Hoe Venray in vorige eenw feestte en rouwde rond een burgemeester Esser PEEL EN MAAS A PROGRAMMA. VIJF-EN-TWINTIGJARIG JUBELFEEST PEEL EN MAAS TOT SLOT VUURWERK, VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1983 Nr. 34 HONDERDENVIERDE JAARGANG In de dagen, dat er in en rond Venray nog geen Peel en Maas bestond, dit weekblad verscheen „pas" voor het eerst op 27 maart 1880, was men wat be treft het vastleggen van voor het na geslacht belangrijke feiten meestal aan gewezen op de geestelijkheid. In Merse- ïo was van 1868 tot 1880 Petrus Schacks rector. Hij was een van degenen, die uil pure liefhebberij verschillende interes sante bijzonderheden uit die tijd in zijn diarium vastlegde. Hij maakte een verslag van het 25 ja rig ambtsjubileum van burgemeester Jo seph Esser op 1 juli 1872, diens overlij den en begrafenis in april 1875 en de in stallatie van burgemeester Philip Esser op 28 juni 1875. Een „tijdgenoot" beschreef in Peel en Maas in 1939 de installatie van de heer Henri Esser tot burgemeester op 18 oktober 1898. Zowel de notities van rector Schacks als het verhaal van de onbekende „tijd genoot" muntten uit door hun gezwol len tekst, eigen aan die lijd, maar geven er ons toch een aardig beeld van hoe in vroeger dagen heel Venray meeleefde bij blijde en droeve gebeurtenissen. „Venray heeft heden ten dage een gunstig bekenden naam op het gebied van openbare feestviering. Dal zullen de duizenden vreemdelingen, die bij eene dergelijke gelegenheid o.a. voor een paar jaren bij de schitterende Maria- feesten, een bezoek aan Venray brach ten, volgaarne bekennen. Doch reeds een vorig geslacht alhier verstond de kunst, om bij het een of ander jubilé, op sprekende wijze getuigenis af te leggen van eene schitterende uiting van feest vreugde", aldus de aanhef van het ver haal, geschreven in 1939 over de instal latie van Henri Esser, 41 jaar eerder. Drie burgemeesters Esser in 68 jaar Tussen 1847 en 1915 heeft de gemeente Venray achtereenvol gens drie burgemeesters Esser ge kend. De eerste was Joseph Fre- derik Sigmundus Esser, die van 1847 tot 1875, dus achtentwintig jaar, eerste burger van Venray was. Hij werd opgevolgd door zijn broer Philippus Hubertus Wilhel mus Esser, die tot 1898 burge meester van Venray is geweest. Daarna regeerde" hun neef, Hendrik (Henri) Coenradus Hu bertus Esser tot 1915 over Ven ray. Joseph F.S. Esser werd op 17 maart 1818 in Venray geboren en overleed op 14 april 1875. Voor zijn benoeming tot burgemeester was hij koopman en lid van de gemeenteraad. Zijn ongeveer 10 jaar jongere broer Philip over leed op 27 mei 1898. Behalve bur gemeester was hij exploitant van een zeepziedersbedrijf. Henri C.H. Esser zag op 22 september 1853 in Venray het levenslicht. Hij was een zoon van de apothe ker Albert Hubert An toon Esser en huwde met Johanna Gertruda van den Boogaart. Ook hij was voor zijn benoeming lid van de gemeenteraad. Hij overleed op 3 december 1915. Weinig herinnert nog aan de drie burgemeesters Esser. Hun graven werden tijdens de oorlog vernield toen de toren van de Grote Kerk werd opgeblazen. Zelfs geen straatnaam herinnert nog aan deze drie burge meesters.... Alleen in het ge meentehuis hangen schilderijen van Joseph en Philip Esser. Dal wij nevenstand artikel de drie Essers nog even aan de ver getelheid ontrukken is het gevolg van een ontmoeting dezer dagen met het echtpaar Esser-Esser uit Oss. In de dertiger jaren hebben beiden Venray verlaten en kwa men nu eens kijken wat er van hun oude woonplaats was gewor den. De 84 jarige, bijzonder krasse mevr. Esser is een kleindochter van de oud-burgemeester Joseph Esser, terwijl haar man een klein zoon is van oud-burgemeester Henri Esser, die een neef was van zijn voorgangers Joseph en Phi lip Esser. Van hen kregen we een af schrift van notities van rector P. Schacks uit Merselo over de vie ring van hel zilveren ambtsjubi leum van overgrootvader Joseph Esser op 1 juli 1872, zijn begrafe nis op 17 april 1875 en de installa tie van zijn broer Philip lol bur gemeester van Venray op 28 juni 1875. Gm de zaak te completeren vonden we in ons eigen archief een krant van 1939, waarin door ,,een tijdgenoot" Venray in het verleden werd beschreven. Door hem werd beschreven hoe 41 jaar geleden, op 18 oktober 1898 de heer Henri Esser werd ingehaald en geïnstalleerd als burgemeester van Venray. Joseph Frederik Sigmund Esser (1847-1875) DER FESTIVITEITEN BIJ GELEGENHEID TAN HET van den Edel Achtbaren Heer J. s 8 Y> als burgemeester van VENRAY. EEN ABONNEMENT WAARD Maandag 1 Julij. tfiz. Op tool it, des voormidda^s 8 uren, Bijeenkomst aan het Gymnasium. Opening' aangekondigd door het lossen van kanonschoten. De optocht is samengesteld en trekt op als volgt.* 1. De Fanfare. 2. De St. Jozefs Schutters-Vereeniging, 3. De Schutterij, 4. De Schoolkiuderen, 5. De HH. Studenten, 6. De Feest- Commisie, 7. De Gemeenteraad en 8. De Eerewacht. De Stoot trekt van at het Gymnasium, door de Paters- en Groote Straat ontvangt ten zijnen huize den JubelarisenFamilieen begeeft zich van daar Terkwaarts. O uren, Solemneele Muziek-Mis. De plaatsen in de Kerk zijn als volgt: De Jubelaris met Echtgenoote in het Koor. De Familie tusschen de Communiebank eD de Feest-Commissie. De beide Wethouders eu Leden van den Raad in de Koorbanken, de Feest- Commissie op de plaats waar gewoonlijk de kinderen zitten, de HH. Studenten vóór de bovenste Zijaltaren, de Eerewacht aan beide zijden der Communiebank, de St. Jozefs Schutters-Vereeniging, de Schutterij en de Schoolkinderen, "achter elkander in het middelpand, en de Fanfare vóór de Communiebank. Na afloop der IT. Mis verlaat dc Stoet in de boren aangegeven volgorde de Kerk en welDe Fanfare, de Schutters-Vereeniging en de Schutterij door het rechter zijpand, het overige gedeelte van den Stoet door het middelpand en sluit zich aan den uitgang der Kerk bij de vorigen aan. De Stoet trekt tot aan het Gemeentehuis in eenïgzins rechtsgaande richting, zoodanig dat de Jubilaris en Familie, de Gemeenteraad en de Feest-Commissie, zich zonder belem mering daarheen kunnen begeven, alwaar den Jubel aria namens de Gemeente een geschenk zal worden aangeboden; het overige gedeelte van den Stoet blijft voor het Gemeentehuis geposteerd. Na aaubieding van het cadeau, trekt de Stoet rechts van de pomp, langs Camps naar de Pastorie, alwaar de Jubelaris door den Zeer Eerwaarden Heer Pastoor en de overige WelEerwaarde Heeren Geestelijken zal worden ontvangen. Vervolgens trekt de Stoet langs het Kerkhof, door de Hofstraat, de Groote en Paterstraat naar het Gymnasium; de geheele Stoet gaat aldaar binnen, met uitzondering der Schoolkinderen, aan welke intusschen eene ververBching zal worden verstrekt. Na het verlaten van het Gymnasium brengt de Jubelaris, begeleid door den Stoet een bezoek aan de WelEerwaarde Paters. Voorts trekt de Stoet langs van den Bogaarts-muur, den Heer Oomen en den Gouden Leeuw naar de in aanbouw zijnde Dorpsschool. Daargekomen zal een der schoolkinderen eene toespraak tot den Jubilaris richten, waarna de school kinderen den Stoet niet verder volgen, die vervolgens langs den smid J. Smits, Jan Gossens en Mejutvrouw Berden, naar het Nonueo Klooster trekt, alwaar de geheele Stoet zal ontvangen worden, behalve de Studenten, die alsdan naar het Gymnasium terugkeeren. Bp het verlaten van het Nonnen Klooster trekt do Stoet over het Eind langs Geurts en den Wethouder PoelB, door de Hofstiaat naar het huis vau den Jubilaris, alwaar scheiding. Volksspelen, l1^ uren nm. Ilardloopcn op de Langstraat voor twee prijzen. Ie prijs.- Een plas i 2e pnjs: een plas van f2. 2 1/2 uren nm. Zakloopcn op het Benscheninsplein, voor twee pryzeif. prijseen ham van ƒ8. 2e prjjs een ham van f 7. n ƒ3. Onder het DINER zullen door de Fanfare en de Liedertafel, aan hef Kuis van den Jubilaris, muziek- eu zangstukken worden uitgevoerd. Voortzetting; der Volksspelen, 6 uren. Mastklimmcn op de Groote Markt, le prijs: Een cylindre horlogie van f 15. 2e prjjsEene broek van f 1 3e prijsEsne pijp van f2. Vol gende prijzen, gezamenlijk tot eene waarde van ƒ3. Optoolit met Lampions, 8^ uren. Vergadering op de Groote Markt, van: De Clerge, Raadsleden, Feest-Com missie, Eerewacht, HH. Studenten, Schutterij, St. Jozefe Schutters-Vereeniging en Fanfare (Clergé en Raadsleden vergaderen op het Gemeentehuis.) 9 uren. Lossen van Kanonschoten en onnriddelijk daarna aanvang van den optocht. De Stoet beweegt zich in dezelfde orde als voor den middag, met uitzonde ring dat de Clergé zich thans in de nabijheid van den Jubilaris zal bevinden, trekt naar diéns huis, ontvangt zijn Edel Achtbare en Familie, gaat vervolgens door de Groote Straat, Paterstraat, langs van den Boogaarts-muur, den Heer Oomen. den Gouden Leeuw, den Smid J. Smits langs Manders en den Secretaris naar het Nonnen Klooster, gaat aldaar om het tuinperk ten einde de illuminatie te be zichtigen, zonder zich echter op te houden en geleidt voorts den Jubilaris, langs den weg in den voormiddag van af het Nonnen Klooster gevolgd naar het Ge meentehuis. waarna op de Groote Markt 25 jarig ambtsjubileum Hoe het „vorig geslacht" feestvierde blijkt wel uit de notities van rector Schacks uit Merselo over „de vijfen twintig jarige feestviering van den veel- geachten Mr. J.F.S. Esser, als Burge meester" op 1 juli 1872. Hij schreef: „Dit feest kan voorwaar voor de Gemeente, met regt, een zijner grootste genoemd worden, wijl Venraii nog nimmer zoo een smaakvol en luister rijk feest heeft gevierd". Volgens de rector zag men de natio nale vlaggen op toren en huizen wappe ren, de straten en pleinen opgetooid met bloemenkransen en lovertakken, tri- omphbogen met allerlei toepasselijke opschriften en cronicons (een woord, dat in geen enkel woordenboek is te vin den. red.) opgeschreven. „Nadat het geschut, het gebulder der kanonnen en het gelui der klokken dit feest reeds vroeg in den morgen had aangekondigd en geopend, werd den Ju bilaris aan Huis afgehaald, van waar men hem geleidde naar den Tempel des Heeren om God te gaan bedanken voor die overgroote weldaad aan hem ge schonken van Venraij zoo lang te heb ben mogen blijven voorzitten". In de kerk zag de rector: „Eene me nigte Volks dat van heinde en verre was komen zamenloopen nedergeknield, den Hemel zijne vurige gebeden van ge moedsaandoeningen en dankbetuigin gen toesturende voor het groote geluk, dat zij bij dezes gevoelde, van den Jubi laris, die daar ook vol van aandoening zat neergeknield, nog zoo lang en rustig had mogen blijven behouden". Na de dienst kreeg de jubilaris „een heerlijk geschenk van wege de Gemeen te aangeboden: een millieu de table, kunstig bewerkt, bestaande in eenen kostbaren zilveren voet, waarop een in zeer fijn geslepen kristallen kom, met uitgewerkte zilveren transen omgeven, prijkte, tot een leeken van veelgeachte liefde en dankbaarheid". Nadat Pastoor W. van Haeff „in naam van den Clergé" de jubilerende burgemeester in „het pastoreele Huis" had gehuldigd, ging men in optocht naar het Gymnasium onder schoone muziekstukken van de fanfare (Euterpe, red.). „Daargekomen hadden de Stu denten alles zeer smaakvol voor den Ju bilaris weten op te maken". Daarna begaf men zich naar het Klooster van de Paters Minderbroeders waar de Gardiaan „treffende en doel matige woorden sprak". Intussen, zo schreef de rector, werden aan de schoolkinderen wittebroodjes uitgedeeld. Van het klooster ging het in optocht naar „de nieuwe in opbouw zijnde Schoon Schoollocaal" en verder naar het Pensionaat van de Zusters Ursuli- nen. „Lieve en zoete muziekuitvoerin gen, afwisselend met zeer bestudeerde toespraken in het Fransch, hoorde men daar. Het gezang van den Nachtegaal en het geroep van de Koekoek dat men daar had hooren nabootsen, was aller liefst" volgens de Merselose rector, die zijn verhaal besloot met: „Tot meerdere eer van den Jubilaris dient ook hier in aanmerking te moeten genomen wor den, alsdat den armen ook ruimschoots met wittebrooden na afloop werden be deeld en dat de Volksspelen van allerlei aard hierbij hebben plaatsgehad zoo als hardloopen om groote plassen, zak- loopen om hammen, mastklimmen om horologieën enz. In de avond werd vuurwerk afgesto ken waarbij men de rfaam van Joseph Esser van vuur in de lucht las. Volgens rector Petrus Schacks viel die dag „aan de minste stoornis niet te den ken, tot eer der gemeentenaren en tot de meeste voldoening van de Held van den dag of Jubilaris Joseph Esser". Venray rouwde Op woensdag 14 april 1875 overleed burgemeester Joseph Esser. Hoewel hij slechts 57 jaar oud is geworden, was hij achtentwintig jaar burgemeester van Venray. Rector Schacks beschreef hem als „een man met een edel karakter, waarin eene aangeboren goedhartigheid zich op eene gelukkige wijze paarde aan eene gepaste, voor de omstandigheden ge vergde strengheid. Hij was bovendien van waren Godsdienstzin en innig pligtsbesef doordrongen en vereenigde in zich veelvuldige kennissen, zoodat zijne natuurlijke en aangeworven hoe danigheden hem geschikt maakten om anderen te besturen". Volgens de rector kreeg Venray onder zijn bestuur een nieuw aanzien. Open bare gebouwen werden opgericht of her steld. Er kwamen nieuwe wegen en an dere verkeersmiddelen terwijl de open bare orde met kracht werd gehand haafd. Door de medewerking van burge meester Joseph Esser werden in de Gro te Kerk de oude sierlijke muurschilde ringen hersteld. Het lager en gymnasiaal onderwijs had zijn voortdurende zorg. „Door zijne waarschuwingen en raad gevingen bevorderde hij vrede en deugd". Rector Schacks schreef in zijn diari um: „Venraij in algemeenen rouw ge dompeld toen zich de treurmare van zijn vroegtijdig overlijden zich verspreidde. Moge het aandenken van den betreur den afgestorvene tot hij het verste na geslacht in zegening blijven en hij aan gene zijde des grafs een schitterend le ven erlangen". De lijkdienst was volgens de eerwaar; de kroniekschrijver zeer indrukwek kend. Leve burgemeester Esser „Burgemeester Joseph Esser is dood, leve burgemeester Philip Esser" zou toepasselijk zijn geweest in die dagen. Op 28 juni 1875 werd nl. de broer van de overledene, Philip H.W. Esser geïnstalleerd als burgemeester van Ven ray. En wéér deed de Merselose rector van dat gebeuren verslag in zijn diari um. Uit zijn notities blijkt, dat Venray op die feestdag 5000 zielen telde. „Het gan- sche dorp was in feestgewaad uitgedost op dezen eenen schoonen van den He mel geschonken dag". En ook in deze notities van de rector het verslag van een feestend Venray, met erebogen en guirlandes, vlaggen en loofwerk en dan een onafzienbare op tocht. Na zijn installatie „was zijne Edel achtbare vergezeld van eene menigte volks" en dan als het ware een herhaling van de feestelijkheden bij het zilveren ambtsjubileum van zijn broer Joseph. „Dien plegtigen dag werd besloten met een luisterrijk vuurwerk dat tot een kwart na elf duurde, waarna de menigte die dit bijwoonde uiteenging onder een nogmaals hooren van lang leve de bur gemeester in het vertrouwen dal hij de voetstappen van zijn on vergeet elij ken broeder Joseph, maar al te vroeg ontsla pen, moge drukken en nog vele jaren aan het hoofd hunner gemeente ge plaatst mogen zien", zo besloot de rec tor zijn notities. Alle Venrayse burgemeesters vanaf 1800 Peter Gijskens van 1800 tot 1802. Leonard Joseph Urlichs van 1802 tot 1808. Peter Gijskens van 1809 tot 1811. Gerard van de Speulhof van 1811 tot 1817. Frans Arnold Antoon Ver- blakt van 1817 tot 1847. Joseph Frederik Sigmun dus Esser van 1847 tot 1875. Philippus Hubertus Wilhel mus Esser van 1875 tot 1898. Hendrik Coenradus Huber tus Esser van 1898 tot 1915. Oscar Louis Pierre van de Loo van 1916 tot 1937. Mr. Alphons Hubert Marie Janssen van 1938 tot 1960. Mr. M.M.L.G.M. Custers van 1961 tot 1968. Drs. F.G.L.L. Schols van 1968 tot 1975. Mr. H.J.M. Defeshe vanaf 1976. Sinds 1815 zijn alle burge meesters van Venray, op de in Nederland gebruikelijke wij ze, benoemd door de Koning(in) op voordracht van de Commissaris van de Ko ningin. Burgemeester Ver- blackt vormde hierop, althans in zijn Belgische periode, (1030-1839) een uitzondering. Hij is in die periode tweemaal „gekozen". „Toen men hem naar den kerkhof bragt om aldaar naast zijne familie be graven te worden, was daar reeds zijne groeve geopend. Daargekomen liet men hem daar zachtjes nederzakken; als toen was alles een traan en gesnik des volks. Drie achtereenvolgende redevoeringen zijn er gehouden geworden, die, het be hoeft hier niet gezegd te worden, ook vele tranen hebben doen vloeyen. Vaarwel dan, beste vriend, ik die hier bij ook tegenwoordig ben geweest, en u mijn laatste eer ook heeft willen bewij zen, tot weerziens in de eeuwigheid". De derde burgemeester Esser Op 27 mei 1898 stierf Philip Esser na drieëntwintig jaar burgemeester van Venray te zijn geweest op zeventigjarige leeftijd. Zijn opvolger was Hendrik (Henri)C.H. Esser, neef van beide voor gaande burgemeesters. Hij werd op 18 oktober van dat jaar ingehaald en geïnstalleerd als burgemeester van Ven ray. Een tijdgenoot schreef in 1939, 41 jaar na dit feestelijke gebeuren, „De spontaniteit en de passende huldebetui ging, ais toen betoond, was als het ware eenig en bewees wel, dat de benoeming van den nieuwen burgemeester, ais op volger van wijlen den heef Philip Esser, de algemeene instemming had verwor ven van de geheele bevolking van Ven raij". In Oostrum werd de nieuwe burge meester ingehaald door de Erewacht met de heer Hubert Janssen als com mandant en de wielrijdersclub „Ramos". Ook nu weer alom erebogen, muziek, veel mooie woorden, bezoeken aan kloosters en scholen en tractaties aan de kinderen en de armen. De wittebroodjes van weleer bleken te zijn vervangen door krentenbroodjes. Om een beeld te geven van de optocht, volgt hieronder de samenstelling: 1Maréchaussée's te paard 2. Schoolkinderen der dorpsschool dragende vlaggetjes en wimpels, be geleid door onderwijzers 3. Schutterij „Het Zandakker", gewa pend met geweren waarbij eene ee rewacht voor den Schutterkoning. Uniform: groene kepi, witte broek enz. Majoor Theod. Slits. 4. Schutterij „Het Hof', gewapend met hellebaarden, waaraan oranje vlaggetjes. Uniform: blauwe kepi, witte broek enz. Majoor Victor Fonck. 5. Schutterij „Si. Anna", gewapend met lansen, waaraan nationale vlag getjes. Uniform: roode kepi, witte broek enz. Majoor J. Arts. 6. Handboogschutterij „Diana" met drapeau en prijzen, gewapend met bogen waaraan nationale vlaggetjes 7. Gilde „St. Eloy" met vaandel 8.. St. Vincentiusvereeniging 9. Gilde „St. Joseph" met vaandel 10. De Bouwvakbond 11. Gilde St. Crispinus" met vaandel 12. Deputatie van het Ziekenfonds „St. Ludovicus" 13. Sigarenmakersvereeniging „De Vriendenkring" met vaandel, prach tig geschilderd door den koster Jan Vermeulen 14. Fanfare Euterpe" met drapeau 15. le afdeeling Garde d'honneur 16. Landauer waarin gezeten de nieuwe Burgemeester enz. 17. Landauers met Gemeenteraad 18. 2e afdeling Garde d'honneur 19. Wielrijdersclub „Ramos" in keurig uniform met vaandel 20. Maréchaussée's te paard. 's Middags om 1 uur hield de nieuwe burgemeester met zijn echtgenote nog maals een wandelrit door de versierde straten om de erebogen en andere ver sieringen te bezichtigen. Het was dan ook wel de moeite waard als we de tijdgenoot mogen geloven. Er waren niet minder dan 20 keurig versier de erebogen, als volgt geplaatst: Oostrum, station en nabij Boers, Lull bij het St. Antoniuskappelletje, Land- weerd nabij Fleurkens, Eindstraat nabij de Zusterschool, Hofstraat hoek Thie- Ien, Markt hoek Hofstraat, Groote straat tegenover Wed. Goumans en bij den heer Trynes, benevens aan de wo ning van den Burgemeester, Draal te genover Mooren, Patersstraat tegenover G. Wismans en tegenover de woningen van de heeren Frans en Theodor van den Boogaart, Paterslaan nabij Piet Theuws, Langstraat tegenover Jac. Fol- bers, Henseniusplein nabij de Gouden Leeuw, Schoolstraat tegenover Mart. Klaassens, Eind, dubbele boog aan het spuithuis, Eind aan het Liefdegesticht en Hoenderslraat aan den ingang. Er was de hele dag feest in Venray. De schrijver vergeet aan het einde van zijn verslag niet te vermelden, dat „Zij ne Edelachtbare aan het einde van de dag zijn rede besloot met den geestdrift volle uitroep: „Groeie en bloeie ons al ler dierbaar Venray". Om deze herinnering aan de langduri ge Esserperiode in Venray af te sluiten zij vermeld, dat de laatste burgemeester (Henri)Esser op 3 december 1915 over leed. Toen brak het tijdperk aan van burgemeester Oscar van de Loo, die ee nentwintig jaar burgemeester in Venray is ge wees*. Hendrik Coenradus Hub. Esser (1898-1915)

Peel en Maas | 1983 | | pagina 7