Ss# - \^p Sneeuwkettingen onmisbaar Wat kost skiën? Skiën in Wallis MALLNITZ DUIVENBABBELS Kledingaktie voor Britse mijnwer kers in Venray Minder gemeentesteun voor de sport Maatregelen in verband met door Kössen, voor langlaufer en skiër 'S WERELDS GROOTSTE SKI GEBIED: SUPERSKI D0L0MITI HET PARAMYXO VIRUS BIJ DE POSTDUIF Het is inmiddels alweer twee jaar gele den dat de duivensport hernieuwd ken nis heeft gemaakt met het paramyxovi rus (PMV). Dit virus dat de urineweg, het maagdarmkanaal en het zenuwstel sel van de duif aantast blijkt voor de duivensport meer ingrijpend te zijn dan welke ziektekiem dan ook. Zowel de er nst van de klinische symptomen als de omvang van de politieke gevolgen zijn uniek voor de duivensport. Het ziektebeeld is bij de meeste dui- venliefhebbers inmiddels wel bekend. De eerste symptomen bestaan vaak uit een (water)dunne ontlasting en öen sterk verhoogde wateropname bij een groot aantal duiven op het hok. Zenuwver schijnselen variëren van een scheve kc- houding, tol naast het voer pikken, niet kunnen vliegen, „draaihalzen" en op de rug liggen, maken het ziektebeeld com pleet. Zelden gaan duiven dood. Duiven die goed geënt zijn worden niet ziek. De besmetting vindt plaats via de ont lasting, het traanvocht of de mondslijf, of, indirekt, via de lucht. Het is opvallend dat andere vogel soorten in het algemeen minder gevoelig zijn voor dit paramyxo-virustype. Bij ziektegevallen zal de therapie van de dierenarts tweeledig zijn: vaccinatie van alle duiven die op het hok aanwezig zijn. Enten geeft de ziektekiem namelijk minder aangrij pingspunten; verstrekken van elektrolyten en versterkende preparaten. De hevige di arree verzwakt de duiven sterk. Het herstel van zieke duiven neemt vele maanden in beslag. Hierbij is een volledig herstel alleen in de mildere ge vallen mogelijk. Gevallen met ernstige zenuwverschijnselen zijn hopeloos. Het paramyxo-ziektebeeld is soms moeilijk te onderscheiden van andere vi rale of bacteriële ziektes, vergiftingen of stofwisselingsstoringen. Met name is het soms onduidelijk of de ziekteverschijn selen veroorzaakt worden door het paramyxo-virus of de salmonella bacterie (de verwekker van paratyfus). De aard van de zenuwverschijnselen en het minder massale optreden in geval van een salmonella infectie kan dan een aanwijzing zijn in de richting van één van beide ziektes. Een laboratoriumon derzoek van het bloed van de duiven geeft in dergelijke gevallen uitsluitsel of de dieren met PMV besmet zijn. Nu komt het belangrijkste van dit ar tikel. Wat kunnen we doen om onze duiven te behoeden vor deze ernstige ziekte? Hoe krijgen we Nederland weer paramyxo-vrij? Het antwoord is: enten! Enten! Enten! Als alle duivenliefhebbers de eerstvol gende jaren alle duiven, jong en oud, vaccineren, verliest het virus haar voe dingsbodem en verdwijnt de ziekte. Dit is de enige reële mogelijkheid! Man kan op 3 manieren vaccineren. Welke entmethode men gebruikt is van minder belang, als maar volgens de ge bruiksvoorschriften gehandeld wordt. Het druppelen van een vaccin in oog en neus is één van de mogelijkheden. Voor een goede bescherming dient dit vele malen per jaar herhaald te worden. Der halve is het in praktijk veel beter om te vaccineren door middel van een onder huidse injectie in de nek. Men kan bij deze injectie-methode gebruik maken van een vaccin met een verzwakt virus (levend) of van een vaccin met geïnacti veerd virus (dood). Het inspuiten van een „levend" vaccin geeft een bescher ming van ongeveer een halfjaar. Het in spuiten van een „dood" vaccin geeft een bescherming van minstens één jaar. Het „dode" vaccin werkt dus het langste maar heeft als nadeel dat het, in tegenstelling tot het „levende" vaccin, in sommigge gevallen bijwerkingen heeft. Bekend zijn knobbels in de nek, misvormde veren, diarree, conditiever- lies en sterfte. De bijwerkingen worden ondervangen bij een type „dood" vac cin dat deze maand nieuw op de markt verschijnt. Helaas zal de kostprijs van dit vaccin het gebruik minder aantrek kelijk maken. Tenslotte dit. Hoewel er dit jaar geen entverplichting vanwege de Nederlandse Postduivenorganisatie lijkt te komen hoop ik dat de duivenliefhebbers indivi dueel alles in het werk zullen stellen om de ziekte onder de duim te krijgen. De consequentie van het verontachtzamen van het paramyxo-probleem noge gïl- lustreerd worden door een rechtzaak waarbij er door een d ui venliefhebber wiens duiven de paramyxo-ziekte kre gen na aankoop van besmette duiven, een schadevergoeding van vele duizen den guldens is geëist van de verkopende duivenliefhebber. W.H.M. de Vocht dierenarts GEEN VISITEKAARTJES Bij sportpark Sparrendreef in Oostrum trof de eigenaar van een perso nenauto bij terugkeer zijn voertuig be schadigd aan. Op het Henseniusplein werd eve neens een personenauto beschadigd aangetroffen. Zoals bekend is de SP Hulp- en In formatiedienst de afgelopen maanden geld gaan inzamelen voor de bekosti ging van voedseltransporten naar de mijnen Snowdown, Tilmanstone en Betteshanger in het ghraafschap Kent, de mijn Shirebrook in de Midlands en Cynheidre in Wales. Deze voedseltrans porten, er zijn er inmiddels al 10 naar Engeland gegaan, worden door Hulp-en Informatiedienst van de Socialistische Partij georganiseerd ter ondersteuning van de stakende mijnwerkers in Groot- Brittanië. Deze inzamelingsaktie gaat in 1985 gewoon door! Sinds het begin van dit jaar zijn we deur aan deur rond aan het gaan in Venray. We zijn gestart in Brukske en gaan van daaruit verder. Naast de geldinzamelaktie voor de aankoop van voedsel start de SP- Hulp- en Informatiedienst nu ook met de inzameling van kleding en schoeisel. Door de nood aan financiële middelen bij de mijnwerkersgezinnen (het weinige geld wordt besteed aan voedsel) is men niet in staat kleding en schoeisel zelf te kopen. Vandaar dat de Hulp- en Infor matiedienst besloten heeft te starten met de inzameling van goede gebruikte kleding en schoeisel. In Venray kan men het schoeisel en de kleding afgeven: Iedere maandagavond van 19.00 - 21.00 uur; iedere vrijdagmorgen van 9.30 - 11.30 uur. Het adres: Gitaarstraat 43, Venray. Tussen de gemeenten en de sportwe reld heeft altijd een hechte band be staan. Niet de aktieve sporters, maar de gemeenten zijn de belangrijkste finan ciers van de sport. De sportmensen zelf betalen gezamenlijk ongeveer 770 mil joen aan contributies en tarieven, de gemeenten tekenen voor zo'n slordige 1,2 miljard gulden en zijn derhalve een onmisbare inkomstenbron voor de sport. Nu er op de overheidsuitgaven be zuinigd moet worden, dreigt ook de sportwereld daar de consequenties van te ondervinden. Sinds 1983 loopt de overheidssteun aan de sport langzaam terug en deze tendens zal zich de ko mende jaren voortzetten. Die bezuini gingen behoeven voor de aktieve sport beoefening nog niet direct rampzalig te zijn, maar de sportwereld zal een groter beroep op vrijwilligers moeten doen, terwijl ook aan het profijtbeginsel niet valt te ontkomen. BEZUINIGINGEN VOORAL IN ACCOMMODATIESFEER In de dagen toen Nederland nog een welvaartsstaat was, was de verstand houding tussen de sportwereld en de gemeentelijke suikeroompjes optimaal. De bomen leken tot in de hemel te groeien en de gemeente leek een schier onuitputtelijke inkomstenbron voor de sport te zijn. De overheidsuitgaven en voornamelijk die van de lokale over heid ten behoeve van de sport namen sterk toe in betrekkelijk korte tijd, te weten van 700 miljoen gulden in 1975 tot circa 1,2 miljard in 1982. In 1983, onder druk van de economi sche recessie en de daarmee samenhan gende bezuinigingen op de collectieve uitgaven moest de sportwereld zijn eerste veer laten. Met name de subsidies op de sportaccommodaties liepen in dit jaar terug tot 982 miljoen gulden, 15 miljoen minder dan een jaar daarvoor. De sportwereld kreunde en kermde, maar die reaktie leek enigszins over trokken. Het is immers zonneklaar dat in de jaren zestig en zeventig talrijke ge meenten wel wat erg royaal waren ge weest wat betreft hun uitgaven ten be hoeve van de sport. Dat leidde tot een ware explosie in de bouw van veelal overdreven luxueuze sporthallen, com fortabele zwembaden en andere geld verslindende prestige-objecten. De ge meenten leken elkaar de loef te willen afsteken als het ging om creëren van dure sporlvoorzieningen. In de periode 1970 - 1980 nam bij voorbeeld het aantal sporthallen (op pervlakte minstens 1000 vierkante me ter) enorm toe. In 1970 telde ons land circa 150 sporthallen, tien jaar later waren er al 550. Aanvankelijk was ge dacht aan één sporthal op 100.000 inwoners, een redelijke norm. Maar aan die norm heeft men zich in de verste verte niet gehouden. De verhouding is nu ongeveer één sporthal op 25.000 in woners. Daarbij doet zich het merk waardige feit voor dat de sportcentra- dichtheid op het platteland relatief groter is dan in de dichtbevolkte steden van de Randstad. PROFIJTBEGINSEL Ook wat andere sportaccommodaties betreft werd er in de periode van wel vaart niet op een cent gekeken. Zo nam alleen al in de periode 1970 - 1980 het aantal gymnastiekzalen en sportzalen toe met bijna 200 procent tot in totaal 5.900 zalen (groter dan 180 m2). Ook het aantal zwembaden groeide fors in de zeventiger jaren, forser zelfs dan het aantal bezoekers. Uit deze voorbeelden, die met vele andere aangevuld kunnen worden, blijkt dbt de sportwereld in de jaren van welvaart niet tekort kwam. De miljoe nen, die door de lokale overheid naar de sport werden getransporteerd, liggen vooral in de accommodatiesfeer. Met name de onderhoudskosten zijn niet mis. En nog altijd zijn de gemeenten be reid de sport te steunen waar maar mogelijk is; maar bezuinigd moet er worden, ook op de sport. En dat heeft weer consequenties voor degenen die een sport aktief beoefenen. Het pro fijtbeginsel is weer van stal gehaald. De sporters zullen meer moeten be talen voor het beoefenen van hun sport, omdat de accommodaties meer renda bel moeten worden gemaakt. Niet altijdzijn tariefsverhogingen echter effectief. Zo werden in tal van gemeenten de kaartjes voor het zwem bad aanzienlijk duurder. Gevolg: min der bezoekers in het zwembad. BREEDTESPORT VOOROP Tariefs- en contributieverhogingen komen het hardst aan bij die groepen van de bevolking, die moeten rondko men van een laag inkomen. Vandaar dat de gemeenten zullen moeten inven tariseren welke sporten wel veel lasten kunnen dragen, omdat ze toevallig door mensen met hogere inkomens worden beoefend (golf, tennis, hockey) en welke sporten dat niet of minder kun nen. Bovendien dient er voor gewaakt te worden dat teveel overheidssteun naar de topsport gaat. De ontwikkeling van de breedtesport dient voorop te staan. Voorts zal de sportwereld een groter beroep moeten doen op vrijwilligers teneinde vele aktiviteiten zonder noe menswaardige kosten te kunnen reali seren. Het aantrekken van vrijwilligers verloopt helaas nog stroef. We leven in 1 een tijd dat de mensen bij wijze van spreken voor het bezorgen van een brief nog geld vragen. Dat is geen ideaal kli maat om het vrijwilligerswerk nieuw leven in te blazen. Mogelijk dat door de toenemende vrije tijd weer mensen de ambitie zullen krijgen om als vrijwilli ger iets voor de sport te doen. Het zal hard nodig zijn, want de gemeente zal als inkomstenbron voor de sport meer terughoudendheid aan de dag gaan leggen dan we in de zestiger en zeven tigerjaren gewend waren. carnaval '85 dag en nacht Ook de ingevallen dooi kan voor de gemeente een behoorlijke schadepost gaan betekenen. Door het dooien van de sneeuw kan met name op de verharde buitenwegen en de zandwegen water overlast ontstaan, waardoor zowel de wgen als de bermen door het verkeer worden beschadigd. Daarnaast is het mogelijk, dat na de dooi weer een vorstperiode intreedt waarbij door opdooi aan de gemeente lijke wegen schade wordt toegebracht. om ernstige schade te voorkomen zal de gemeente stringent toezicht houden op de toestand avn de wegen, bermen, bermsloten en waterlossingen (dit in overleg met het waterschap). Bij eventuele opdooi zullen onmid dellijk wegen, die schade lijden, worden afgesloten voor het verkeer. Er wordt een beroep gedaan op de bevolking om verstopte kolken en dui kers, alsmede stagnerende waterlossin gen zo snel mogelijk vrij te maken, danwel bij de gemeente te melden. Ruwe schattingen beweren, dat ca. 80% van de Nederlandse wintersporters met de auto naar de sneeuw gaan. Een gigantische stroom. Extra aandacht voor het voertuig is echter noodzakelijk om niet in de problemen te komen. Het rijden in de sneeuw is tenslotte wat anders dan op een geasfalteerde Nederlandse weg. Kruis- of ladderketting? Sneeuwkettingen zijn onmisbaar als u met de eigen auto naar uw winter sportbestemming gaat. Ook als u er over de sneeuwvrije hoofdwegen kunt komen. Onverwachte sneeuw val kan ook deze omtoveren in spie gelgladde ijsbanen. Maar al zou u dat niet overkomen, kunt u toch niet zonder. De auto wordt meestal druk gebruikt om naar de liften te rijden. De parkeerplaatsen zijn vaak niet sneeuwvrij en een smal weggetje hoeft maar even te stijgen of er komen al problemen. Bovendien kunt u er beter mee, dan om ver legen zijn. Op wegen met verkeers borden (meestal wit met blauwe rand) is het overigens verplicht om met sneeuwkettingen te rijden. Er zijn verschillende typen sneeuw kettingen. Dc z.g. kruisketting is de beste omdat hij door zijn vorm de meeste grip op de sneeuw geeft. De laddcrkctting laat meer stukken van dc band vrij. Hij geeft weinig weer stand tegen een zijdelingse slip, dit in tegenstelling tot de kruisketting. De meeste sneeuwkettingen zijn van staal vervaardigd, maar de laat ste jaren is de kunststof ketting nog al in opkomst. Deze heeft onmis kenbaar zijn voordelen, want bij het omleggen vriest de ketting b.v. niet aan de handen vast Maar een levens groot nadeel is, dat ze lang niet overal zijn toegestaan. In Zwitser land wordt op sommige wegen het gebruik van stalen kettingen ver plicht gesteld. Thuis oefenen De praktijk leert, dat vrijwel nie mand als hij voor de eerste keer met sneeuwkettingen op stap gaat, thuis even oefent in het omleggen. Toch is dat wel aan te raden, want die bos kettingen kan toch wel wat proble men opleveren. Zeker als u ze onder slechte omstandigheden en kou moet omleggen. Dat de kettingen alleen het gewenste effect hebben als ze om de aangedreven wielen worden bevestigd lijkt logisch, maar er zijn veel automobilisten die dat toch de eerste keer verkeerd doen. Onder normale omstandigheden hoeft het omleggen niet langer dan een paar minuten te duren. Zoek een plaats aan de kant van de weg of in ieder geval zodanig, dat u geen andere weggebruikers hindert. Het is be langrijk, dat de weg recht is of in ieder geval zo min mogelijk stijgt. Als u de kettingen gemonteerd heeft, moet u ze na een paar honderd meter rijden nog even naspannen. Overigens kunt u de kettingen voor een kleine vergoeding ook bij een garage of tankstation er even laten omgooien. Rijden met kettingen Het rijden met omgelegde sneeuw kettingen is niet moeilijk, maar de snelheid moet natuurlijk aangepast worden, 50 tot 60 km is al hard. De wegligging van de auto wordt na delig beïnvloed, zeker op stukken waar bijna of helemaal geen sneeuw meer ligt. Op onbesneeuwde wegen veroorzaken de kettingen extra slij tage aan de banden en moeten dan verwijderd worden. Met en zonder sneeuwkettingen is rijden in de ber gen - zeker in de sneeuw - niet mak kelijk. Te hoge snelheden en plot selinge richtingveranderingen kun nen slippartijen met alle gevolgen van dien veroorzaken. Op gladde hellingen moet zo min mogelijk ge schakeld worden. Het is dus be langrijk de juiste versnelling te kie zen voor er aan de klim begonnen wordt. Afstand bewaren is belang rijk, zeker bij het dalen. Remmen mag alleen in uiterste noodzaak gebeuren (pompend), afremmen op de motor is op gladde wegen veel veiliger. Huren of kopen Het kopen van sneeuwkettingen kan nadelen hebben. Ze zijn meestal maar geschikt voor enkele banden maten, zodat er een kans bestaat dat ze niet om die van uw nieuwe auto passen. In dat geval is het zeker belangrijk om voor het ver trek te controleren of de kettingen nog wel gebruikt kunnen worden. Sneeuwkettingen zijn overal te huur. Iedere in wintersport gespeciali seerde sportzaak heeft ze, terwijl ook vele garages ze te huur aanbie den. Om de kosten behoeft u het niet te laten, want meestal betaalt u niet meer dan tussen de 3,50 en ƒ6,- per dag, afhankelijk van de bandenmaat. Koopt u sneeuwket tingen dan moet er gerekend worden met bedragen van 150,- tot 350,- (perjaar) afhankelijk van model en maat. Let er bij het huren op, dat de handleiding voor het omleggen in de verpakking gesloten is. Het is overigens ook mogelijk sneeuwket tingen aan de Oostenrijkse grens te huren. Het voordeel is, dat er voor een kortere periode gehuurd wordt. Een (groot) nadeel is dat u niet zeker bent van kettingen. Uw maat kan niet meer voorhanden zijn. Ook wordt er meestal een flink bedrag als onderpand gevraagd. Na het ge bruikt moeten de sneeuwkettingen schoongemaakt worden met warm water en ze mogen niet vochtig in de verpakking worden opgeborgen. In tegenstelling tol wat langlaufen kost, maakt alpineskiën een win tersportvakantie niet goedkoper. Skipassen en skilessen zijn over het algemeen niet goedkoop. Lang laufers hebben geen skipas nodig, maar er is een tendens in de A lpen landen om hen te laten betalen voor het loipengebruik. De achter- 1 grond daarvan is, dat voor het trekken en onderhouden van de loipen dure voertuigen en appara tuur noodzakelijk is. Hier en daar zijr er al gebieden waar - op basis van vrijwilligheid - stickers ge- i kocht kunnen worden om op de ski's te plakken als bewijs dat men een kleine bijdrage heeft gedaan voor het loipenonderhoud. Hel is moeilijk om prijzen te geven. Vrijwel ieder skigebied heeft een eigen prijspolitiek voor de skipas, dit afhankelijk van het aantal lif- ten en pisten. Onderstaand over zicht is dan ook niet meer dan een indicatie van wat u in een doorsnee wintersportplaats staat te wachten. 13 daagse skipas f 175,- tot f300- 0 6 dagen alpineskiles f 110,- lot f 140,- 3 dagen langlaufles f 60,- tot f 75- kinderskischool met middageten f 20,- tot f 28,- per dag kindercrèche (zonder skiën met middageten) f 8- tot f 20,-per Genoemde prijzen zijn ook dikwijls J afhankelijk van het skiland van uw keuze. Italië en Oostenrijk zijn b.v. wat goedkoper dan Zwitserland en Frankrijk, hoewel de verschillen de laatste jaren snel kleiner zijn ge worden. Kössen is een bekende winterspoif- plaats in het Wilde Kaisergebied in Tirol, Oostenrijk. De skipisten van Kössen strekken zich ver uit en worden met elkaar verbonden door een drietal moderne stoeltjesliften en vier sleepliften. Het skigebied ligt op 1700 meter hoogte en biedt een prachtig uitzicht op de bergen van Tirol. Naast de vele skimogelijkheden biedt Kössen ook het nodige voor de langlaufer. Op de uitgestrekte vel den in het dal liggen in totaal ca. 140 km langlaufloipen. Voor die genen die noch skiën noch lang laufen zijn er diverse andere dingen te doen. zoals schaatsen, ijsstok- schieten, zwemmen of wandelen in de bergen. LAAT U VOORLICHTEN DOOR WINTERSPORT SPECIALISTEN BIJ HET ANVR 'GOEIE REIS' REISBUREAU De bekende wintersportplaats Mallnitz, gelegen in het Oosten rijkse Karinthië, biedt skiërs en langlaufers de komende winter enkele all in arrangementen. Zo is er bijvoorbeeld van 8 tot 15 de cember een Ski Fit Testwoche. Er wordt dan 6 dagen geskied onder leiding van de plaatselijke ski- school, waarbij gebruik kan wor den gemaakt van de nieuwste test ski's en schoenen. Er zal worden geskied in het hooggelegen Anko- gelskigebied, zodat er geen sneeuw- problemen zullen zijn. Voor alleenstaanden biedt Mallnitz de 'Singles Wochen', met als motto 'den Winter geniessen, Freundschaft schliessen'. Deze weken worden gehouden van 5 tot 12 januari en van 12 tot 19 januari 1985. Mallnitz sluit het skiseizoen '84/'85 af met tourenskiweken. Van 9 lot 16 maart en van 16 tot 23 maart I 1985 worden deze weken gehouden. i Was in het verleden de winter sportvakantie het'stiefkindje' van de reisbureaus, de ANVR (Alge mene Nederlandse Vereniging van Reisbureaus) heeft daar de laat ste jaren duidelijk verandering in gebracht. Door het meer gespreide boe kingsseizoen voor de zomerva kanties hebben heel veel reisbu- reau-cmployé's in de winter tijd gekregen om zelf ook de sneeuw- bestemmingen op te zoeken en de lange latten onder te binden. De ANVR organiseert jaarlijks speciale cursussen waardoor de achterstand in de kennis van de wintersport inmiddels is inge haald. Sterker nog... loop maar eens binnen bij zo'n reisbureau dat aangesloten is bij de ANVR. U zult versteld staan wat daar voor een enorme 'know how' op wintersportgebied voorhanden is. Echte ANVR 'Goeie reis'-reisbu- reaus dus. Er zijn er meer dan 1.000, verspreid door heel Neder land, dus ook bij u in de buurt! Laat u door hen voorlichten over wat uw favoriete wintersportplekje moet worden. Laat u informeren over de verschillende wijzen van vervoer: gaat u met eigen auto, of maakt u gebruik van de super voordelige skibus? Reist u com fortabel met de speciale winter- sporttreinen? Ook vliegen kan naar een aantal uitstekende skigebie den. Maar hoe u ook wenst te reizen, bij het ANVR 'Goeic-reis' reisbureau bicden ze u keus uit vele honderden wintersportbe stemmingen in alle prijsklassen, sneeuw en zon en sport en gezel ligheid. precies voor u op maat! In het hart van de Dolomieten ligt in de Italiaanse provincie Zuid-Tirol en gedeeltelijk in de provincie Tren- tino, 's werelds grootste skigebied: Superski Dolomiti. Het enorme ski gebied bevat 430 bergbanen en ski liften en beslaat een oppervlakte van circa 1050 km waar begin nende, gevorderde en zeer ervaren skiërs de meest uiteenlopende afda lingen kunnen maken. Van de totale 1050 km pisten waar uit het gebied Superski Dolomiti bestaat, zijn er meer dan 550 met elkaar verbonden. De skigebieden binnen het Superski Dolomiti die niet met het 'skicircus' verbonden zijn, hebben alle meer dan 50 tot 160 km afdalingsmogelijkheden. De skipas die in het gebied wordt uitgegeven, de Skipas Dolomiti Su perski, is geldig in 10 dalen met 38 dorpen. Met slechts één skipas kan men dus enorme tochten maken in het Dolomieten-gebied. Men kan zowel skiën in wereldberoemde win tersportplaatsen zoals Cortina d'Ampezzo, het Gródnertal en het Fassatal, als in kleine schilderach tige dorpen zoals het Eisacktal en Arabba. De skipas van het Dolomiti Super ski-gebied kan ook gebruikt worden voor de vele uitgestrekte langlauf- gebieden. De plaatsen Kronplatz, Seiseralm, Fassatal en Hoch Pus- tertal hebben alle zo'n 70 km uit gestrekte langlaufloipen. Het skigebied Superski Dolomiti is j een sneeuwzeker gebied; het weer is er altijd mooi, er ligt vrijwel altijd sneeuw en de temperaturen zijn bij zonder aantrekkelijk. De vele berg dorpen die het gebied kenmerken bieden veel gastvrijheid en com fort. Het gebied trekt altijd een internationaal publiek en biedtveïe evenementen. Eén van de vele pluspunten van Superski Dolomiti is het feit dat het optimaal én gemakkelijk te berei ken is zowel met de auto als met de trein of bus. Voor Nederland is Oostenrijk al jaren wintersport/and nummer een, maar ook Zwitserland wordt voor ons Nederlanders steeds populair der als wintervakantie-bestem- ming. En dat is niet zonder reden, want Zwitserland heeft met Graubunden, het Berner Oberland en met Wallis enorm uitgebreide skigebieden met komplete en heel gezellige ski-oor den. Er zijn kleine bergdorpjes en ook ultra moderne en beroemde wintersportplaatsen. Wallis, of Valais zoals het in Frans Zwitserland genoemd wordt, is vooral in trek in ons lage tandje. Haute Nendaz, Veysonnaz, Crans, Montana en ook Grachen zijn be stemmingen die in veel wintergid- sen te vinden zijn. Dit komt vooral omdat er in de Valais veel appartementen gebouwd zijn. Het gebied van Haute Nen daz bijvoorbeeld ligt op een vrij wel zonzeker plateau en heeft ski- liji-verbindingen met een nog veel groter gebied, "Les 4 Va/lees" met in hel totaal 90 liften. Ook wandel wegen en langlaufloipen zijn er talrijk en schitterend mooi. Ook het après ski is in Wallis oer gezellig met de Walliser wijn. kaas fondue en her Raclette eten in aller lei bistro 's en restaurants. Even verder in Wallis in het dal van Zermatt ligt Grachen op 1600 meter hoogte. Eerst een eenvoudig boerendorpje en pas de laatste twin tig jaar uitgebouwd rot een hei'/ volwassen dorp. Wallis is niet voorniers zo populair.

Peel en Maas | 1985 | | pagina 12