Verzetsorganisatie L.O.
ook in in Venray aktief
HET BEGON IN SEPTEMBER
KA-404
093 09I 095 OOG
In ons land bestonden er gedurende
de Tweede Wereldoorlog drie grote
verzetsorganisaties. De eerste was de
O.D. (ordedienst), opgericht in de
herfst van 1940. Verder de R.V.V. (de
raad van verzet) die tot stand kwam in
mei 1943. En tenslotte de L.O. (Lan
delijke organisatie voor onderduikers).
In de herfst van 1942 kwam dominee
Frits Slomp uit Heemse bij Harden-
berg in contact met Mevr. H. Kuipers-
Rietberg uit Winterswijk.
Dominee Slomp (verzetsnaam Frits
de Zwerver) was in juli 1942, vertrok
ken uit zijn standplaats, omdat hij we
gens zijn principiële preken en anti
Duitse houding door de Duitsers werd
gezocht. Samen besloten ze tot de
oprichting van een organisatie, om jo
den en jongelui die zich onttrokken
aan de verplichte arbeidsdienst, te hel
pen bij het ondeiduiken.
Met de oprichting van de afdeling
Driebergen op 25-11-1942 kwam de or
ganisatie daadwerkelijk tot stand.
Zeist volgde daags daarna. Groningen
op 26-12-1942 en Friesland in het begin
van 1943. Spoedig daarna ontstonden
de afdelingen Doetinchem, Eibergen,
Varssseveld, Lichtenvoorde enz.
In de zomer van 1943 kon men zeg
gen dat de organisatie bijna het gehele
land bestreek en vanaf die tijd werd ze
dan ook de „landelijke" genoemd. In
het zuiden (Brabant en Limburg)
bestonden vanaf eind 1942/begin 1943
al verzetsgroepen waarin zeker wat
Limburg betrof, de katholieke geeste
lijkheid (o.a. pater Lodewijk Bleys en
drs. Leo Moonen, secretaris van het
bisdom Roermond) een belangrijke rol
vervulden.
In de zomer van 1943 kreeg men
contact met de L.O. die tot dan toe
overwegend was geleid door Figuren uit
het protestantse organisatie leven. Op
een bijeenkomst in Den Bosch op 7 au
gustus 1943 besloot men tot aan
eensluiting tegen de wrede overheerser.
DE L.O. LIMBURG
De L.O. die gewestelijk (men zou ook
kunnen zeggen provinciaal) was opge
zet (al bestonden er hier en daar wel
wat afwijkingen) had in Limburg de
volgende districten:
Venlo (opgericht april 1943), Roer
mond (juni 1943), Maastricht, Heer
len, Gulpen (september 1943), Weert
(september 1943), Vierlingsbeek (au
gustus 1943), Nijmegen (september
1943), Maas en Waal (januari 1944) en
Venray (oktober 1943).
Ook hier was de provinciegrens dus
niet maatgevend. De overwegend ka
tholieke districten, Vierlingsbeek,
Maas en Waal en Nijmegen waren bij
Limburg gevoegd. Provinciaal leider
was Jan Hendrikx uit Venlo, beter be
kend als „Ambrosius"
DISTRICT VENRAY VAN DE L.O.
In augustus 1943 besloten een aantal
Venrayers (onder wie kapelaan Kue-
pers, Paul Nijssen, Toon Vermeulen
(de koster), Frans Michels en Cor van
Staveren, die al geruime tijd op eigen
initiatief bezig waren met allerhande
verzetsactiviteiten in Venray en omge
ving tot samenwerking. Begin October
kwamen zij in contact met de provinci
ale L.O.-leider, Ambrosius te Venlo.
Dit was in feite het ontstaan van het
district Venray. Als districtsleider werd
hun aangewezen een zekere Evert - ook
wel Kobus genoemd - (J. Russel) uit
Venlo, die daar reeds een leidende
functie vervulde en daardoor volko
men op de hoogte was van de gang van
zaken. Als zijn plaatsvervanger werd
een zekere Karei uit Venlo aangewe
zen.
Medio october 1943 werd te Venray
een bijeenkomst belegd waarop ook
enkele personen uit Deurne aanwezig
waren. Deurne had tot dan geen ver
binding kunnen leggen met de L.O. Na
kennis te hebben genomen van de situ
atie besloot Deurne (o.l.v. Mart Hen
driks) zich aan te sluiten bij het district
Venray.
In november 1943 kreeg kapelaan
Kuepers contact met een zekere Frans
Boshard (Fr. Nuchelmans) uit Veghel.
Deze had daar reeds een goed functio
nerende groep opgebouwd, maar de
groter wordende problemen hadden
hem op zoek doen gaan naar de grote
onbekende. De zaak was toen spoedig
beklonken. Ook Veghel werd bij het
district Venray gevoegd en toever
trouwd aan de zorgen van Evert, alias
Kobus. Het district Venray bestond in
november 1943 dus uit 3 rayons: Ven
ray, Deurne en Veghel.
In december 1943 bonden er in hei
district Helmond, dat deel uitmaakte
van de L.O. Noord Brabant Oost
(N.B.O.) enkele arrestaties plaats.
Hierbij was ook de districtsleider kapi
tein van Doren betrokken. Het gevolg
was dat Helmond zijn contact met de
N.B.O. verloor en in een soort vacuum
terecht kwam. Gelukkig kreeg men via
dokter Nelemans uit Bakel voeling met
Venray, waardoor men toch in het be
zit kwam van noodzakelijk materiaal
zoals distributiebonnen en gelden voor
de onderduikers.
Omstreeks maart 1944 werd het dis
trict Helmond met o.a. Someren en
Liessel defenitief bij het district Ven
ray ingedeeld. Bij het hierover gevoer
de overleg was echter bepaald dat Veg
hel weer deel uit zou gaan maken van
Noord Brabant Oost.
DISTRICTSRAAD
Op de bijeenkomsten van de
districtsraad die meestal gehouden
werden ten huize van dokter Nielemans
te Bakel en J. Knaapen te Helmond of
in de textiel fabriek van Raaijmakers te
Helmond, waren de volgende personen
aanwezig: Kobus (leider district Ven
ray) M. Hendriks (rayonleider Deurne)
J. Knaapen (Rayonleider Helmond)
P.v. Kimpen (Helmond) en P. Nijssen
(Venray).
Alle problemen betreffende het dis
trict kwamen aan de orde, zoals de ver
deling van bonkaarten en gelden voor
onderduikers, plaatsing van Joden en
andere onderduikers en krijgsgevange
nen, distributie- en bevolkingsaangele
genheden, enz.
RAYONBIJEENKOMSTEN
De rayonbijeenkomslen te Deurne
werden meestal gehouden ten huize
In de oorlog kreeg
iedere Nederlander
distributie beschei
den, waaronder
maandelijks een
bonkaart voor de
aankoop van le
vensmiddelen. On
derduikers e.d. wa
ren daar natuurlijk
van uitgesloten.
Een van de taken
waarvoor de LO
zich gesteld zag,
was hen toch van
deze bonnen te
voorzien; vervalste
of bij overvallen
op distributiekan
toren buit gemaakt
van M. Hendriks. Aanwezig waren
daar: J. v.d. Heijden (Someren), P.
Gitzeis (Liessel), M. de Bijl (Deurne),
en M. v. Asten (Ysselsteyn), dat bij
Deurne was ingedeeld. Deurne gaf ook
een illegaal blad uit, genaamd „de
Vrije pers"
In Helmond vonden geen regelmati
ge bijeenkomsten plaats. De contacten
waren meer informeel. Van grote bete
kenis is geweest de belangrijke bijdrage
die Helmond heeft geleverd in de tex-
tielvoorziening van 't gewest Limburg.
In Venray kwam men meestal weke
lijks bijeen op de kapelanie. Gewoon
lijk was daar ook een vertegenwoordi
ger van de bevolkingsafdeling van de
gemeente, de distributiedienst, het ar
beidsbureau en de politie aanwezig.
Alle genomen besluiten en informatie
werden daarop doorgegeven aan de
„duikhoofden" op de diverse kerkdor
pen.
De L.O. Venray telde ongeveer 30
medewerkers o.a. de heren P.
Schoester (telefoonverbindingen)
Toon Vermeulen (verzorging onder
duikers) C. v. Staveren (pilotenhulp),
Th Terwindt (arbeidsbureau en finan
cien), J. v.d. Bergh (bevolkingsre
gister) Fr. Michels (duikhoofd Merse-
lo) die bij het vervullen van een spiona-
geopdracht voor de Engelsen begin no
vember 1944 is doodgeschoten en Th.
Janssen, die na de bevrijding bij een
bombardement van Duitse vliegtuigen
op Deurne op 18-12-1944, het leven
verloor.
Gedurende een drietal maanden
heeft de L.O. Venray een eigen illegaal
blad, dat de naam „de Zwijger"
droeg, uitgegeven. Het laatste nummer
is onder uiterst moeilijke omstandighe
den verschenen op 10 oktober 1944.
Omdat het post- en telefoonverkeer
was uitgevallen, er nauwlijks nog naar
de radio kon worden geluisterd (we
gens het uitvallen van de electriciteit) is
de uitgave van De Zwijger, vooral in de
periode 15 september/10 october 1944
zeer waardevol geweest. De redaktie
van dit blad was iB handen van P.
Wintels, bijgestaan door een aantal
medewerkers o.a. C. Aben.
Gemiddeld werden er in de gemeente
Venray maandelijks circa 600 onder
duikers van bonkaarten voorzien. Aan
geldelijke ondersteuning werd elke
maand 4000,- uitgekeerd. Uiteraard
werd er ook gezorgd voor legale of illi-
gale distributiekaarten, persoonsbewij
zen, allerhand vrijstellingen, enz.
Van belang was ook de verspreiding
van illegale bladen zoals Trouw, de
Geus, Je Maintiendrai, Ons Volk en
natuurlijk de eigen uitgave: De Zwij
ger.
Van groot belang was ook dat men
over een uitstekend waarschuwings
dienst beschikte. Meestal wist men pre
cies wanneer er vanuit Venlo of
Maastricht razzia's op komst waren.
Zodoende konden de onderduikers tij
dig worden gewaarschuwd. Het vele
goede werk dat door de L.O. is ver
richt, is echter voor een groot deel me
de te danken aan de vele Venrayers die
bereid waren de onderduikers op te ne
men (vaak meerdere) en de L.O. van
dienst waren met geldelijke ondersteu
ning kleding enz. dit gold overigens
ook voor de O.D. en de R.V.V. die in
Venray (in kleinere groeperingen) ver
zet pleegden.
RAMPDAG VOOR L.O. LIMBURG
Op 21 juni 1944 (Tweede Pinkster
dag) hadden de districtsleiders van de
L.O. Limburg een (uiteraard) geheime
_1_/V
(NEDERLAND^ ORANJE)
BONKAART
VOEDINGSMIDDELEN
4e PERIODE 1944
(19 MAART-15 APRIL)
VOOR HOUDERS VAN INLEGVELLEN KI OF L 1
ALOEMBEN AUIEMEÈN ALGEMEEN ALGEMEEN
ALOEMBEN ALGEMEEN ALGEMEEN ALGEMEEN
Door Frankrijk en Belgie snelden ze
voort, de mannen van Patton, Hodges,
Dempsey, ze namen Parijs, Brussel,
Luik, zij bevrijden de eerste Neder
landse stad, Maastricht. Het was op
zondag 3 september, dat de moffen in
Venray tekenen begonnen te geven van
enige onzekerheid en ongerustheid. De
Duitse bezetting van het Paters-
klooster, de „Blitzmadel" begonnen in
allerijl met koffers te slepen, terwijl
vanaf Deurne eindeloze rijen mannen
van de Reichsarbeitsdienst op de fiets
Venray binnentrokken.
Rode Kruisauto's reden met grote
vaart door naar het Ziekenhuis in Te-
gelen, dat als Kriegslazaret bestemd
was.
Huizen werden plots gevorderd voor
onderdak van zoveel duizend man
schappen, die Venray op hun terug
tocht „aan" zouden doen, terwijl fiet
sen voor de moffen zeer aantrekkelijke
voorwerpen werden. Geruchten deden
de ronde dat de Amerikanen reeds op
weg waren naar Roermond en de Brit
ten doorgestoten waren in de richting
van Eindhoven.
De verwarring bereikte op dinsdag 5
september zijn hoogtepunt, toen nie
mand - de moffen en wijzelf - eigenlijk
meer wist wat er aan de hand was. De
Blitzmadel trokken huilend op boeren
karren in de richting Venlo, eindeloze
colonnes Duitsers stroomden vanuit
Brabant Venray binnen en trokken
langs allerlei richtingen Venray weer
uit, in de richting der Heimat.
We zien ze nog voorbij sukkelen, de
helden met de Poolse karretjes, getrok
ken door half kreupele paarden, ezels
en zelfs ossen. Karren beladen met sla
pende „Sieger" van allerlei rangen en
onderdelen.
Ik zie hem nog zitten de Hauptman
der Infanterie naast de Gefreiter der
Luftwaffe, broederlijk een ezel men
nend, hem aansporend tot grotere
spoed. Maar de ezel die blijkbaar niet
geloofde dat de Amerikanen hem op
de hielen zaten, sjokte kalm en be
daard verder de Leunscheweg op, on
kundig van de angst zijn meesters.
Ja ze waren op de terugtocht, de be-
klimmers van de Elbroes, de bewakers
van den Atlantic Wall, de beschermers
van Europa. De terugtocht over Ven-
rays wegen had iets weg van een span
nende wielerwedstrijd, immers, in lan
ge rijen stonden de honderden toe
schouwers langs de wegen, verheugend
glunderden, zij het dan dat zij hun en
thousiasme moesten beteugelen en niet
openlijk hun „favorieten" mochten
aanmoedigen tot nog grotere snelheid.
Ja we voelden ons reeds bevrijd, want
had onze Deken 's zondags op de
preekstoel niet gesproken van een
dankprocessie in vrijheid naar
Oostrum?!
En dan de Amerikanen op komst, de
Britten in Eindhoven en Breda.
In alle stilte werden Oranjelinten
verkocht, spandoeken geschilderd, on
ze meisjes maakten Oranje jurken, de
bloemen voor onze bevrijders stonden
klaar.
Sommigen hadden zelfs de stout
moedigheid om bij de heren der elasti
citeit te informeren of de Tommy's al
in Eindhoven waren...
En dan onze Mussertmannen, ook al
aangetast door de bevrijdingsroes; met
hun gehele inventaris trokken de hoge
pieten der N.S.B. onder bescherming
der S.D. officieren Venray uit, terwijl
de N.S.B. sloeber met zijn handkarret
je zich aansloot bij z'n Duitse strijd
makkers, die reeds ervaring in de tac
tiek der elastische oorlogsvoering had
den.
Venray werkte niet meer, het kon ie
der ogenblik gebeuren... Onderduikers
kwamen met bleke kamergezichten
weer te voorschijn. Venray stond ge
reed.. en om de tijd te doden trokken
velen, rijk en arm, jong en oud, naar
het Duitse textiellager, in het klooster
Jerusalem. Hier bevonden zich 45 ton
textielgoederen, achtergelaten door de
mannen van de „Fuchs" die het blijk
baar niet meer nodig vonden om onder
„Dit is een verhaal van de strijd om de bevrijding van Venray, de
geschiedenis van zware rampspoeden en een duur gekocht geluk, de
vrijheid. Het is 'n geschiedenis van mensen die in doodsangst elkan
der vonden en die elkaar nu alleen kunnen vertellen hoe vreselijk de
ze tijd voor hen was. Het betekent het lijden van de mensen uit de
zwaar beproefde gebieden, waarvan de zwaarte in al zijn felheid
slechts kan gevoeld worden door hen, die deze bevrijdingshei mee
maakten. Hier volgt dan de geschiedenis van Venray, dat na weken
lange artillerieduels, typhoonaanvallen en straatgevechten, in een
puinhoop herschapen, bevrijd werd. Het is een strijd geweest van
weken, voordat de 18 oktober, de dag der vrijheid, aanbrak".
Een amateurfoto van enkele uitgelaten dames
die bij „Fuchs" in de Ursulaschool hun slag hebben geslagen.
de dreigende nadering der invasiele
gers, onderbroeken en sokken te sorte
ren.
Alles lieten de heren moffen daar
liggen, en vele Venrayers die de oor
logsjaren gesleten hadden met verstel
de broeken en hemden, zagen hun kans
schoon. Het was daar een waar para
dijs, de Fuchs bood een zeer ruime sor
tering: dameskousen, bustehouders,
overjassen, dassen, onderbroeken etc.
Het was werkelijk een dolle tijd en me
nigeen heeft zich daar in enkele ogen
blikken rijk „gesaboteerd".
Het verhaal gaat van iemand die zich
een stel leuke strikdassen wilde aan
schaffen en thuis gekomen bemerkte
dat zijn buit bestond uit een doos
met... bustehouders.
Ja, de bevrijding scheen nabij. Er
waren reeds plannen voor een praal-
volle intocht onzer bevrijders, het was
allemaal zo mooi, er was zoveel blijde
spanning en verwachting.
Eindelijk zouden ze dan komen, die
kerels uit Engeland, Amerika, Nieuw
Zeeland, Australië en misschien zelfs
de mannen der Prinses Irene Brigade.
Het was alsof een strak getrokken
masker van onze gezichten was geval
len, de ernstige, zorgelijke trekken wa
ren verdwenen. Men hoefde elkander
het niet ie vertellen, je zag het aan iede
reen die je tegenkwam: ze zijn op
komst!
O, die vrijheid, die wij toen zo dicht
bij waanden, wat was ze, meer dan
ooit, ver weg.
Wij wisten het niet dat Duitse en Ne
derlandse SS-ers zich toen bij het Leo-
poldskanaal hadden vastgebeten ach
ter deze stelling, en zo de weg naar
Eindhoven voor het Tweede Britse le
ger versperden. Het drong niet tot ons
door, want verhaalde Robert Kiek niet
steeds van de geallieerde patrouilles die
bij de Grote Barrière de Nederlandse
grens gepasseerd zouden zijn? Wat zei
ons het woord „patrouille", dat kleine
groepje uitgelezen verachters van de
dood, wier uiteindelijk doel slechts was
weer terug te keren naar de hoofd
macht?
Voor ons waren zij de voorhoeden
die op weg waren naar Nederland en
binnen enkele dagen in onze omgeving
te verwachten waren!
De moffen hadden echter hun dwaze
vergissing wel bemerkt; enigszins van
hun schrik bekomen en tot de ontdek
king geraakt dat zij op hol geslagen
waren voor slechts loze geruchten,
keerden zij woedend terug en hun hou
ding tegenover de bevolking werd
driester en brutaler.
Met schrik zal Venray altijd terug
denken aan
DONDERDAG 7 SEPTEMBER
Er was tussen de kazerne op het
Veulen en Deurne een kabel doorge
knipt. 300 Mensen werden door de
Ortscommandant gevorderd ter bewa
king. De politie, die opdracht kreeg
om de mensen bij elkaar te verzamelen,
dook met de burgemeester onder!
Een uur later, het was 's morgens
om 7 uur, waren alle -mannen uit Ven
ray verdwenen. In paniek trokken ze
de boeren op, de bossen in, kippen
hokken en hooimijten werden voor het
eerst „noodwoning". Venray lag uit
gestorven. Het was zo stil op straat dat
de vrouwen er stil van waren... Een
angstige, dreigende spanning lag over
het dorp, zouden de Grünen komen?
Het werden zenuwslopende dagen,
zo erg zelfs dat de Ortskommandant
het op zijn zenuwen kreeg, algemene
„amnestie" verleende. De politie en
burgemeester vonden het echter maar
beter om niet aan de oppervlakte te ko
men en te wachten op betere tijden. De
Duitsers hielden zich voorlopig kalm
en Venray werd niemandsland. Het le
ven hernam zijn normaal verloop, ge
werkt werd er practisch alleen door
bakkers en slagers.
Zo regen de dagen zich in dorre een
tonigheid aaneen, je had eigenlijk geen
besef meer van den tijd. Het Tweede
Britse leger zond nog steeds patrouilles
uit over de grens bij Budel, maar ver
der kwam het niet.
Intussen hadden de moffen, na hun
grote trek in onze rijwielen, ontdekt
dat het Nederlandse vee niet in de han
den der Tommy's mocht vallen. Var
kens, koeien en paarden werden gevor-
der, voorlopig nog tegen „zahl schei-
ne"; daarmee onderging onze bevol
king een tijd van de meest bestiale ter
reur, van plundering en roverijen. La
ter zouden Nederlanders, het klinkt
mij als 'n vloek, de Landwachters, aan
dit lugubere werk hun bijdrage leve
ren, zover was het nu nog niet.
Alle menselijkheid verloren de mof
fen echter op dien gedenkwaardige
zondag, toen de wereld voor het eerst
de naam Arnhem in de nieuwsberich
ten hoorde en daarmee de vreselijke
strijd om Nederland begon.
DE HELDERE ZONDAGMORGEN
17 SEPTEMBER
Het was als een belofte, die helder
stralende zon en daar hoog in de lucht
de zwierende Spitfires, die bij Oostrum
's morgens een trein kapot schoten.
Voortdurend vlogen er Tommy's en
om 11 uur dreunde de lucht van zwaar
motorgeronk; vliegende Forten trok
ken in de bekende V-formaties bij hon
derden in noord-oostelijke richting.
Even later klonk uit de verte het doffe
gedonder van neerploffende bommen
op het vliegveld Volkel.
De middag verliep in een sfeer van
angstige spanning en afwachting, tot
dat de radio plotseling om kwart voor
vijf een extra nieuwsbericht uitzond,
dat als een schok door Nederland ging,
ze zijn geland, de Airbornes bij Arn
hem, Nijmegen en Eindhoven.
Weg was alle neerslachtigheid, nu
zou het dan werkelijk gebeuren, want
ook de hoofdmacht van het Tweede
Britse leger was in beweging gekomen
richting Eindhoven. Het klonk zo
nuchter het communiqué uit het Geal
lieerde Hoofdkwartier:
Hedenmiddag zijn sterke luchtlan
dingstroepen van het eerste Ameri
kaanse luchtleger in Nederland, ten
zuiden van Rijn en Lek neergelaten
ter bevrijding van het Nederlandse
grondgebied".
De dagen die nu volgden waren
van intense spanning en afwachting.
Eindhoven en Nijmegen werden in een
verrassend snelle doorstoot bevrijd,
waarmee de bekende corridor dwars
door Zuid-Nederland een feit werd.
Het was een vreemde situatie voor de
bevolking ten oosten van deze lijn en
ten westen van de Maas. De Duitsers
die totaal overrompeld werden, had
den geen enkele verdedigingslinie en zo
gebeurde het dat verschillende nieuws
gierigen van Venray naar Grave en Nij
megen konden trekken, naar bevrijd
gebied. Zij kwamen terug met geweldig
sterke verhalen over kolossale tanks,
heerlijke Engelse sigaretten, de gemoe
delijke Tommy's, hun overstelpende
overvloed aan allerlei oorlogsmateri
aal.
Er bereikten ons de eerste kranten
uit bevrijd Nederland, waarin in aller
lei toonaarden vreugde en dankbaar
heid werd geuit over het grote geluk
der bevrijding.
Wat was het 'n genot 's avonds on
der het schaarse lichtje van een kaars
in de huiskamer te lezen in het bevrij
dingsnummer van Parool uit Eindho
ven:
Dankbaar zijn wij, ontzaggelijk
dankbaar voor de bevrijding. Het is
of in ons de sluisdeuren van een
machtigen stroom zijn opengezet.
Wij danken God, die de geschiede
nis van vrede en oorlog, en die in die
geschiedenis zijn weg gaat, en in
wiens weg het ligt ons thans vrijheid
te schenken als een geschenk".
Het was die avond alsof ook wij
reeds bevrijd waren, wat moest dat
toch geweldig zijn: vrijheid. Maar
plots werd ons die beleving van dat ge
luk wreed verstoord toen een stel
schreeuwende moffen op straat er ons
aan herinnerden dat zij er nog waren.
Ja ze waren er nog, deze van angst
schreeuwende kerels. En deze dagen
werd het ons pas recht duidelijk wat
het betekent onder bezetting te leven.
Toen de Britse opmars bij Deurne en
Overloon gestuit werd door de S.S. di
visies en zodoende het front als 'n ijze
ren ring om Venray vastgeklonken
werd, begonnen de heren voorgoed alle
menselijkheid af te leggen.
Bijgestaan door de Nederlandse
Landwacht werden honderden stuks
vee van de boerderijen en de weiden
weggehaald en over de Maas gedreven.
Winkels werden geplunderd, terwijl de
fietsen en andere voertuigen nu een
maal voorgoed verdwijnen moesten.