Oirlo a.s. zaterdag
middelpunt van
Landelijke
Open Monumentendag
Aandacht in Oirlo voor
twee monumentale
boerderijen
Twee heiligen
in de kerk van Oirlo
17 SEPTEMBER 1988
PROGRAMMA
Leuke prijsvraag
voor de jeugd
PEEL EN MAAS
gina 6jpEEL EN MAAS
Donderdag 15 september - Pagina 7
Op zaterdag 17 september wordt in het gehele land voor de tweede
teer de Open Monumentendag gehouden. Onder de ruim 400 gemeen-
n, die hieraan meedoen, behoort ook Venray.
Vorig jaar werd de eerste Open Monumentendag georganiseerd met
een tentoonstelling in het Venrayse museum ,,het Freulekeshuus", de
(openstelling van een aantal monumenten en een busrit met rondleidin
gen.
Dit jaar heeft het Comité gekozen voor een geheel andere aanpak
loor het kerkdorp Oirlo aan te wijzen als hèt monument, dat op deze
lag centraal zal staan.
Oirlo biedt nl. een ideale omgeving om dit idee verder gestalte te kun
nen geven. In dit kerkdorp zijn nog veel sporen van het verleden te zien
op geringe afstand van elkaar. Bovendien zijn zij aantrekkelijk om te
verduidelijken.
In feite zijn de kerk en de Anna
kapel in Oirlo de enige officiële
monumenten, maar daarnaast zijn
iok boerderijen aan het Bodden-
iroek en in de Zandhoek voorbeelden
oude landelijke bouwkunst,
'erwacht mag worden, dat Oirlo a.s.
aterdag niet alleen zal worden
ezocht door mensen uit de gemeente
'enray en de regio. In de landelijke
)pen Monumentenkrant wordt Oirlo
,1. ook vermeld als bezienswaardig-
eid met onder meer wandel- en
ietsroute, tentoonstelling, video-
oorstelling, folders, jeugdaktivitei-
>n, rondleidingen en rondrit met
aard en wagen.
VROEGERE MONUMENTEN
Uit het bij gelegenheid van de
)pen Monumentendag in Oirlo te'
erkrijgen boekje „Mensenwerk in
)irlo" blijkt, dat de werkgroep Aid
Jeldere eigenlijk veel meer zou willen
aten zien, dan er nu nog aanwezig is.
toals b.v. de door de Duitsers
ipgeblazen molen, die als stichtings-
atum 1819 droeg en zeker op de
nonumentenlijst zou staan, wanneer
ij niet verwoest was.
En dan natuurlijk de kerk, die
veneens door de Duitsers werd op-
eblazen. De romaanse toren dateer-
e waarschijnlijk van 1300, het
oor van het begin van de 15de en het
chip van het midden der 15de eeuw.
ielukkig zijn er nog oude kerkschat-
en bewaard. Herinneringen aan deze
roegere monumenten zijn op de ten-
Donstelling volop aanwezig.
SINT ANNAKAPEL
Een monument(je) waarop Oirlo
erecht trots is, is de in 1788 gestichte
int Annakapel. Dit „monument van
evotie" staat op de hoek van de
loofdstraat en de Hogeweg.
Henricus Weyers uit Kevelaer werd
op 16 maart 1755 priester gewijd en
was pastoor van Oirlo, toen hij deze
kapel stichtte. Hij diende de parochie
van 1777 tot 1803. Het bakstenen
monumentje werd in het begin van
deze eeuw met cement bepleisterd en
wit gekalkt. Het had toen ook een
leien dak.
Het beeld van St. Anna werd veilig
gesteld en in 1962 vervangen door een
exemplaar van terra cotta. Op het
feest van St. Marcus (25 april) trok
de processie naar de kapel, en dat
gebeurde ook op de eerste van de drie
kruisdagen. Die dagen vallen altijd
direct vóór Hemelvaartsdag,
's Morgens trok in alle vroegte, uit
alle katholieke kerken, een bidproces-
sie naar de akkers, elke dag naar een
ander gebied. Gedurende de tocht
werd gebeden voor een voorspoedige
groei van de veldgewassen. Van oor
sprong wilde het volkse geloof, dat
Christus bij zijn Hemelvaart die
smeekbede zou meenemen naar zijn
Vader.
St. Anna is de moeder van Maria
en dus de grootmoeder van Jezus.
Haar man heette Joachim. Anna
bleef lang kinderloos, totdat een
engel haar verscheen en zei, dat ze
een dochter zou krijgen, die aan de
Heer gewijd zou worden. Zij noem
den haar Miriam of Maria.
Het Annafeest wordt gevierd op 26
juli, omdat op die dag haar relieken
in 710 in Constantinopel, in de Aya
Sophia, aankwamen. Na 1333 raak
ten die verspreid door Frankrijk en
Duitsland. In de middeleeuwen werd
de verering voor St. Anna zeer
algemeen. Zij is patrones van de
moeders en de aanstaande moeders,
en van het huwelijk. Omdat men
meent, dat Anna op een dinsdag
stierf, is die dag aan haar toegewijd:
De Open Monumentendag zal zater
dagmorgen om 10 uur officieel
worden geopend bij de ingang van de
Sint Gertrudiskerk in Oirlo. Het
programma ziet er als volgt alt:
10.00 uur. Een echtpaar in oude
klederdracht biedt aan de heer J. van
Oers, wethouder cultuur c.a., de
sleutel van de St. Gertrudiskerk aan.
Met het openen van de kerkdeuren
verricht de heer Van Oers de officiële
openingshandeling voor de Open
Monumentendag 1988.
Hierna volgt bezichtiging van de kerk
en de daarin tentoongestelde kerk
schatten.
10.20 uur. Wandeling naar het ge
meenschapshuis onderbegeleiding van
muzikale klanken.
10.30 uur. Korte toespraken door de
heren J. van Oers en J. Gootzen,
voorzitter van het Comité Open
Monumentendag Venray, in het
gemeenschapshuis. Daarmee wordt
tevens de tentoonstelling over Oirlo
in het gemeenschapshuis geopend.
Om 11.00 uur start bij de kerk de
eerste rondrit met paard en wagen
door Oirlo. Uiteraard kunnen alle
geïnteresseerden daaraan deelnemen.
Van 10.00 ^tot 17.00 uur zulien in
Oirlo vele 'activiteiten plaatsvinden:
openstelling kerk, kapel en boerderij;
tentoonstellingen in gemeenschaps
huis, kerk en boerderij Zandhoek 12;
rondritten met paard en wagen;
verkoop boekjes „Mensenwerk in
Oirlo" en „Open deur, monumenten
van binnen en van buiten" voor de
jeugd (met prijsvraag).
veel verlovingen en huwelijken wer
den vroeger op die dag gesloten. In
vijf Venrayse kapellen staat een beeld
van haar. Dat komt, naast de
genoemde vereringen, omdat ze een
echte boerenheilige was. St. Anneke
zegende het koren, de aardappelen en
de bieten. Rond 26 juli wordt de
rogge geoogst en dat was vroeger nog
meer dan nu, een hoogst belangrijke
gebeurtenis in de boerenstand. St.
Anna kreeg hun dank.
EEN RONDJE OIRLO
Op 17 september begint „een
rondje Oirlo" bij het belangrijkste
monument: de kerk. Men gaat langs
het gebouw door de Deputé Peters
straat, die begint als een iepenlaan.
Aan het einde staat links een veld-
kruis onder drie kolossale linde
bomen van ruim 150 jaar oud. Het
kruis is nog ouder dan de monumen
tale bomengroep; wellicht tegen de
400 jaren. Tot rond 1930 ging men
vanuit de Meierij in processie naar
Kevelaer. Bij dit kruis aan de weg
naar Wanssum werd altijd halt
gehouden. De spoorlijn ligt hier sinds
1883. Oirlo heeft hier een tijdlang een
stationnetje gehad, vooral ten behoe
ve van de landbouw.
Over de spoorlijn, langs de
Meerloseweg, liggen links en rechts
uitgestrekte bolvormige landbouw
gronden. Door het ontbreken van
laanbeplanting blijft het gebied ruim
telijk open.
Het Boddenbroek heeft in het
eerste gedeelte eiken in de bermen.
Rechts ligt de oude bebouwing op de
rand van de es. Bijzonder fraai is
boerderij Baten,* op 17 september
bijzonder in de belangstelling. De
boerderij stamt van fond 1800, de
fraaie perenboom is uiteraard jonger.
Verderop links is het lager gelegen
gebied. Het hoogteverschil tussen dit
gedeelte en de hoge esgrond ligt rortd
de drie meter. In de laagte ligt het
Rotven. Een rotven werd vroeger
gebruikt om de zachte delen van de
vlasstengels weg te laten rotten.
Bij huisnummer 4 is de erfbeplan-
ting zeer fraai door de oude noten
boom, de beuk en de tamme kastan
je. Er zijn mooie lindebomen bij de
boerderijen. In deze hoek van Oirlo
wordt al lang de fruitteelt bedreven.
Men kan zich afvragen, wanneer
een gebouw een monument is en
wanneer nog niet. Dat hangt van
allerlei omstandigheden af, zoals de
leeftijd, de ouderdom en de tegen
woordige toestand. Daarnaast is de
vraag belangrijk, of het gebouw
belangrijk genoeg is als voorbeeld
van stijlarchitectuur of van landelijke
bouwkunst.
Naast de twee Rijksmonumenten
van Oirlo zijn in het dorp nog meer
dere voorbeelden van oude boeren
huizen te vinden, waarvan er op de
OpenMonumentendag twee bijzonder
in de aandacht staan.
BODDENBROEK 15
Aan Boddenbroek 15 in Oirlo staat
een oude boerderij van het langgevel-
type. Zij dateert waarschijnlijk van
rond 1800.
Het gebouw is grotendeels nog in
zijn originele vorm. Latere verande
ringen vormen het afdak en het om
hoog brengen van het dak. Bij de
vlechtingen in het metselwerk van de
eindgevel is dit nog duidelijk te zien.
Merkwaardig is de opkamer, die 95
centimeter hoger ligt dan de keuken
vloer. Waarschijnlijk is deze opkamer
pas aangebracht, toen het dak ver
hoogd is.
Op enkele deuren bevinden zich
mooie houten klinkstellen als sluiting.
In de stallen en de schuur zijn nog
de oorspronkelijke dakspanten aan
wezig van ruw behakte boom
stammen.
Op de zolder van het woonhuis zijn
twee slaapkamers.
Het bedrijfsgedeelte is grotendeels
ongebruikt. Waarschijnlijk is het
pand vroeger met stro gedekt
geweest.
ZANDHOEK 12
De boerderij Zandhoek 12 in Oirlo
is ook van het langgeveltype en ook
ongeveer even oud.
Bij de boerderij staat een zeer
bouwvallige schuur.
Aan het einde van het Bodden
broek ligt rechts de Annakapel uit
1788. Zij is gebouwd op een splitsing
van wegen. De Hogeweg was van
oorsprong een zandweg langs de
achterkant van de erven aan de
Hoofdstraat. Het „Rondje Oirlo"
gaat vóór dit monument langs naar
het centrum van Oirlo, naar het oer
oude kruispunt bij de kerk. Op het
pleintje staat twee oude grensstenen.
Ergens in het veld maakten ze ooit
duidelijk, waar Oirlo ophield en
Venray begon.
De tocht gaat verder door de
Pastoor Gerardsstraat naar de
Zandhoek.
De Zandhoek is een zeer oude
buurtschap van Oirlo, mogelijk de
plek van één van de Middeleeuwse
hoven, die wellicht het begin van
Oirlo hebben gevormd. De boerderij
Bom is een fraai voorbeeld van oude
landelijke bouwkunst. Op 17 septem
ber is het gebouw te bezichtigen. De
grote meidoornheggen, de linden, de
vlier en de uitgestrekte akkergronden
zijn bijzonder. Het wegkruis is al
enkele eeuwen oud. Van oudsher
hoort het bij de boerderij. Het was
een rustpunt bij de processies op de
Kruisdagen. Er was een offergelegen
heid: „Hier offert men voor de zielen
in het vagevuur".
Op de Open Monumentendag
worden rondleidingen verzorgd,
waarbij deze en andere landschappe
lijke en tuinarchitectonische aspecten
verder verduidelijkt worden.
Oorspronkelijk was het pand
zonder de lage aanbouwen, die waar
schijnlijk aan het einde van de vorige
eeuw zijn neergezet.
Gezien de indeling en de grootte
van de woning is het aan te nemen,
dat zij oorspronkelijk aan een
belangrijke familie toebehoorde.
Bijzonder is de grote kelder onder
de twee kamers, die afgedekt is met
een gemetseld tongewelf. De binnen-
en buitenmuren zijn bijzonder dik en
van een of anderhalf steen.
De raam- en deuropeningen in het
woonhuis zijn nog oorspronkelijk, dit
in afwijking met het bedrijfsgedeelte.
De kapconstructie is deels nog
oorspronkelijk, deels ook vervangen
wegens slijtage en oorlogsschade. De
dakbedekking is waarschijnlijk stro
geweest.
De zolder boven het woonhuis is
wellicht als graanzolder in gebruik
geweest.
In de keuken is een fraaie houten
draaitrap naar de zolder.
Het gebouw had velerlei funkties.
Links van de gang was het café,
rechts een winkel. In het boerderij
gedeelte lag de in onze streken ge
bruikelijke potstal. Dat was een diepe
koeienstal, die pas in het voorjaar
uitgemest werd. De grote hoeveelheid
mest had de boer hard nodig om zijn
akkers vruchtbaar te krijgen. De
staldeur is laag, juist omdat de karren
uit de diepe stal naar buiten kwamen.
Het toilet was op de stal, de
inmiddels verdwenen bakoven stond
achter het huis.
Oirlo kent twee heiligen, die in
Noord-Limburg amper verder vereerd
worden. Het gaat om Sint Gertrudis
en de Heilige Machutus. De parochie
kerk is toegewijd aan Sint Gertrudis.
Als patrones is de heilige de voor
naamste van de twee.
Gertrudis is in 626 geboren als
dochter van Pepijn van Landen en de
H. Itta. Toen haar vader haar wilde
uithuwelijken aan een prins, weigerde
zij, omdat ze haar leven in Godge
wijde maagdelijkheid wilde door
brengen. De jonkvrouw vluchtte naar
Charleborgh in Oost-Frankrijk. Na
de dood van de prins keerde zij naar
huis terug. Rond 640 trok Gertrudis
zich met haar moeder terug op het
kasteel van Nijvel (Nivelles). Op
aanraden van de H. Bisschop
Amandus richtte Itta het kasteel in
als klooster en haar dochter werd de
eerste abdis. Na een godvruchtig en
dienstbaar kloosterleven stierf ze op
17 maart 659. Ze was 33 jaar oud,
juist de leeftijd van Christus.
Haar lichaam wgrd begraven in de
kloosterkerk. Er gebeurden wonderen
bij het graf en Paus Honorius III
verklaarde Gertrudis heilig. Nijvel
werd een druk bezochte bedevaarts
plaats.
De H. Gertrudis werd in de
Middeleeuwen vooral in West-Duits-
land en de Nederlanden vereerd, zij
was één van de helpsters in nood. In
Nederland staan 14 kerken onder
haar bescherming, waarvan die van
Lottum en Beesel het dichtste bij
Oirlo in de buurt liggen. De meest
prominente kerk is die van Bergen op
Zoom, waar het lichaam van de
heilige vrouw eeuwenlang begraven is
geweest. Dat gebeurde in tijden, dat
de abdij van Nijvel niet veilig genoeg
was. In België zijn 42 kerken aan
haar toegewijd.
De Heilige Gertrudis is de be
schermvrouwe van de reizigers. Zij
geneest de zieken, verzoent vijanden,
redt gevangenen en verlost hen, die
van de duivel zijn bezeten.
Zij bood ook hulp aan de zielen op
hun laatste reis. In de volksvoorstel
ling neemt de ziel vaak de gedaante
aan van een muis. Daarom wordt
Gertrudis gewoonlijk voorgesteld als
een kloosterlinge, vergezeld van
muizen of ratten. Als gevolg daarvan
werd ze ook aangeroepen tegen over
last van deze dieren. Water uit de
bron in de crypte van de abdijkerk in
Nijvel bezat een ongedierteverjafcende
werking. Het houten Oirlose beeld is
46 centimeter hoog en stamt uit
ongeveer 1500. In de linkerhand
houdt de kloosterlinge de staf van de
abdis. Muizen kruipen er langs om
hoog. In de rechterhand heeft zij het
dichtgeslagen ordeboek. De handen
zijn latere veranderingen.
ST. MACHUTUS
Sint Machutus is de tweede
„vreemde" heilige in Oirlo. Hij was
een Kelt, die rond 640 geboren is in
de streek van Gwent in Wales. Hij
groeide op in het klooster Llancar-
van, juist in de tijd, dat op de Britse
eilanden het Christendom een grote
bloei doormaakte. Hij volgde het
voorbeeld van vele Britten en Ieren en
verliet het klooster om het geloof op
het vasteland te gaan verkondigen.
Hij stak het kanaal over en ging naar
Bretagne. Daar stichtte Machutus een
klooster bij de plaats Alet, die later
zijn naam zou overnemen: Saint
Malo. Hij werd er landbisschop.
De kerstening van Europa door
monnikken was iets nieuws in de
geschiedenis. In alle landen, waar de
missionarissen binnen kwamen,
stichtten ze kloosters als steunpunten,
die vaak ook de residentie werden
van een monnik-bisschop. Machutus
volgde in deze dezelfde beproefde
werkwijze als zijn voorgangers.
In later jaren keerde een Bretonse
vorst met een gedeelte van de
bevolking zich tegen hem. Machutus
trok zich terug in het ruige landschap
van Saintes en stierf daar als kluize
naar. In de negende eeuw werd zijn
leven beschreven en werden zijn
relieken teruggebracht van Saintes
naar Bretagne. Daar is ook zijn
verering geconcentreerd.
Tijdens de Open Monumentendag
in Oirlo op zatersag 17 september a.s.
wordt ook aan de jeugd gedacht.
Door de Stichting Open Monumen
tendag en de Bond Heemschut is een
zeer goed verzorgde brochure ge
maakt voor de jeugd onder de titel
„Open deur, monumenten van
binnen en van buiten".
De bedoeling van deze brochure is
ook de aandacht van de kinderen op
monumenten te vestigen. Monumen
ten, allereerst in de eigen buurt, maar
ook monumenten elders in het land
komen aan de orde.
De jeugd kan zelf een monumen
tenroute uitstippelen en in het boekje
kunnen vragen worden beantwoord,
een puzzel worden opgelost en foto's
en tekeningen ingeplakt. Kinderen,
die deelnemen aan de monumenten
wedstrijd kunnen daarmee een fiets
winnen.
Het boekje kost maar een gulden
en is bijzonder interessant voor de
jeugd.
De vragen, die beantwoord moeten
worden, zijn niet moeilijk. Slechts
met één vraag zullen de kinderen uit
deze streek moeite hebben. Men moet
beantwoorden of z.g. kubuswoningen
in Zuid Holland, Utrecht of Zeeland
staan. Kinderen uit deze regio kennen
waarschijnlijk alleen de kubuswonin
gen in Helmond. Maar als zij bezig
zijn met het beantwoorden van alle
vragen komt het goede antwoord
toch vanzelf wel te voorschijn.
Sint Machutus wordt in de regel als
bisschop voorgesteld. In Oirlo troont
hij op een sierlijke zetel. Hij strekt de
rechterhand zegenend uit en heeft in
de andere hand de bisschopsstaf. Het
houten beeld is 71 centimeter hoog en
is het oudste in de kerk. Het stamt
van rond 1350, de zetel is een ver
nieuwing uit de achttiende eeuw. De
staf is wat al té fors uitgevallen. De
beschildering van het beeld is
neo-gotisch vernieuwd.
VERERING
Sinds onheuglijke tijden wordt de
Heilige Machutus in Oirlo vereerd als
beschermer tegen lamheid, jicht,
klierziekten, zenuwziekten en de ge
vreesde kinderverlamming. Vanwege
deze voorspraken genoot de Heilige
een bijzondere verering in Noord-
Limburg en het aangrenzende Oost-
Brabantse en Nederrijnse land. In
groten getale kwamen de bedevaart
gangers naar Oirlo om zijn hulp in te
roepen.
Z.H. Paus Pius IX heeft op 20
september 1868 een volle aflaat ver
leend aan allen, die de kerk van Oirlo
op 15 november of op één van de
zeven volgende'dagen bezochten.
Door Mgr. Drehmans, bisschop
van Roermond, werd op 28 juli 1903
de Broederschap van de Heilige
Machutus opgericht in de parochie
kerk van Oirlo. Het doel was om de
verering van de H. Machutus te ver
meerderen en te verspreiden. Om in
de broederschap opgenomen te
worden moest men in Oirlo inge
schreven worden en dagelijks een
weesgegroetje bidden met de bede
„Heilige Machutus, bid voor ons".
Hoe deze twee heiligen in Oirlo
verzeild zijn geraakt, is niet meer te
achterhalen. Is het toeval, dat zij
beiden Frankische heiligen zijn uit de
tijd vóór Karei de Grote? Vinden ze
hun gezamenlijke noemer in hun
voorspraak voor mensen in grote
nood? Is er een andere, onbekende,
reden? God zal het weten...
'n leesbare krant
wAK O
ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS
En tóch kunnen wij ons niet aan de
druk onttrekken, dat Vak O op de
Igemene Begraafplaats Bosch-
lizen, ook al is het de laatste rust
aats van vele Venrayers-van-
oeger, een levend monument is.
Regelmatig ziet men belangstellen-
bezoekers langs de graven lopen en
abestaanden zorgen voor een keurig
iderhoud. Vooral in deze na-
imerse dagen is het opvallend
oeveel planten en bloemen deze
iide graven sieren.
FRANS MAXIMILIAAN
BERKENS (11 mei 1897 - 25
Piuari 1957) en PETRONELLA
EERKENS-STEVENS (1 april 1895
26 februari 1979).
j Het graf van bakker Frans
kerkens en zijn vrouw Nel is zo'n
pats op Vak O, om even bij stil te
laan, om herinneringen aan vroeger
S|agen boven te laten komen.
Welke rechtgeaarde Venrayer heeft
deze bekende bakker van de Draal-
straat (tegenwoordig Julianasingel)
niet gekend? Zeker degenen, die de
oorlogsjaren bewust hebben meege
maakt, weten zich ongetwijfeld te
herinneren, dat Frans Beerkens, die
de bakkerij runde en zijn vrouw Nel,
die de levensmiddelenwinkel voor
haar rekening nam, zich niet al te
druk maakten over distributie
bonnen.
Zo wist Frans Beerkens steeds wel
op de een of andere manier aan meel
te komen, bij de boeren in de omtrek.
Het kwam voor, dat mensen, elders
uit het land vandaan, per trein naar
Venray kwamen om bij bakker
Beerkens brood te halen. Kon men
het niet betalen, dan was hij zelfs
bereid het brood voor niets weg te,
geven. Dan werd er in de bakkerij, de
eerste Venrayse oven met gasverwar-
ming, flink gestookt en hard gewerkt.
Frans kreeg daarbij de hulp van
„vogels van diverse pluimage", zoals
b.v. een boomkweker uit Maashees
en meester Dinjens, die alles van
broodbakken afwisten en de bakker
graag hielpen.
Hadden zijn klanten zelf wat rogge
of meel op de kop getikt, dan
brachten zij dat naar bakker
Beerkens, die er voor een paar centen
broden van bakte. Een oud gebruik
was, dat huismoeders het thuis klaar
gemaakte brooddeeg in een handdoek
naar een bakker lieten brengen om
het te laten bakken. Frans Beerkens
zei toen: „Ze zijn waarschijnlijk
bang, dat ik er te weinig melk, boter
of krenten in doe...."
Frans Maximiliaan Beerkens werd
geboren aan de Oude Oostrumseweg,
waar zijn vader een bakkerij had.
Omdat het bloed nu eenmaal kruipt
waar het niet gaan kan, volgde zoon
Frans een bakkerscursus in Horst.
Toen hij op 3 november 1932 met
Nel Stevens trouwde, wilde hij de
bakkerij aan de Oude Oostrumseweg
vooftzetten. Toen hem dat niet hele
maal lukte werd besloten de bakkerij
te verplaatsen naar „De Draal"
(thans Julianasingel 44). Bekend is,
dat Frans en Nel Beerkens zelf de
binnenstenen voor de woning
bakten in een veldoventje.
In die vooroorlogse jaren zal
Venray dan ongeveer tien tot twaalf
broodbakkers hebben gehad, die
ieder hun eigen wijk hadden. Bakker
Beerkens, met zijn eeuwige pijp in de
mond, bezorgde in de eerste jaren het
brood per transportfiets met een
mand voor aan het stuur en later per
bakfiets.
Wanneer buurvrouwen bij zijn
bakfiets elkaar „sterke verhalen"
vertelden, vroeg hij: „Ziede geej er
beej geweest? Nieje? Dan motte geej
de mond halde...."
Bakker Beerkens hield wel van een
geintje. In de oorlogsdagen was hij
op de een of andere manier in het
bezit gekomen van een aantal Duitse
batterijen, die hij aansloot op het
lichtnet in zijn huis. Niemand snapte,
dat hij licht had, terwijl iedereen in
het donker zat.... „Göt tuus mar is
probiere, der is wer licht" zei hij dan
tegen zijn klanten...
Tijdens de bevrijding vonden
vluchtelingen uit Maashees en Vier
lingsbeek en paters uit het door de
Duitsers in beslaggenomen Paters-
klooster onderdak in de twee kelders
van Beerkens. Zeker 65 mensen
hebben dagenlang in de kelders het
brood van bakker Beerkens gegeten.
Ook werden in de kelders kerkschat
ten van de Paterskerk bewaard.
„Hier beter brood" stond te lezen
op een geborduurde doek aan de
winkeldeur, maar op zondagen had
Frans Beerkens geen tijd voor brood
omdat hij zich dan ging uitleven in
zijn hobby: fotograferen, een kunst,
die hij van fotograaf Van Bergen had
geleerd. Voor de oorlog had hij een
oud toestel met glasplaten en in de
oorlog kocht hij in Nijmegen een
Retinette 2, kleinbeeldcamera.
Direkt na de oorlog moest iedereen
pasfoto's hebben. Mensen stonden
bij zijn bakkerij in de rij en iedere
zondag was het hoogseizoen. Op
maandag lagen de foto's in de bak
kerij te drogen. Zijn zoons weten zich
maar al te goed te herinneren hoe zij
moesten helpen om de foto's op de
rand van de tafel recht te buigen en
met de hand af of bij te knippen.
Soms gebeurde het, dat men geen
foto had van een overledene. Frans
Beerkens werd dan gevraagd alsnog
een foto van de dode te maken. De
kist werd dan iets overeind gezet en
de bakker maakte het portret....
Terwijl zijn vrouw „dag en nacht"
de winkel dreef, trok Frans Beerkens
er na de bevrijding met zijn
fototoestel op uit om de verwoeste
panden in Venray te fotograferen. De
meêste foto's uit die tijd - waarvan er
nog heel wat in Venrayse foto-albums
zijn geplakt - zijn gemaakt door
bakker Frans Beerkens.
Om de glasplaten en negatieven
van door Frans Beerkens gemaakte
foto's niet verloren te laten gaan, zijn
ze na zijn dood afgestaan aan de
Venrayse fotograaf Sjef Hoede-
maekers, terwijl Gerard Kruijsen het
oude foto-apparaat het zijne mocht
noemen.
Van Nel Beerkens weet men nu nog
te vertellen, dat zij in ieder geval
serieuzer was dan haar man en veel
hart had voor de zaak.
Schoondochter Mieke Beerkens,
die haar schoonmoeder zes jaar thuis
heeft verzorgd voordat zij naar de
Kruuze ging voor haar laatste
levensdagen, noemt haar een fijne
vrouw. „Zij was een natuurmens, die
geen vlees at; een vrouw met „groene
vingers", die haar hobby vond in
bloemen en planten." Bij Karei en
Mieke Beerkens staan nu nog planten
op de vensterbank, die Nel Beerkens
heeft gekweekt.
Na het overlijden van Frans
Beerkens in 1957 („Na een smartelijk
lijden kwam de dood thuis onver
wacht" staat op zijn bidprentje te
lezen) heeft zijn zoon Sjef de bakkerij
overgenomen.
Rond 1964 stopte hij met brood
bakken en bracht alleen nog door
anderen gebakken brood rond. In
1967 stopte hij ook daarmee, waarna
in het pand een antiekzaak en een
depot van een stomerij werd
gevestigd. Nu zijn het alleen de grote
ramen van het woonhuis, die
herinneren aan de tijd, dat „Hier
beter brood" werd gebakken...