooplieden hun
Venrayse markt op een ander tijdstip
zouden houden. Maar het overleg
dienaangaande heeft geen konkreet
resultaat opgeleverd. Vooralsnog wil
len de marktkooplui de maandag
morgen als marktdag handhaven.
Zoals uit bovenstaand overzicht
blijkt, heeft onze markt vele ups and
downs gekend. Het is beslist niet
altijd van een leien dakje gegaan.
Voor Venray - als snel groeiende
streekcentrum - is de wekelijkse
markt een belangrijke trekpleister,
die niet meer weg te denken is. Het
zal zaak zijn, terwille van het
winkelende publiek, te zorgen dat én
de winkels én de kramerijen door
eensgezins samen te werken ook
inderdaad 'n centrum-functie blijven
a.s. Zondag wordt op het fraaie
parcours nabij de begraafplaats
„Boschhuizen" het cyclocross kam
pioenschap van de Nederlandse
wielrenbond verreden. De organisatie
is in handen van tour- en wielerclub
Oostrum.
Om half twee bijt groep 2 de spits
af voor hun wedstrijd over 35
minuten en één ronde. De groote
kanshebber in deze groep is Albert
Pieters uit Eindhoven; Lei Weyers uit
Baarlo; Huub Faasen (Blerick); en
Gerard Keysers (Kessel) zullen alles in
het werk moeten stellen om hem van
de zege en het kampioenschap af te
houden.
Om half drie is het de beurt aan
groep 1 die 55 minuten en een ronde
rijdt. In deze groep zullen Eugene
Faasen uit Velden, Petran Lichteveld
(Blerick) Rick van Dijk (Baarlo) en
plaatselijk favoriet Piet van Asten uit
Ysselsteyn er alles aan doen om Peter
van der Steyn (Eindhoven van een
derde opeenvolgend kampioenschap
af te houden). Onduidelijk is nog of
Math van Kessel, die wegens een
blessure geruime tijd verstek moest
laten gaan, deelneemt.
Personal Software and Service, Herenberg 2, Deurne, start half januari weer met de cursus
LEREN WERKEN MET DE PERSONAL COMPUTER
Deze cursus, die wordt gegeven door ing. Peter van Tilburg RI, laat u kennismaken met de
personal computer en zijn toepassingen. Aan bod komen o.a. het MS/DOS besturingssysteem,
tekstverwerking, spreadsheets en bestandsbeheer.
De cursus omvat 10 lessen van 2 uur. De cursusprijs is 350,- (incl. cursusboeken).
Er zijn nu nog enkele plaatsen op dinsdag- en donderdagavond en op woensdagmiddag.
Voor geïnteresseerden hebben wij een brochure klaar liggen, die wij u graag zullen toezenden.
U kunt deze brochure telefonisch aanvragen: 04930 - 11666
zoals ze gelden binnen de heerlijkheid
Venray.
Artikel 8 bepaalt dan nog, dat men
gebruik moet maken van de maten en
gewichten van de kerk, hangende bij
Henrick Cremers.
Hoewel berichten aangaande de
markt in de 18e eeuw ontbreken, mag
men wel aannemen, dat deze tot de
komst van de Fransen in 1794 goed
heeft gefunctionneerd. Daarna is de
markt echter geheel verlopen en ook
in de eerste helft van de 19e eeuw zijn
er geen aanwijzigingen, dat er sprake
was van een geregelde markt.
Jaarmarkten
In 1850 wordt er weer een
jaarmarkt ingesteld, die gehouden zal
worden op de 14e mei. Dat het
noodzakelijk is zo nu en dan wat
reclame te maken voor de markt, was
de gemeenteraad uit die dagen ook al
niet onbekend, want men besloot
eenparig tot het laten drukken van
1000 affiches en 400 verzendbrieven.
In 1852 vervalt de bestaande
jaarmarkt en komen er twee nieuwe
voor in de plaats# te houden op
woensdag na halfvasten en de laatste
woensdag in april. Op de markten zal
hoornvee, varkens, schapen en
handelsvoorwerpen worden verhan
deld. De raad bepaalt eveneens, dat
aan 17 plaatsen in Limburg (van
Gennep tot Kessel) aan 20 plaatsen in
Brabant en aan 21 plaatsen in
Duitsland (o.a. Kevelaer, Geldern,
Goch, Kaldenkirchen etc.) marktbe
richten zullen worden verzonden.
Bovendien zouden de marktaankon-
digingen nog geplaatst worden in het
Pruisische Wochenblatt en in diverse
almanakken.
De markten werden blijkbaar druk
bezocht, want reeds in 1855 komt er
een 3e jaarmarkt en wel op de 2e
woensdag na de 10e november.
Onder de op die markt te verhandelen
artikelen worden ook vlas en linnen
genoemd. De handel in gedragen
kleding werd echter uitdrukkelijk
verboden. De raad besluit „ter
bevordering der publiciteit" ook deze
jaarmarkt op te nemen in het
Venloosch Weekblad.
Botermarkt
Op de jaarmarkten schijnt ook
nogal wat boter te zijn verhandeld.
Daarom besluit men in 1873 tot de
instelling van een wekelijkse boter
markt. In 1874 bedraagt de omzet op
deze markt 20.800 kg (gemiddelde
prijs 1,20 per kg). In 1884 werd de
botermarkt opgeheven en vervangen
door een wekelijkse botermijn, die
gehouden werd in het gebouw onder
de Boog (thans WV-kantoor). 1
Maar keren we terug tot de
jaarmarkten. In 1884 worden er 6 en
in 1889 reeds 9 gehouden. In
eerstgenoemde jaar was de prijs van
melkkoeien 160,-- en die van
vaarzen 100,-. De jaarmarkt van
20 december 1893 werd druk bezocht.
De biggen deden 7 tot 10 gulden per
stuk.
In 1902 bedraagt de totale aanvoer
op de markt: 1710 koeien en vaarzen,
525 ossen en guste koeien, 310 pinken
en 5342 biggen.
In 1914 besluit men tot de instelling
van een paardenmarkt, het was de
glorietijd van het paard. Nooit was
de Nederlandse paardenstapel groter
dan aan het einde van de le
wereldoorlog (378.000). In 1915
worden er 2 paardenmarkten en 14
jaarmarkten gehouden. Totale aan
voer: 77 paarden, 25 veulens, 790
melkkoeien en 3500 biggen.
De Venrayse markt blijft groeien.
Daarvan getuigen de aanvoercijfers
over 1926: 446 paarden, 1260 stuks
grootvee, 608 stuks jongvee, 4460
biggen en 240 kg kaas.
Ook in de dertiger jaren gaat het
grotendeels bijzonder goed met de
markt. De markt is er voor een zeer
wijde omgeving. Bewoners van de
dorpen langs de Maas tot ver in het
land van Cuyck komen naar de markt
van Venray. Maar ook die van Horst,
Sevenum en Deurne. Boeren uit alle
richtingen komen op de le en de 3e
maandag van de maand naar de
markt om er te handelen in hoornvee,
varkens en kleinvee. Met vrouw en
kinderen trekt men ook naar de
kramenmarkt met zijn manufacturen,
galanteriën, huishoudelijke- en land-
bouwartikelen. Maar men bezoekt de
markt óók om alleen uit te gaan.
Op de maandagmarkten komen
geen paarden. Om die te monsteren
en te aanschouwen is heel wat meer
rust nodig. Zeven keer per jaar - van
tebruari tot oktober is er een speciale
paardenmarkt. Het kopen en het
verkopen van een paard is voor de
boer en zijn gezin van grote
betekenis. Kocht hij een paard, dan
diende dit geheel te voldoen aan zijn
persoonlijke eisen wat betreft bouw
en kleur. Nog veel moeilijker was het
een paard weg te doen, dat in een
reeks van jaren zijn eigenaar zulke
trouwe diensten had bewezen.
Achteruitgang
Vanaf 1937 geeft de aanvoer van
rundvee een aanzienlijke achteruit
gang te zien. In 1939 bedraagt de
aanvoer slechts 30 °/o van het aantal
van 1934. Vooral de invloed van de
grote Bossche veemarkt, die door
het verbeterde wegennet en het
daarmede gepaard gaande gemakke
lijker en goedkoper vervoer, gemak
kelijk bereikbaar werd, deed zich
danig gevoelen.
Honderden jaren heeft, geheel
volgens de regels van de Liturgie, de
laat-gotische koperen koorlezenaar
(De Adelaar) in het midden van_het
priesterkoor van de Sint Petrus-
bandenkerk gestaan. Deze lutrijn
lessenaar voor de koorboeken)
heeft thans een plaats gekregen in de
vorig jaar gereedgekomen schatkamer
in de kerk, als een zeldzaam, ruim
470 jaar oud pronkstuk.
Naar aanleiding van alles wat Ben
Kruysen over dit unieke liturgische
meubelstuk heeft verzameld, hebben
wij eens uitgezocht, wat de goe-ge-
meente hierover zou kunnen weten.
En dat is bitter weinig!
Tien, twaalf jaar geleden gaf de
gemeente een bescheiden boekje uit
waarin veel wetenswaardigheden over
Venray waren samengebracht. De
kerkschatten kwamen er bekaaid was.
Behalve de zeer belangrijke collectie
Nederrijnse beelden uit de 15e en de
16e eeuw, werden een laat-gotische
koperen lezenaar, een 16e eeuw
doopsvont en een 17e eeuwse
preekstoel genoemd. Daarmee was de
kous af...
In 1979 verscheen van de hand van
Dr. H.P.H. Camps, toen gemeente
archivaris van Venray, het boekje
„De Groote Kerk van Venray.
Historie en Kunstschatten". Slechts
een tiental regels werd besteed aan de
Adelaar:
„Op de massieve drievoet, met drie
liggende leeuwen, verheft zich een
maaswerk, geflankeerd met oor
spronkelijk drie figuren, waarvan er
een verdwenen is, een andere Petrus
voorstelt, een derde een niet te
identificeren heilige. Een adelaar
met uitgespreide vleugels, staande op
een wereldbol, draagt de lezenaar.
Dit werk is afkomstig uit het
Maasgebied (Dinant of Maastricht)".
Men zou er ook de Katholieke
Encyclopedie op kunnen naslaan, om
te weten te komen wat een
Adelaarslessenaar of -lezenaar eigen
lijk is en waarom een adelaar wordt
uitgebeeld. De omschrijving luidt:
„Een Adelaarslessenaar is een in de
late middeleeuwen in gebruikkomend
liturgisch meubel. Op een ongeveer 1
m. hoog zuiltje staat met uitgespreide
vleugels een adelaar uit edelsmeed-
werk, brons of hout vervaardigd. Het
liturgische boek, waaruit gedurende
de kerkelijke diensten gelezen of
gezongen wordt, legt men op de
Foto van een lezenaar met adelaar,
in het Oscott Collegtin Birmingham.
Duidelijk te zien zijn, links en
rechts, de kandelaars welke bij de
Venrayse lezenaar verdwenen zijn.
Een zekere verwantschap tussen beide
kunstwerken kan niet uitgesloten zijn.
rugzijde der vleugels. In vele kerken
en kloosters is een dergelijke adelaar
nog in gebruik of aanwezig: Venray
(Petrus Bandenkerk), Roermond (Gr.
Seminarie), beide 15e eeuw.
Misschien is de adelaarsvorm
gekozen als symbool voor de
Evangelist Joannes, wegens de verhe
venheid van zijn Evangelische pro
loog (In den beginne was het
Woord)".
Toen Johan Albert baron der
Boye de Neeryssche - heer van
Venray, Helden, Macken etc. - op 4
juni 1699 aan de heerlijkheid Venray
toestemming gaf tot „het weder in
vollen swanck brengen van den
maendaegsche wekemerekt" was de
slagzin „op de markt is uw gulden
een daalder waard" nog niet
uitgevonden. Wat hij echter wel wist
was, dat een goed bezochte markt in
het belang was van Venray. Want hij
verklaart de markt te willen vernieu
wen „tot welstant ende meerder
dienst der gemeinte". Zoals uit het
betreffende stuk (kopie ervan is
aanwezig in het gemeentearchief)
blijkt, herstelde hij de maandagse
markt waarvoor aan Venray octrooi
(vergunning) was verleend door de
Koning van Spanje als hertog van
Gelder. Door oorlogen en andere
omstandigheden was de markt echter
geheel verlopen.
Enige artikelen uit zijn besluit zijn
wel vermeldenswaard. Zo bepaalt
artikel 1 dat de maandagse markt zal
aanvangen een half uur na zonsop
gang en zal eindigen één uur na het
middaguur.
Artikel 2 zegt, dat de marktbezoe-
kers van buiten Venray geen granen
en vruchten zullen mogen kopen voor
elf uur. De inwoners van Venray
hadden dus alle gelegenheid zich eerst
zelf van het nodige te voorzien.
Artikel 4 regelt de verkoop van
turf. Deze zal aan personen wonende
buiten Venray alleen verkocht mogen
worden op de markt en dan nog
slechts vanaf 11 uur. De straf bij
overtreding van deze bepaling loog er
niet om. Verbeurdverklaring van de
turf en een boete van 2 „goltgul-
dens". En dat laatste zal wel zwaar
gewogen hebben.
Artikel 6. Bij het kopen en
verkopen zal men zich dienen te
houden aan de maten en gewichten
W>v--
de altaren van het H. Hart en van de
H. Familie. Tussen beide altaartjes
een beeld van de H. Antonius van Pa
dua.
Foto van het interieur van de voor
oorlogse Petrus Bandenkerk. Links de
Venrayse adelaar/lezenaar". Rechts