Oirlo a.s. zaterdag middelpunt van Landelijke Open Monumentendag Aandacht in Oirlo voor twee monumentale boerderijen Twee heiligen in de kerk van Oirlo 17 SEPTEMBER 1988 PROGRAMMA Leuke prijsvraag voor de jeugd PEEL EN MAAS gina 6jpEEL EN MAAS Donderdag 15 september - Pagina 7 Op zaterdag 17 september wordt in het gehele land voor de tweede teer de Open Monumentendag gehouden. Onder de ruim 400 gemeen- n, die hieraan meedoen, behoort ook Venray. Vorig jaar werd de eerste Open Monumentendag georganiseerd met een tentoonstelling in het Venrayse museum ,,het Freulekeshuus", de (openstelling van een aantal monumenten en een busrit met rondleidin gen. Dit jaar heeft het Comité gekozen voor een geheel andere aanpak loor het kerkdorp Oirlo aan te wijzen als hèt monument, dat op deze lag centraal zal staan. Oirlo biedt nl. een ideale omgeving om dit idee verder gestalte te kun nen geven. In dit kerkdorp zijn nog veel sporen van het verleden te zien op geringe afstand van elkaar. Bovendien zijn zij aantrekkelijk om te verduidelijken. In feite zijn de kerk en de Anna kapel in Oirlo de enige officiële monumenten, maar daarnaast zijn iok boerderijen aan het Bodden- iroek en in de Zandhoek voorbeelden oude landelijke bouwkunst, 'erwacht mag worden, dat Oirlo a.s. aterdag niet alleen zal worden ezocht door mensen uit de gemeente 'enray en de regio. In de landelijke )pen Monumentenkrant wordt Oirlo ,1. ook vermeld als bezienswaardig- eid met onder meer wandel- en ietsroute, tentoonstelling, video- oorstelling, folders, jeugdaktivitei- >n, rondleidingen en rondrit met aard en wagen. VROEGERE MONUMENTEN Uit het bij gelegenheid van de )pen Monumentendag in Oirlo te' erkrijgen boekje „Mensenwerk in )irlo" blijkt, dat de werkgroep Aid Jeldere eigenlijk veel meer zou willen aten zien, dan er nu nog aanwezig is. toals b.v. de door de Duitsers ipgeblazen molen, die als stichtings- atum 1819 droeg en zeker op de nonumentenlijst zou staan, wanneer ij niet verwoest was. En dan natuurlijk de kerk, die veneens door de Duitsers werd op- eblazen. De romaanse toren dateer- e waarschijnlijk van 1300, het oor van het begin van de 15de en het chip van het midden der 15de eeuw. ielukkig zijn er nog oude kerkschat- en bewaard. Herinneringen aan deze roegere monumenten zijn op de ten- Donstelling volop aanwezig. SINT ANNAKAPEL Een monument(je) waarop Oirlo erecht trots is, is de in 1788 gestichte int Annakapel. Dit „monument van evotie" staat op de hoek van de loofdstraat en de Hogeweg. Henricus Weyers uit Kevelaer werd op 16 maart 1755 priester gewijd en was pastoor van Oirlo, toen hij deze kapel stichtte. Hij diende de parochie van 1777 tot 1803. Het bakstenen monumentje werd in het begin van deze eeuw met cement bepleisterd en wit gekalkt. Het had toen ook een leien dak. Het beeld van St. Anna werd veilig gesteld en in 1962 vervangen door een exemplaar van terra cotta. Op het feest van St. Marcus (25 april) trok de processie naar de kapel, en dat gebeurde ook op de eerste van de drie kruisdagen. Die dagen vallen altijd direct vóór Hemelvaartsdag, 's Morgens trok in alle vroegte, uit alle katholieke kerken, een bidproces- sie naar de akkers, elke dag naar een ander gebied. Gedurende de tocht werd gebeden voor een voorspoedige groei van de veldgewassen. Van oor sprong wilde het volkse geloof, dat Christus bij zijn Hemelvaart die smeekbede zou meenemen naar zijn Vader. St. Anna is de moeder van Maria en dus de grootmoeder van Jezus. Haar man heette Joachim. Anna bleef lang kinderloos, totdat een engel haar verscheen en zei, dat ze een dochter zou krijgen, die aan de Heer gewijd zou worden. Zij noem den haar Miriam of Maria. Het Annafeest wordt gevierd op 26 juli, omdat op die dag haar relieken in 710 in Constantinopel, in de Aya Sophia, aankwamen. Na 1333 raak ten die verspreid door Frankrijk en Duitsland. In de middeleeuwen werd de verering voor St. Anna zeer algemeen. Zij is patrones van de moeders en de aanstaande moeders, en van het huwelijk. Omdat men meent, dat Anna op een dinsdag stierf, is die dag aan haar toegewijd: De Open Monumentendag zal zater dagmorgen om 10 uur officieel worden geopend bij de ingang van de Sint Gertrudiskerk in Oirlo. Het programma ziet er als volgt alt: 10.00 uur. Een echtpaar in oude klederdracht biedt aan de heer J. van Oers, wethouder cultuur c.a., de sleutel van de St. Gertrudiskerk aan. Met het openen van de kerkdeuren verricht de heer Van Oers de officiële openingshandeling voor de Open Monumentendag 1988. Hierna volgt bezichtiging van de kerk en de daarin tentoongestelde kerk schatten. 10.20 uur. Wandeling naar het ge meenschapshuis onderbegeleiding van muzikale klanken. 10.30 uur. Korte toespraken door de heren J. van Oers en J. Gootzen, voorzitter van het Comité Open Monumentendag Venray, in het gemeenschapshuis. Daarmee wordt tevens de tentoonstelling over Oirlo in het gemeenschapshuis geopend. Om 11.00 uur start bij de kerk de eerste rondrit met paard en wagen door Oirlo. Uiteraard kunnen alle geïnteresseerden daaraan deelnemen. Van 10.00 ^tot 17.00 uur zulien in Oirlo vele 'activiteiten plaatsvinden: openstelling kerk, kapel en boerderij; tentoonstellingen in gemeenschaps huis, kerk en boerderij Zandhoek 12; rondritten met paard en wagen; verkoop boekjes „Mensenwerk in Oirlo" en „Open deur, monumenten van binnen en van buiten" voor de jeugd (met prijsvraag). veel verlovingen en huwelijken wer den vroeger op die dag gesloten. In vijf Venrayse kapellen staat een beeld van haar. Dat komt, naast de genoemde vereringen, omdat ze een echte boerenheilige was. St. Anneke zegende het koren, de aardappelen en de bieten. Rond 26 juli wordt de rogge geoogst en dat was vroeger nog meer dan nu, een hoogst belangrijke gebeurtenis in de boerenstand. St. Anna kreeg hun dank. EEN RONDJE OIRLO Op 17 september begint „een rondje Oirlo" bij het belangrijkste monument: de kerk. Men gaat langs het gebouw door de Deputé Peters straat, die begint als een iepenlaan. Aan het einde staat links een veld- kruis onder drie kolossale linde bomen van ruim 150 jaar oud. Het kruis is nog ouder dan de monumen tale bomengroep; wellicht tegen de 400 jaren. Tot rond 1930 ging men vanuit de Meierij in processie naar Kevelaer. Bij dit kruis aan de weg naar Wanssum werd altijd halt gehouden. De spoorlijn ligt hier sinds 1883. Oirlo heeft hier een tijdlang een stationnetje gehad, vooral ten behoe ve van de landbouw. Over de spoorlijn, langs de Meerloseweg, liggen links en rechts uitgestrekte bolvormige landbouw gronden. Door het ontbreken van laanbeplanting blijft het gebied ruim telijk open. Het Boddenbroek heeft in het eerste gedeelte eiken in de bermen. Rechts ligt de oude bebouwing op de rand van de es. Bijzonder fraai is boerderij Baten,* op 17 september bijzonder in de belangstelling. De boerderij stamt van fond 1800, de fraaie perenboom is uiteraard jonger. Verderop links is het lager gelegen gebied. Het hoogteverschil tussen dit gedeelte en de hoge esgrond ligt rortd de drie meter. In de laagte ligt het Rotven. Een rotven werd vroeger gebruikt om de zachte delen van de vlasstengels weg te laten rotten. Bij huisnummer 4 is de erfbeplan- ting zeer fraai door de oude noten boom, de beuk en de tamme kastan je. Er zijn mooie lindebomen bij de boerderijen. In deze hoek van Oirlo wordt al lang de fruitteelt bedreven. Men kan zich afvragen, wanneer een gebouw een monument is en wanneer nog niet. Dat hangt van allerlei omstandigheden af, zoals de leeftijd, de ouderdom en de tegen woordige toestand. Daarnaast is de vraag belangrijk, of het gebouw belangrijk genoeg is als voorbeeld van stijlarchitectuur of van landelijke bouwkunst. Naast de twee Rijksmonumenten van Oirlo zijn in het dorp nog meer dere voorbeelden van oude boeren huizen te vinden, waarvan er op de OpenMonumentendag twee bijzonder in de aandacht staan. BODDENBROEK 15 Aan Boddenbroek 15 in Oirlo staat een oude boerderij van het langgevel- type. Zij dateert waarschijnlijk van rond 1800. Het gebouw is grotendeels nog in zijn originele vorm. Latere verande ringen vormen het afdak en het om hoog brengen van het dak. Bij de vlechtingen in het metselwerk van de eindgevel is dit nog duidelijk te zien. Merkwaardig is de opkamer, die 95 centimeter hoger ligt dan de keuken vloer. Waarschijnlijk is deze opkamer pas aangebracht, toen het dak ver hoogd is. Op enkele deuren bevinden zich mooie houten klinkstellen als sluiting. In de stallen en de schuur zijn nog de oorspronkelijke dakspanten aan wezig van ruw behakte boom stammen. Op de zolder van het woonhuis zijn twee slaapkamers. Het bedrijfsgedeelte is grotendeels ongebruikt. Waarschijnlijk is het pand vroeger met stro gedekt geweest. ZANDHOEK 12 De boerderij Zandhoek 12 in Oirlo is ook van het langgeveltype en ook ongeveer even oud. Bij de boerderij staat een zeer bouwvallige schuur. Aan het einde van het Bodden broek ligt rechts de Annakapel uit 1788. Zij is gebouwd op een splitsing van wegen. De Hogeweg was van oorsprong een zandweg langs de achterkant van de erven aan de Hoofdstraat. Het „Rondje Oirlo" gaat vóór dit monument langs naar het centrum van Oirlo, naar het oer oude kruispunt bij de kerk. Op het pleintje staat twee oude grensstenen. Ergens in het veld maakten ze ooit duidelijk, waar Oirlo ophield en Venray begon. De tocht gaat verder door de Pastoor Gerardsstraat naar de Zandhoek. De Zandhoek is een zeer oude buurtschap van Oirlo, mogelijk de plek van één van de Middeleeuwse hoven, die wellicht het begin van Oirlo hebben gevormd. De boerderij Bom is een fraai voorbeeld van oude landelijke bouwkunst. Op 17 septem ber is het gebouw te bezichtigen. De grote meidoornheggen, de linden, de vlier en de uitgestrekte akkergronden zijn bijzonder. Het wegkruis is al enkele eeuwen oud. Van oudsher hoort het bij de boerderij. Het was een rustpunt bij de processies op de Kruisdagen. Er was een offergelegen heid: „Hier offert men voor de zielen in het vagevuur". Op de Open Monumentendag worden rondleidingen verzorgd, waarbij deze en andere landschappe lijke en tuinarchitectonische aspecten verder verduidelijkt worden. Oorspronkelijk was het pand zonder de lage aanbouwen, die waar schijnlijk aan het einde van de vorige eeuw zijn neergezet. Gezien de indeling en de grootte van de woning is het aan te nemen, dat zij oorspronkelijk aan een belangrijke familie toebehoorde. Bijzonder is de grote kelder onder de twee kamers, die afgedekt is met een gemetseld tongewelf. De binnen- en buitenmuren zijn bijzonder dik en van een of anderhalf steen. De raam- en deuropeningen in het woonhuis zijn nog oorspronkelijk, dit in afwijking met het bedrijfsgedeelte. De kapconstructie is deels nog oorspronkelijk, deels ook vervangen wegens slijtage en oorlogsschade. De dakbedekking is waarschijnlijk stro geweest. De zolder boven het woonhuis is wellicht als graanzolder in gebruik geweest. In de keuken is een fraaie houten draaitrap naar de zolder. Het gebouw had velerlei funkties. Links van de gang was het café, rechts een winkel. In het boerderij gedeelte lag de in onze streken ge bruikelijke potstal. Dat was een diepe koeienstal, die pas in het voorjaar uitgemest werd. De grote hoeveelheid mest had de boer hard nodig om zijn akkers vruchtbaar te krijgen. De staldeur is laag, juist omdat de karren uit de diepe stal naar buiten kwamen. Het toilet was op de stal, de inmiddels verdwenen bakoven stond achter het huis. Oirlo kent twee heiligen, die in Noord-Limburg amper verder vereerd worden. Het gaat om Sint Gertrudis en de Heilige Machutus. De parochie kerk is toegewijd aan Sint Gertrudis. Als patrones is de heilige de voor naamste van de twee. Gertrudis is in 626 geboren als dochter van Pepijn van Landen en de H. Itta. Toen haar vader haar wilde uithuwelijken aan een prins, weigerde zij, omdat ze haar leven in Godge wijde maagdelijkheid wilde door brengen. De jonkvrouw vluchtte naar Charleborgh in Oost-Frankrijk. Na de dood van de prins keerde zij naar huis terug. Rond 640 trok Gertrudis zich met haar moeder terug op het kasteel van Nijvel (Nivelles). Op aanraden van de H. Bisschop Amandus richtte Itta het kasteel in als klooster en haar dochter werd de eerste abdis. Na een godvruchtig en dienstbaar kloosterleven stierf ze op 17 maart 659. Ze was 33 jaar oud, juist de leeftijd van Christus. Haar lichaam wgrd begraven in de kloosterkerk. Er gebeurden wonderen bij het graf en Paus Honorius III verklaarde Gertrudis heilig. Nijvel werd een druk bezochte bedevaarts plaats. De H. Gertrudis werd in de Middeleeuwen vooral in West-Duits- land en de Nederlanden vereerd, zij was één van de helpsters in nood. In Nederland staan 14 kerken onder haar bescherming, waarvan die van Lottum en Beesel het dichtste bij Oirlo in de buurt liggen. De meest prominente kerk is die van Bergen op Zoom, waar het lichaam van de heilige vrouw eeuwenlang begraven is geweest. Dat gebeurde in tijden, dat de abdij van Nijvel niet veilig genoeg was. In België zijn 42 kerken aan haar toegewijd. De Heilige Gertrudis is de be schermvrouwe van de reizigers. Zij geneest de zieken, verzoent vijanden, redt gevangenen en verlost hen, die van de duivel zijn bezeten. Zij bood ook hulp aan de zielen op hun laatste reis. In de volksvoorstel ling neemt de ziel vaak de gedaante aan van een muis. Daarom wordt Gertrudis gewoonlijk voorgesteld als een kloosterlinge, vergezeld van muizen of ratten. Als gevolg daarvan werd ze ook aangeroepen tegen over last van deze dieren. Water uit de bron in de crypte van de abdijkerk in Nijvel bezat een ongedierteverjafcende werking. Het houten Oirlose beeld is 46 centimeter hoog en stamt uit ongeveer 1500. In de linkerhand houdt de kloosterlinge de staf van de abdis. Muizen kruipen er langs om hoog. In de rechterhand heeft zij het dichtgeslagen ordeboek. De handen zijn latere veranderingen. ST. MACHUTUS Sint Machutus is de tweede „vreemde" heilige in Oirlo. Hij was een Kelt, die rond 640 geboren is in de streek van Gwent in Wales. Hij groeide op in het klooster Llancar- van, juist in de tijd, dat op de Britse eilanden het Christendom een grote bloei doormaakte. Hij volgde het voorbeeld van vele Britten en Ieren en verliet het klooster om het geloof op het vasteland te gaan verkondigen. Hij stak het kanaal over en ging naar Bretagne. Daar stichtte Machutus een klooster bij de plaats Alet, die later zijn naam zou overnemen: Saint Malo. Hij werd er landbisschop. De kerstening van Europa door monnikken was iets nieuws in de geschiedenis. In alle landen, waar de missionarissen binnen kwamen, stichtten ze kloosters als steunpunten, die vaak ook de residentie werden van een monnik-bisschop. Machutus volgde in deze dezelfde beproefde werkwijze als zijn voorgangers. In later jaren keerde een Bretonse vorst met een gedeelte van de bevolking zich tegen hem. Machutus trok zich terug in het ruige landschap van Saintes en stierf daar als kluize naar. In de negende eeuw werd zijn leven beschreven en werden zijn relieken teruggebracht van Saintes naar Bretagne. Daar is ook zijn verering geconcentreerd. Tijdens de Open Monumentendag in Oirlo op zatersag 17 september a.s. wordt ook aan de jeugd gedacht. Door de Stichting Open Monumen tendag en de Bond Heemschut is een zeer goed verzorgde brochure ge maakt voor de jeugd onder de titel „Open deur, monumenten van binnen en van buiten". De bedoeling van deze brochure is ook de aandacht van de kinderen op monumenten te vestigen. Monumen ten, allereerst in de eigen buurt, maar ook monumenten elders in het land komen aan de orde. De jeugd kan zelf een monumen tenroute uitstippelen en in het boekje kunnen vragen worden beantwoord, een puzzel worden opgelost en foto's en tekeningen ingeplakt. Kinderen, die deelnemen aan de monumenten wedstrijd kunnen daarmee een fiets winnen. Het boekje kost maar een gulden en is bijzonder interessant voor de jeugd. De vragen, die beantwoord moeten worden, zijn niet moeilijk. Slechts met één vraag zullen de kinderen uit deze streek moeite hebben. Men moet beantwoorden of z.g. kubuswoningen in Zuid Holland, Utrecht of Zeeland staan. Kinderen uit deze regio kennen waarschijnlijk alleen de kubuswonin gen in Helmond. Maar als zij bezig zijn met het beantwoorden van alle vragen komt het goede antwoord toch vanzelf wel te voorschijn. Sint Machutus wordt in de regel als bisschop voorgesteld. In Oirlo troont hij op een sierlijke zetel. Hij strekt de rechterhand zegenend uit en heeft in de andere hand de bisschopsstaf. Het houten beeld is 71 centimeter hoog en is het oudste in de kerk. Het stamt van rond 1350, de zetel is een ver nieuwing uit de achttiende eeuw. De staf is wat al té fors uitgevallen. De beschildering van het beeld is neo-gotisch vernieuwd. VERERING Sinds onheuglijke tijden wordt de Heilige Machutus in Oirlo vereerd als beschermer tegen lamheid, jicht, klierziekten, zenuwziekten en de ge vreesde kinderverlamming. Vanwege deze voorspraken genoot de Heilige een bijzondere verering in Noord- Limburg en het aangrenzende Oost- Brabantse en Nederrijnse land. In groten getale kwamen de bedevaart gangers naar Oirlo om zijn hulp in te roepen. Z.H. Paus Pius IX heeft op 20 september 1868 een volle aflaat ver leend aan allen, die de kerk van Oirlo op 15 november of op één van de zeven volgende'dagen bezochten. Door Mgr. Drehmans, bisschop van Roermond, werd op 28 juli 1903 de Broederschap van de Heilige Machutus opgericht in de parochie kerk van Oirlo. Het doel was om de verering van de H. Machutus te ver meerderen en te verspreiden. Om in de broederschap opgenomen te worden moest men in Oirlo inge schreven worden en dagelijks een weesgegroetje bidden met de bede „Heilige Machutus, bid voor ons". Hoe deze twee heiligen in Oirlo verzeild zijn geraakt, is niet meer te achterhalen. Is het toeval, dat zij beiden Frankische heiligen zijn uit de tijd vóór Karei de Grote? Vinden ze hun gezamenlijke noemer in hun voorspraak voor mensen in grote nood? Is er een andere, onbekende, reden? God zal het weten... 'n leesbare krant wAK O ZIJN RIJKE GESCHIEDENIS En tóch kunnen wij ons niet aan de druk onttrekken, dat Vak O op de Igemene Begraafplaats Bosch- lizen, ook al is het de laatste rust aats van vele Venrayers-van- oeger, een levend monument is. Regelmatig ziet men belangstellen- bezoekers langs de graven lopen en abestaanden zorgen voor een keurig iderhoud. Vooral in deze na- imerse dagen is het opvallend oeveel planten en bloemen deze iide graven sieren. FRANS MAXIMILIAAN BERKENS (11 mei 1897 - 25 Piuari 1957) en PETRONELLA EERKENS-STEVENS (1 april 1895 26 februari 1979). j Het graf van bakker Frans kerkens en zijn vrouw Nel is zo'n pats op Vak O, om even bij stil te laan, om herinneringen aan vroeger S|agen boven te laten komen. Welke rechtgeaarde Venrayer heeft deze bekende bakker van de Draal- straat (tegenwoordig Julianasingel) niet gekend? Zeker degenen, die de oorlogsjaren bewust hebben meege maakt, weten zich ongetwijfeld te herinneren, dat Frans Beerkens, die de bakkerij runde en zijn vrouw Nel, die de levensmiddelenwinkel voor haar rekening nam, zich niet al te druk maakten over distributie bonnen. Zo wist Frans Beerkens steeds wel op de een of andere manier aan meel te komen, bij de boeren in de omtrek. Het kwam voor, dat mensen, elders uit het land vandaan, per trein naar Venray kwamen om bij bakker Beerkens brood te halen. Kon men het niet betalen, dan was hij zelfs bereid het brood voor niets weg te, geven. Dan werd er in de bakkerij, de eerste Venrayse oven met gasverwar- ming, flink gestookt en hard gewerkt. Frans kreeg daarbij de hulp van „vogels van diverse pluimage", zoals b.v. een boomkweker uit Maashees en meester Dinjens, die alles van broodbakken afwisten en de bakker graag hielpen. Hadden zijn klanten zelf wat rogge of meel op de kop getikt, dan brachten zij dat naar bakker Beerkens, die er voor een paar centen broden van bakte. Een oud gebruik was, dat huismoeders het thuis klaar gemaakte brooddeeg in een handdoek naar een bakker lieten brengen om het te laten bakken. Frans Beerkens zei toen: „Ze zijn waarschijnlijk bang, dat ik er te weinig melk, boter of krenten in doe...." Frans Maximiliaan Beerkens werd geboren aan de Oude Oostrumseweg, waar zijn vader een bakkerij had. Omdat het bloed nu eenmaal kruipt waar het niet gaan kan, volgde zoon Frans een bakkerscursus in Horst. Toen hij op 3 november 1932 met Nel Stevens trouwde, wilde hij de bakkerij aan de Oude Oostrumseweg vooftzetten. Toen hem dat niet hele maal lukte werd besloten de bakkerij te verplaatsen naar „De Draal" (thans Julianasingel 44). Bekend is, dat Frans en Nel Beerkens zelf de binnenstenen voor de woning bakten in een veldoventje. In die vooroorlogse jaren zal Venray dan ongeveer tien tot twaalf broodbakkers hebben gehad, die ieder hun eigen wijk hadden. Bakker Beerkens, met zijn eeuwige pijp in de mond, bezorgde in de eerste jaren het brood per transportfiets met een mand voor aan het stuur en later per bakfiets. Wanneer buurvrouwen bij zijn bakfiets elkaar „sterke verhalen" vertelden, vroeg hij: „Ziede geej er beej geweest? Nieje? Dan motte geej de mond halde...." Bakker Beerkens hield wel van een geintje. In de oorlogsdagen was hij op de een of andere manier in het bezit gekomen van een aantal Duitse batterijen, die hij aansloot op het lichtnet in zijn huis. Niemand snapte, dat hij licht had, terwijl iedereen in het donker zat.... „Göt tuus mar is probiere, der is wer licht" zei hij dan tegen zijn klanten... Tijdens de bevrijding vonden vluchtelingen uit Maashees en Vier lingsbeek en paters uit het door de Duitsers in beslaggenomen Paters- klooster onderdak in de twee kelders van Beerkens. Zeker 65 mensen hebben dagenlang in de kelders het brood van bakker Beerkens gegeten. Ook werden in de kelders kerkschat ten van de Paterskerk bewaard. „Hier beter brood" stond te lezen op een geborduurde doek aan de winkeldeur, maar op zondagen had Frans Beerkens geen tijd voor brood omdat hij zich dan ging uitleven in zijn hobby: fotograferen, een kunst, die hij van fotograaf Van Bergen had geleerd. Voor de oorlog had hij een oud toestel met glasplaten en in de oorlog kocht hij in Nijmegen een Retinette 2, kleinbeeldcamera. Direkt na de oorlog moest iedereen pasfoto's hebben. Mensen stonden bij zijn bakkerij in de rij en iedere zondag was het hoogseizoen. Op maandag lagen de foto's in de bak kerij te drogen. Zijn zoons weten zich maar al te goed te herinneren hoe zij moesten helpen om de foto's op de rand van de tafel recht te buigen en met de hand af of bij te knippen. Soms gebeurde het, dat men geen foto had van een overledene. Frans Beerkens werd dan gevraagd alsnog een foto van de dode te maken. De kist werd dan iets overeind gezet en de bakker maakte het portret.... Terwijl zijn vrouw „dag en nacht" de winkel dreef, trok Frans Beerkens er na de bevrijding met zijn fototoestel op uit om de verwoeste panden in Venray te fotograferen. De meêste foto's uit die tijd - waarvan er nog heel wat in Venrayse foto-albums zijn geplakt - zijn gemaakt door bakker Frans Beerkens. Om de glasplaten en negatieven van door Frans Beerkens gemaakte foto's niet verloren te laten gaan, zijn ze na zijn dood afgestaan aan de Venrayse fotograaf Sjef Hoede- maekers, terwijl Gerard Kruijsen het oude foto-apparaat het zijne mocht noemen. Van Nel Beerkens weet men nu nog te vertellen, dat zij in ieder geval serieuzer was dan haar man en veel hart had voor de zaak. Schoondochter Mieke Beerkens, die haar schoonmoeder zes jaar thuis heeft verzorgd voordat zij naar de Kruuze ging voor haar laatste levensdagen, noemt haar een fijne vrouw. „Zij was een natuurmens, die geen vlees at; een vrouw met „groene vingers", die haar hobby vond in bloemen en planten." Bij Karei en Mieke Beerkens staan nu nog planten op de vensterbank, die Nel Beerkens heeft gekweekt. Na het overlijden van Frans Beerkens in 1957 („Na een smartelijk lijden kwam de dood thuis onver wacht" staat op zijn bidprentje te lezen) heeft zijn zoon Sjef de bakkerij overgenomen. Rond 1964 stopte hij met brood bakken en bracht alleen nog door anderen gebakken brood rond. In 1967 stopte hij ook daarmee, waarna in het pand een antiekzaak en een depot van een stomerij werd gevestigd. Nu zijn het alleen de grote ramen van het woonhuis, die herinneren aan de tijd, dat „Hier beter brood" werd gebakken...

Peel en Maas | 1988 | | pagina 7